Pinksterbede

O Heil'ge Geest, Die levend maakt, hem, die door U is aangeraakt; waai zuiverend door mijn gemoed, kom louterende met Uw gloed, kom troostende in mijn gemis, kom scheppend waar in mij niets is.

Beweeg wat in mij is verstard, schep heilig hunk'ren in mijn hart, doorweek wat in mij is versteend, wat zelfs van hardheid niet meer weent, bevloei mij als een regen 't veld dat lang door droogte is gekweld.

Onthul wat ik niet heb beseft, breek af wat zich in mij verheft, ruk uit al wat Ge in mij haat en als een onkruid in mij staat, giet troost in ied're louterwond die door Uw werk in mij ontstond.

Kom, waar ik neerkniel zonder woord, en bid in mij zoals het hoort, vat met Uw kracht mijn zwakheid aan, wil vormend in mij werken gaan o, Geest, Die rijk zijt uitgestort, opdat ik eind'lijk vruchtbaar word.

Dit gedicht is uit de bundel „Een lied voor onderweg" van Jo van Veen-Nusmeijer. Het is een bundeltje met een verscheidenheid aan gedichten, gegrond op de Bijbel. Een woord, een bede, een lied voor gewone dagen, maar ook voor kerkelijke feestdagen en gedenkdagen, zoals op de omslag terecht staat aangegeven. Het zijn in hun eenvoud sterk aansprekende gedichten. , , Een lied voor onderweg" - waarvan de omslag heel mooi de titel uitbeeldt - is een uitgave van Den Hertog in Houten en kost f 7, 75.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen