Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Konfrontatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Konfrontatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En Elia de Thisbiet, van de inwoners van Gilead, zeide totAchab: o waarachtig als de Heere, de God Israels leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dau w of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord. (1 Kon. 17 : 1)

1 Koningen 17 : 1

Twee mensen ontmoeten elkaar hier in het paleis van Israël: een profeet en een koning, Elia en Achab. Het zijn vertegenwoordigers van twee werelden: Elia vertegenwoordigt het Koninkrijk Gods en Achab het rijk van Satan. We zien hier een konfrontatie van twee werelden, twee machten. Uiteindelijk zal blijken, dat het Koninkrijk Gods de sterkste is. Dat is de machtige troost uit de geschiedenissen van Elia en Achab: Gij Heer' alleen, Gij zijt, verwinnaar in de strijd. Daarom wijst de geschiedenis van Elia ook heen naar de komende Christus.

Elia

Het lijkt of Elia hier zomaar uit de lucht komt vallen. Hij staat hier plotseling voor ons in de geladenheid van zijn ambt, in de majesteit van het Woord. Zo komt God het paleis van Achab binnen en zo komt God nog het zondaarshart binnen. Gelukkig ais we het van God leren verliezen. Dat is de ervaring van al Gods kinderen. Zo staat Elia plotseling voor ons, een Thisbiet uit Gilead. We weten verder niets uit zijn levensgeschiedenis. We weten alleen, dat hij uit het Oveijordaanse kwam, dat was een gebied, dat niet uitblonk door rechtzinnigheid. De Heere haalt Zijn knechten soms ergens vandaan, vanwaar wij het niet verwacht zouden hebben. God roept wie Hij wil en waar Hij wil. Jakobus noemt Elia een mens van gelijke bewegingen als wij. Een mens met zwakheden, zonden, moedeloosheden. Het gaat dan ook niet om Elia, maar om de boodschap, die hij brengt. Elia is een gezondene. De Heere gebruikt mensen om Zijn Woord te laten doorklinken. In gebrekkige mensenwoorden klinkt de majesteit van het Woord dan door. Heb je dat wel eens ervaren? Gelukkig als de majesteit van het Woord ons neerwerpt, want de Heere werpt neer om op te richten, Hij slaat om te helen en Hij verwondt om te verbinden.

Mijn God is de Heere

De naam Elia betekent letterlijk: Mijn God is de Heere. En zijn naam is zijn opdracht geweest, zijn levensprogramma. Elia is er niet voor zichzelf, maar voor Zijn God, voor de eer van zijn God. Zijn naam is ook een aanklacht. Israël had andere goden gekozen: de Baals en de Astartes.

Maar luister nu daartegenover naar de naam van Elia: Mijn God is de Heere. De koning en het volk mogen dan andere goden dienen, maar mijn God is de Heere. Zo staat Elia daar midden tussen het goddeloze volk als belichaming van Gods Wet: Gij zult geen andere goden hebben. Zijn leven staat in volstrekte tegenstelling met zijn goddeloze omgeving. In hem is de scheiding tussen kerk en wereld werkelijkheid geweest.

Wat is het oordeel van onze tijd? De grens tussen kerk en wereld vervaagt zo. De kerk kan zo ver niet de wereld mee.

Achab

De andere persoon, die we hier ontmoeten is Achab. Hij was de zoon van Omri. Koning van Israël. Hij wandelde in de zonden van Jerobeam, de zoon van Nebat. Maar nog erger: door zijn huwelijk met Izebel, een phoenicische prinses, werd de dienst van Baal en Astarte ingevoerd. Baal was de zonnegod; ook de god van de regen en de vruchtbaarheid.

Astarte was de maangodin; ook de godin van de dauw en het geslachtsleven. Van

daar dat in de eredienst van Astarte ontucht werd bedreven. De zonde werd dus

opgenomen in de eredienst. Zo zien we Achab, een koning die het volk voorgaat op het pad der zonde. En een volk, dat wegzinkt in ongerechtigheid en zedeloosheid. En tenslotte een maatschappij, waaruit iedere herinnering aan de woorden en de daden Gods wordt uitgewist. Zo was het met Israël in die dagen. En nu ontmoeten we hier Elia: een bewijs, dat God het volk des verbonds nog niet had overgegeven.

