DE STRIJD TUSSEN DE DRAAK EN DE VROUW

BIJBELSTUDIE OVER OPENBARING 12 : 13—17

Als de verhoogde Christus-draagt de Zoon van God zorg voor Zijn gemeente op aarde. Door Zijn V/oord en Geesc vergadert, beschermt en onderhoudt Hij Zijn gemeente. De poorten der hel zullen haar niet overweldigen. En deze zekere t.roost heeft de gemeente nodig, want. haar kruisgang door de wereld: is verre van gemakkelijk.

Gevlucht naar de woestijn (vs. 13-14)

Toen de draak zag dat hij op de aarde geworpen was, heeft hij de vrouw vervolgd. Het Kind. was weggerukt tot God en Zijn. troon (vs. 5). Hem heeft de satan niet kunnen verslinden en nu probeert hij de vrouw te verwoesten (de nieuwtestamentische gemeente). En in de vrouw wil hij ten diepste toch nog het Kind treffen. Daarom staat er w-eer nadrukkelijk dat zij „het manneke gebaard had". En reken erop dat satan listig is. Hij heeft niet, voor niets zeven hoofden (12 : 4). Hij weet veel. manieren uit te denken om. de gemeente te gronde te richten. Heel vaak gebruikt hij daarvoor het wapen van de vervolging. We kennen daarvan de voorbeelden uit de Bijbe-l zelf. Ook de kerkgeschiedenis is er het bewijs van. Denk aan de tijd van de Reformatie, toen de brandstapels rookten. Denk ook aan de vervolgingen nu in de kommunistische landen. En in die hitte van de vervolgingen wordt het geloof gelouterd. Velen vallen dan af en verloochenen de Heiland. Maar het beproefde goud blijft over. Aan welke kant zouden wij staan als we moesten kiezen tussen verloochenen of sterven?

Maar de Heere bewaart Zijn gemeente. Hij geeft aan de vrouw twee vleugels van een grote arend om de woestijn in te vluchten. En daarmee wil niets anders gezegd zijn dan dat de Heere haar in veiligheid bracht, buiten het direkte bereik van de slang. De arend, vliegt snel en hoog. en zijn vleugels zijn sterk. En zo is de beveiliging van de gemeente tegen de verwoestingen van de-satan een zekere bewaring.

Bij de Sinai zegt de Heere dat Hij Israël op arendsvleugelen gedragen en tot Zich gebracht heeft (Ex. 19 : 4). En Hij onderhield hen in de woestijn met manna en water (Deut. 32 : 11). Aan deze geschiedenis is dit beeld van de vrouw met arendsvleugelen, die : in de woestijn gevoed wordt, ontleend.

In die woestijn heeft God aan de vrouw een plaats bereid, waar zij gevoed wordt met het manna van het Woord. We zagen dat, al in hfst. 12:6. Het 14e vers gaat hier alleen v/at breder op in. Ook de tijd: s de zelfde als in vs. 6, namelijk 3V2 jaar of 42 maanden of 1260 dagen, de tijd van hemelvaart tot wederkomst. Die „halve tijd" legt nog de nadruk op het plotselinge en onverwachte van de wederkomst. En daar in de woestijn kan de slang (of draak) niet vlak bij haar komen om: aar te grijpen en te doden, want daar is ze buiten het (aan)gezicht van de slang, d.w.z. buiten zijn direkte bereik.

De woestijn was de plaats waar God met Zijn volk huwde (verbond) en haar onderhield. De woestijn is nog de plaats voor de gemeente van Christus tot aan de wederkomst. En dat betekent niet dat de gemeente zich moet terugtrekken uit het dagelijks leven in de wereld, maar dat betekent dat zij niet leeft zo-als de wereld en alleen genoeg heeft aan het Woord van God waarmee ze gevoed wordt.

Geholpen in de verleiding (vs. 15-16)

Nu de draak de vrouw niet meer rechtstreeks kan aangrijpen, zoekt hij naar andere middelen om haar te verderven. Hij wil de vrouw nu door verleiding ten val brengen. Uit zijn bek werpt hij een waterstroom als een rivier om. haar te doen wegvoeren. Deze waterstroom betekent in de eerste plaats de verleiding, want in de woestijn is geen

water. En de duivel wil dat de vrouw het water om te leven van hem ontvangt en niet van God (vgl. Deut. 15 : 22-26).

