Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET NATTE VOORJAAR VAN 1983

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET NATTE VOORJAAR VAN 1983

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De hevige en langdurige regenval in de afgelopen maanden heeft ons er weer eens bij bepaald dat we in alles, afhankelijk zijn van de Heere.

Het is beangstigend als we elke morgen de donkere wolken zien, en de regen blijft neerstromen over ons land. Wat staan wij machteloos tegenover Gods almacht. In andere landen snakt men naar water, en wij worden moedeloos door de overvloedige regens, 'n Misoogst? , , Dat is iets voor Afrika, dat gebeurt hier niet, dat kan ons niet overkomen!" Eerlijk gezegd denken we daar allemaal zo over, al zeggen we 't misschien niet hardop! Hebben wij beter verdiend dan onze afrikaanse medemens?

We hebben de kennis gekregen om veel te produceren. Allerlei voorzieningen worden getroffen. Regeninstallaties, kunstmest, onkruidbespuitingen en ziektebestrijdingsmiddelen staan ons ter beschikking.

Echter: „Zo is dan noch hij die plant iets, noch hij die nat maakt, maar God die de wasdom geeft".

Wanneer de Heere spreekt in de natuur kunnen wij niets, maar dan ook helemaal niets beginnen. De duurste machines staan nutteloos in de schuur.

In de EEG is jarenlang een overproduktie geweest. Er werd geadviseerd om minder te gaan verbouwen, want de voorraden konden niet verwerkt worden. „Doordraaien" leek een „oplossing" om de prijzen een beetje in de hand te houden.

Onverwacht worden we er met de neus op gedrukt dat alles is gelegen aan de zegen des Heeren. In één keer verandert de overproduktie in een tekort

Twee boerinnen, één van een akkerbouw-en één van een veeteeltbedrijf, vertellen wat van hun persoonlijke ervaringen.

In de akkerbouw

„Al vroeg in het voorjaar dacht ik steeds aan Gods almacht en ook dat Hij die zou tonen. Ik dacht terug aan vroeger jaren, toen we direkt na zonsopgang al op het land bezig waren. Jaar in jaar uit geeft God zaaiïng en oogst En dat terwijl de Bijbel zegt: „De aarde is om uwentwil vervloekt". Dagelijks wordt de aarde nog meer bezoedeld. Toch zien we dat God de zon doet opgaan over bozen en goeden.

Ook in de akkerbouw mogen we zien op Gods almacht en goedheid. Hij beschikt over het weer en kan geven dat de regen ophoudt. Wanneer we niet op het land kunnen komen en wanneer alle hulpmiddelen en kennis tekort schieten, dan zien we het betrekkelijke van het weten en kunnen van de mens. Heel duidelijk blijkt dan dat God het laatste woord heeft. Wat de akkerbouw betreft, kan de Heere, wanneer er minder opbrengst is, ook het weinige zegenen. Dat zou ons moeten verootmoedigen".

In de veeteelt

„In de periode dat veel regen valt zijn er grote zorgen. Elke dag moeten de dieren eten. Hoe dan ook, er moet gras komen. Dan valt het pas op hoeveel één koe eet! Elke morgen weer regen, toch moet het voeren doorgaan. Dit doet zijn invloed gelden in het gezin. Bij één van de kinderen komt de vraag op: „Bestaat God nog wel? " Jongens, die meewerken in het bedrijf, worden moedeloos en kijken niet meer over de situatie heen. Juist jongeren en kinderen blijven zo op het moment zien. Wanneer dan het weer omslaat en het opvallend hard droogt, kunnen we tegen het kind, bij wie de vraag over het bestaan van God opkwam zeggen: „Zie je de macht van de Heere in de natuur? " Hij heeft in Zijn Woord gezegd: „Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde!" Dan mogen we de Heere hierin bewonderen. Vaak hebben we onze eigen plannen. We wi llen alles zelf doen, m aar in deze opmerkelij ke periode spreekt God. Heel duidelijk komt dan ook naar voren: „Zonder Mij kunt ge niets doen".

Nu is het weer gelukkig omgedraaid. Dat we God de eer mogen geven en Hem de dank toebrengen, want daartoe zijn we geschapen!"

Wat heeft het ons te zeggen?

Wat heeft het ons te zeggen ? Zeker heeft de Heere hierdoor gesproken. Tegenspoed hebben is tot ons nut. In de dagen dat alles goed gaat moeten we niet denken dat deze voorspoed door onze inspanning

verkregen wordt. Het is Gods Hand die zegent. Hij wordt er ook in geëerd, wanneer we dag bij dag uit Gods hand leren leven. We zijn zo geneigd de zorgen voor morgen er vandaag nog bij te nemen, maar de Heere leert ons zeif in het Onze Vader: „Geef ons heden ons dagelijks brood". Dat de Heere die genade mag geven om: „In tegenspoed geduldig, in voorspoed d vertrouwend te zijn!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1983

Daniel | 40 Pagina's

HET NATTE VOORJAAR VAN 1983

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juli 1983

Daniel | 40 Pagina's