De konfrontatie

„Zo waarachtig als de Heere, de God Israëls, leeft", zo begint het woord van Elia, Hij spreekt in het besef een gezondene te zijn. Hij doet het zonder aanzien des persoons. Vreselijk als Gods knechten hun boodschap aanpassen aan de smaak van mensen. Het is alsof Elia Achab toeroept: U dient nu wel de afgoden, maar ik konfronteer u met de levende God. Elia stelt God niet ter diskussie.

Er wordt in onze tijd zoveel gediskussieerd. En het ergste: God wordt ter diskussie gesteld. Maar Elia stelt God niet ter diskussie. Waarom niet? De Heere is voor hem levende werkelijkheid geworden. En nu gaat hij Achab konfronteren met die God. In de konfrontatie met de levende God houdt al ons diskussiëren en redeneren op.

Is de Heere voor jou al levende werkelijkheid geworden? Dan houdt ons gepraat wel op. Dan verbrandt al onze eigengerechtigheid en halfslachtigheid. In de heilige konfrontatie met de rechtvaardige God blijf je alleen met God over. Dan word je een goddeloos mens voor God. MacCheyne zong daarvan: Toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed, toen werd al mijn deugd een wegwerpelijk kleed.

Verbondswraak

Voor Elia is die God levende werkelijkheid. En dan noemt hij Gods verbondsnaam. Want dat is het ergste: Israël is het volk des verbonds. Maar dat volk is overspelig geworden. Het heeft andere mannen nagelopen. Het heeft God op Zijn liefdehart getrapt. Daarom komt God met Zijn heilige wraak, Zijn verbondswraak. Dat heeft ons wel wat te zeggen! Ook wij dragen het teken van het verbond. Daarin eist de Heere ons voor Zich op. De doop vermaant en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. Jongelui, waar komen

jullie met je gedoopte voorhoofd? Het is zo erg met een gedoopt voorhoofd de zonde te dienen en onbekeerd te sterven. Dan zal eeuwig Gods heilige verbondswraak op ons rusten.

Elia brengt de boodschap van die wraak Gods. Maar nog twist God met Zijn volk. Nog poogt de Heere Zijn volk tot inkeer te brengen. Elia weet dat hij staat voor Gods aangezicht. Hij doet een beroep op Gods alwetendheid: Achab, bedenk, ik sta voor Gods aangezicht, en ü ook, ook al rekent u er niet mee.

Rekenen wij met Gods alwetendheid?

„Voor wiens Aangezicht ik sta", zegt Elia.

Dat is ook een beroep op zijn goddelijke zending: oudtijds stonden dienaren voor de troon van de vorst. Zo staat Elia hier voor het aangezicht van de Allerhoogste als Zijn dienaar. Dat is zijn gezag en volmacht. Daar heeft zelfs Achab voor te buigen. En dan tenslotte de wraak, het oordeel: Indien deze jaren dauw of regen zal zijn, tenzij dan naar mijn woord! Hier worden Baal en Astarte uitgedaagd. Baal was immers de god van de regen, en Astarte de godin van de dauw? Nu zal blijken wie de sterkste is! En toch die verbondswraak spreekt nog van liefde: nog wil de Heere Israël tot inkeer brengen. O die liefde Gods, zelfs in de slagen.

Er is niet minder dan een genadewonder nodig om die liefde op te merken in de slagen, in de diepte, onder het kruis. Ken je dat? Dan wordt de roede zelfs gekust en geeft de onderwerping rust. „Tenzij dan naar mijn woord", zegt Elia. Zozeer is hij doordrongen van zijn goddelijke roeping, dat hij zeggen kan: Mijn woord is Gods woord. Het is groot als een predikant zó op de preekstoel staat en als we zó onder de preekstoel zitten. Dan is het: Alzo zegt de Heere!

Gespreksvragen

1. Op welke wijze wijst Elia heen naar de komende Christus?

2. Probeer na te gaan welke overeenkomsten er zijn tussen de tijd van Elia en onze tijd.

3. In onze tijd vervagen de grenzen tussen kerk en wereld al meer. Kun je daar konkrete voorbeelden van aanwijzen?

4. Noem voorbeelden van mensen in de Bijbel, die in de slagen toch Gods liefde mochten opmerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1984

Daniel | 33 Pagina's

Konfrontatie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 januari 1984

Daniel | 33 Pagina's