De duivel wil dat we zo in de wereldse levensstroom met al zijn verleiding op het gebied van luxe, weelde, genot en zonde ondergaan, dat we daardoor van de Heere worden afgetrokken. Net als bij Adam. en Eva fluistert hij ons in dat we zelf wel kunnen uitmaken wat goed en kwaad is. Daar wil hij ons wel bij helpen. En zo worden we met de stroom van zijn helse water meegesleurd. Sommigen denken ook aan het water van de verdrukking. En anderen aan het water van de dwaalleer. Het kan best waar zijn. In ieder geval is het dodelijk water, dat de ondergang van de gemeente bedoelt.

Opnieuw komt echter de Heere de vrouw te hulp. Aan de voeten van de vrouw opent Hij de aarde en de aanrollende rivier stort zich in het ravijn zonder de vrouw te schaden. God waakt zelf over Zijn gemeente. Er staat wel in vs. 16 dat de aarde zich opende, maar dat deed zij omdat God het zo bestuurde.

Dat hier de aarde genoemd wordt als de vrouw te hulp komende, heeft wel een bijzondere betekenis. De aarde ziet op de wereldmachten, en het openen ervan op hun innerlijke verdeeldheid en onderlinge strijd. En juist daardoor wordt vaak een plan om de gemeente uit te roeien, verijdeld. Toen Saul David bijna te pakken had, ontving hij het bericht van de inval van de Filistijnen. En dat betekende Davids redding (1 Sam. 23 : 26-28).

Haar kinderen afzonderlijk bestreden (vs. 17)

Nu de draak met zijn helse water de vrouw niet ten val kan brengen, vergrimt hij nog meer. Zijn aanval op het Kind is eerst mislukt. Ook zijn plan om de vrouw te verleiden mislukt. En daaromi werpt hij zich nu met al zijn woede op „de overigen van haar zaad". Daarmee worden de individuele gemeenteleden bedoeld. Hij zal nu proberen om de gelovigen een voor een te brengen tot de verloochening van Christus.

Dit beeld van de vrouw als gemeente in zijn geheel en haar kinderen als de afzonderlijke gelovigen vinden we ook in Hosea 2. Daar wordt de kerk onder Israël voorgesteld als een vrouw, die haar man verlaat, en de individuele Israëlieten als de kinderen van die vrouw. Deze voorstelling vinden we hier ook in vs. 17.

Van die kinderen staat hier dat ze de geboden Gods bewaren en de getuigenis van Jezus Christus hebben. Zij leven dus naar zijn wil, hebben in Jezus leren geloven met een oprecht geloof, hebben Zijn Woord aangenomen, houden dat vast en getuigen •daarvan. En juist daarop richt zich nu de woede van de draak. Het schijnt gemakkelijker om een mens ten val te brengen dan een gehele gemeente. Maar ook hierin vergist satan zich, want Christus houdt Zijn kinderen vast. Hij zal nooit hun val gedogen. Jonge vrienden, zijn de geboden des Heer en je al dierbaar geworden? Wde het getuigenis van Jezus Christus heeft, zal door satan bestreden worden. Ken je iets van die strijd? Gods engelenwacht zal dan om je heen staan, want de I-Ieere laat niet toe, ciat een van Zijn kinderen Hem door satan wordt ontrukt. Daar staat het weggerukte Kind garant voor (hfst. 12 : 5).

Vragen

1. Lees-de volgende schriftgedeelten i.v.m. deze bijbelstudie eens rustig door: x. 17 : I—7; Ex. 19 : 1—6; Matth. 4 : 1—11; Matth. 16 : 21—28; 1 Ptr. 5 : 1—14; Judas 1—25.

2. In vs. 13 lezen we dat de draak nu de vrouw begint te vervolgen. Geef daar eens een aantal bijbelse voorbeelden van. Denk o.a. aan Hand. 8 : 1—3; Matth. 5 : 10—12. en 1 Petr. 3 : 14.

3. Wat wil het zeggen dat de nieuwtestamentische gemeente in de woestijn verkeert? Waar is dit beeld aan ontleend? Op welke manier onderhield de Heere Zijn volk in de woestijn? Zie o.a. Deut. 8 : 3—4; Deut. 29 : 5—6; Ex. 15—17.

4. Wat betekent het beeld: an de arendsvleugelen, die aan de vrouw worden gegeven? Ligt hier ook een verbinding met Israël in de woestijn? Vgl. Ex. 19 : 4 en Deut. 32 : II—12.

5. Waarom wierp de draak een rivier in de woestijn? Waar is dat water een beeld van? Vgl. Matth. 13 : 7 en 22; 2 Tim. 4 : 10 en 2 Petr. 2 : 20. Maak het beeld van deze rivier eens konkreet in onze tijd.

6. Waar is de geopende aarde een beeld van (vs. 16)? Noem; eens een paar voorbeelden uit de bijbelse en de kerkgeschiedenis waarin dit ook zo gebeurde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen