Satan en..... jij

Satan! Hij is er geweest vanaf het begin van de geschiedenis. Nee, hij is niet als satan door God geschapen. Hij is „satan" geworden. Het hebreeuwse woord „satan" betekent tegenstander. Toen God hem schiep was hij geen tegenstander. God schiep hem als een engel, een goede, gedienstige geest. Sommige godgeleerden spreken van de schepping van de engelen naar Gods Beeld. De Bijbel noemt de engelen, waarvan satan er een was, kinderen van God. In Job 1 : 6 en Job 38 : 7 kun je dat lezen. Hoewel die benaming enigszins heenwijst naar een afspiegeling van Gods Beeld, zijn de engelen toch geen beelddragers van God in de zin zoals dat van ons, mensen die in elk geval naar Gods Beeld geschapen zijn, in Gods Woord gezegd wordt. Engelen hebben alleen een geestelijk bestaan. Ze hebben geen ziel en ook geen lichaam zoals wij. Ook in onze lichamelijke verschijning zijn wij, als beelddragers van God geschapen. Dat brengt voor ons verplichtingen met zich mee. In elke gave ligt een opgave opgesloten. Hoe meer een schepsel van God ontvangen heeft, hoe groter de verplichting is om als een van harte gedienstige medewerker (medestander) bezig te zijn tot de bevordering van Gods eer en het welzijn van al wat Hij geschapen heeft. Ook satan was en is daartoe verplicht. Hij zocht echter zijn eigen eer. Hij werd een tegenstander van God, een vijand van God. Een aantal engelen volgden zijn slechte voorbeeld. Alle gevallen engelen werden geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6 : 12). Als boze geesten doen zij wat zij kunnen om God tegen te staan bij het verwezenlijken van Zijn Plan om mensen in en na dit leven gelukkig te maken. Alles wat satan doet, is om ons tegen God op te hitsen. Hij verleidt ons tot ongehoorzaamheid aan God om ons daardoor in ons ongeluk te storten. Hij maakt van alles en alle omstandigheden misbruik om zo onze verdorven natuur te prikkelen tot een meer en meer haten van God, tegenstaan van God, tegenwerken van God, strijden tegen God om zo God te treffen. Als de moordenaar en leugenaar van het begin, is hij vanaf het begin der schepping al aktief geweest om dood en verderf in Gods wereld te brengen. Door eeuwenlange ervaring wordt hij steeds listiger in zijn satanische aktiviteiten. Zijn macht is groot. Hij heeft al heel wat onheil gesticht. Hij kan en zal niet rusten om alles te doen wat hij kan en hem wordt toegelaten te doen om, was het mogelijk, ook de uitverkorenen te verleiden en voor eeuwig ongelukkig te maken. Eens komt daaraan echter voor hem een eind. In de poel voor hem en zijn engelen bereid, zal hij eeuwig gebonden zijn in boeien van onuitsprekelijke ellende. Dat zal het door hem verdiende loon zijn. Nooit zullen die boeien worden losgemaakt.... Eeuwige ellende zal zijn deel zijn wanneer God eeuwig hem zijn gramschap zal doen ondervinden.

En jij....?

Naast satan is er geen ongelukkiger schepsel dan een onbekeerd mens. Wij zijn naar Gods Beeld geschapen. God heeft ons zo geschapen dat wij alle vermogens bezaten om als gedienstige mensen Zijn dienaars te zijn. In het doen van Zijn wil tot uitvoering van Zijn Plan lag voor ons de mogelijkheid om eeuwig gelukkig te worden en anderen voor eeuwig gelukkig te maken. God gaf ons meer dan

de engelen. In ziel en lichaam waren wij Gods Beelddragers. Als zodanig waren wij het pronkstuk van Gods schepping. Hij sloot zelfs een verbond met ons. Wij kwamen met Hem in een verbondsrelatie. Wat een eer!! Wat een nederbuigende goedheid!! Schepper en schepsel in een verbond verenigd.... is er iets wonderlijker, heerlijker, heilzamer denkbaar? Adeldom brengt echter adellijke verplichtingen met zich mee! Het niet nakomen van die verplichtingen stelt te meer schuldig. Wij zijn de aan het bondgenootschap met God verbonden verplichtingen niet nagekomen. Wij zijn moed-en vrijwillig satans bondgenoot geworden! Wij zijn door de zonde uit de .vader de duivel en willen zijn begeerten doen.

Het woord „duivel" komt van een woord dat „boze geest" betekent. Satan, de boze, de duivel.... het zijn allemaal namen voor dezelfde duistere, geestelijke macht die als een slang zijn dodelijk vergif van liegen, lasteren, verdachtmaken, moorden en verleiden verspreidt. Satan weet niet alles. Hij weet wel veel. Hij kent onze zwakke plekken van het horen van onze woorden, het zien van onze wegen. Op onze zwakste momenten is hij het aktiefst om als een engel des lichts te verleiden of als een brullende leeuw te verschrikken. Hij deinst er niet voor terug om uitspraken van de Bijbel uit zijn verband te rukken om zo tot zonde te verlokken of tot wanhoop te drijven.

Medewerkers van satan

Hij had aan de Heere Jezus niets. Hij kon met Hem niets beginnen. Helaas is dat met ons anders. Hij heeft een medewerker in onze verdorven aard. Wat zijn de driften veel en het hart onrein. Hoe vaak hebben wij hem reeds onze tong, onze handen, onze voeten ter beschikking gesteld om datgene te doen dat God mishaagt en onze naaste schaadt. Is dat met jou ook niet zo? Wat een treurige, treffende gelijkenis is er met satan, telkens wanneer de eigen werken des duivels door ons werden of worden verricht? Beelddragers van de satan.... dat zijn wij uit en van onszelf. Wat een schande! Wat een schuld! Als we zo sterven dan zal ook ons deel zijn in de poel die voor de duivel en zijn engelen bereid is. Dat zal dan ook ons verdiend loon zijn.

Voor jou is redding mogelijk

Voor de duivel en zijn engelen is er geen mogelijkheid van redding. Voor satan is er geen vergeving van zijn wanbedrijven en vernieuwing van zijn vijandige aard mogelijk. Voor ons.... voor jou wel. Wat een verschil! Ondanks het feit dat wij meer schuld hebben. Door de verschijning van de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker en Zijn liefde tot de mensen in het zenden van Zijn Zoon tot een zaligmaker der wereld door verdienste en toepassing van vergeving en wedergeboorte, is er een weg om de welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen. De zaligmakende genade Gods is verschenen aan alle mensen en onderwijst ons dat wij ons moeten bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat wij vergeving van de zonden ontvangen en een erfdeel onder de geheiligden door het geloof in de Heere Jezus Christus (Hand. 26 : 18). Hij gaf Zich opdat Hij zondaren zou verlossen van alle ongerechtigheid en Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken (Titus 2 : 14). Ja, die verschenen zaligmakende genade Gods onderwijst ons dat wij de goddeloosheid en de wereldse begeerlijkheden verzakende, matig en rechtvaardig en godzalig leven zouden in deze tegenwoordige wereld, verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van de grote God en Zaligmaker Jezus Christus (Titus 2 : 11-13).

Is Hij reeds in de praktijk ook jouw God, Zaligmaker en Heere? Zonder waarachtige bekering tot Hem zijn en blijven wij in de macht van satan en dood. In Zijn woord biedt Hij Zichzelf en Zijn diensten aan. „Wendt U naar Mij toe en wordt behouden" klinkt ook jou toe vanuit het Evangelie van Jezus Christus. Daartoe is de Zoon van God geopenbaard opdat Hij de werken van de duivel zou verbreken. Hij wil er om gevraagd zijn, opdat Hij het ons door Zijn Woord en Geest doen zal wat Hij van ons eist te doen. Hij kan en wil bekering geven. Hij zal bekering, vergeving van zonden en eenerfdeel onder de geheiligden geven aan allen, die in hun

zonden en ellenden tot Hem zich ter genezing wenden.

Geef satan geen plaats

Rammel met je kettingen, bindingen, onmogelijkheden, onwilligheden, schulden en verdorvenheden voor Zijn oren met de bede.... Zoon van David, ontferm U mijner....

Satan haat zulk gekerm. Hij zal doen wat hij kan om zulk gekerm te verhinderen of te doen ophouden. Hij zal je wel wijsmaken dat er voor jou geen redding, geen vergeving en vrijmaking is, omdat je te lang of teveel, tegen beter weten in, gezondigd hebt, ... of omdat je niet zus of zo bent.... of omdat je toch niet uitverkoren bent. De leugenaar van het begin, de mensenmoordenaar zal wel aanzetten tot zelfmoord omdat er voor jou toch geen hoop zou zijn op redding uit zijn macht... Geef hem geen gehoor, geef hem geen stoel.... zeg: Ga weg satan, er staat geschreven: ie tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen.... ik sla het oog op Jezus Christus, de gekruisigde, tot Hij ook mij genadig zij. om ook mij op mijn gebeden eens gans vrij te maken van ongerechtigheden. Hij beloofde Zich te ontfermen op het gebed dergenen die zich gans hulpeloos tot Hem wenden. Welnu, dan hoop ik in al mijn klachten op Zijn onfeilbaar woord". Wedersta te duivel en hij zal van U vlieden (Jak. 4 : 7).

....En jij?

Satan mag beven. Hij die satans kop vermorzelde op Golgotha's kruisheuvel is het Die biddend strijdt en strijdend bidt voor nooddruftigen, die al hun kracht en hulp tot verlossing van satans macht, hun schuld en zwakheid van Hem verwachten. Hij Die hen geleidt zal hem de vaan doen strijken. Maar eeuwige blijdschap zal het deel zijn van de verlosten des Heeren aan wie de overwinning op satan gegeven zal worden aan het eind van de strijd tussen satan en het vrouwenzaad, tussen satans volgelingen en die van Christus zijn. Hoe is de relatie tussen satan.... en jou? Vriendschap of ....vijandschap? Hoe is de relatie tussen Christus.... en jou?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen