Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nu jaagt de dood geen angst meer aan!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nu jaagt de dood geen angst meer aan!

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 1 Kor. 15 blijkt dat alles staat of valt met het geloof in de feitelijke opstanding van Christus: Indien Christus niet opgewekt is, zo is uw geloof tevergeefs....! Daarom is het opvallend dat onze Heidelbergse Catechismus in zondag 17 over het feit van de opstanding helemaal niets zegt, alleen over het nut. Blijkbaar was de feitelijkheid van de opstanding in de tijd dat de HC werd opgesteld geen omstreden leerstuk zoals de vleeswording (tegen de dopersen) en de hemelvaart (tegen de Luthersen).

In de apostolische tijd loochenden de Sadduceeën de opstanding en Hymeneus en Filetus verkondigden dat de opstanding in geestelijke zin al geschied was. De ontkenning van dit heilsfeit begon al op de eerste Paasdag: Hij is gestolen! Daarom was Christus er juist alles aan gelegen om het feit van Zijn opstanding boven alle twijfel te verheffen. Hij is er zelfs 40 dagen voor op aarde gebleven om het geloof in het heilsfeit te funderen in de harten van Zijn discipelen, die juist de getuigen zouden worden van Zijn opstanding.

De Heere is waarlijk opgestaan! Dezelfde persoon die gestorven was, is weer opgestaan, Jezus Christus, God en mens. Hetzelfde vlees verrees uit het graf, alleen.... wel bevrijd van alle zwakheid en onderworpenheid aan de zonde. Niet zoals Lazarus, die terugkwam in dit leven, maar later weer stierf. Jezus stond op met een verheerlijkt lichaam aan de overzijde van de dood. Hij zette Zijn voeten niet op deze oever van het sterfelijke leven, maar aan de andere kant van de Jordaan op de oever van het onsterfelijke leven. En dat kunnen we met ons verstand nooit begrijpen.

Daarom is de opstanding een heilsfeit dat we geloven! Alleen de ontmoeting door het geloof met de levende Heere schenkt ons het rechte zicht op de opstanding. De ontmoeting met Jezus bewijst ons dat Hij leeft! Dat was ook in de oudste christelijke tijd zo: in het leven van de gemeente ontlokte men de tegenwoordigheid van de levende Heere en daarom hebben die eerste christenen daar nooit aan getwijfeld. Als je net van huis bent gekomen, waar je zojuist met je oudste broer hebt gesproken, dan twijfel je er toch ook niet aan of hij wel leeft!?

Vooral in de 18e eeuw begon dat verzet tegen alle wonderen en de opstanding van Christus. De ethischen zeiden: het feit van de opstanding is toch minder belangrijk, het komt uiteindelijk toch maar aan op het geloof in de Verrezene. De moderne theologie zegt: Jezus' opstanding heeft plaats gehad in de gelovige voorstelling van Zijn discipelen. Zo leeft Hij nu dus nog voort in de herinnering van Zijn volgelingen. Je begrijpt het wel, jonge mensen! De opstanding is een feit, een heilsfeit, en met dat feit staat of valt de zaligheid.

Hij overwon, die sterke Held!

Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held! Hij steeg uit 't graf door 's Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht. De Catechismus zegt heel eenvoudig: Hij heeft door Zijn opstanding de dood overwonnen.

Ben jij bang voor de dood? Zie je dat als iets onontkoombaars? Het is waar, de dood is het loon op de zonde. Ten dage als ge daarvan eet, zult ge de dood sterven.

Steeds weer lees je in de Bijbel: en hij stierf. Wie leeft er die de slaap des doods niet eens zal slapen? Wie redt zijn ziel van 't graf? Lijkt heel deze wereld niet op één grote grafkuil?

Oorlogen.... natuurrampen.... honger.... ziekte.... kanker....! Wie redt zijn ziel van 't graf? Niemand toch! Ook jij niet! De doodsklokken luiden gewoon door. Vind je dat niet benauwend? Straks dragen ze ook jou en mij naar het graf....

Wat zegt u, de dood overwonnen? Wie zegt dat? Hoe kom je daarbij'? Sterven er nu minder mensen? En dat is dan nog maar de tijdelijke dood! Laat staan de eeuwige dood! En toch.... houdt in gedachtenis dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt. Hij redde Zijn ziel van 't graf door er eerst Zelf in neer te dalen. Dat begon al in de kribbe! Zijn hele leven worstelde hij tegen de oorzaak van de dood: de zonde. En toen kwam de Hof.... en het kruis.... en het graf. Toen werd het stil in Jozefs hof. Plaatsbekledend trad Hij het machtsgebied van de dood en het graf binnen. De steen ging ervoor. Dat was het einde. Alle hoop was vergaan. De stilte van de dood heerste!

En toen.... kwam toch het nieuwe begin. De graankorrel was in de aarde gevallen en gestorven, maar.... toen kiemde het nieuwe leven uit de dood. Na alle smartelijk lijden smaakte Hij tenslotte de dood als betaling voor de zonde. Maar toen is Hij opgestaan! De dood kon Hem niet langer vasthouden en moest in Christus zijn meerdere erkennen. Geen graf hield Davids Zoon omkneld! Op de derde dag — naar de Schriften — schudde Hij de kluisters van de dood van Zich af en kwam Hij als Overwinnaar uit het graf tevoorschijn. Hij steeg uit 't graf door 's Vaders kracht, want Hij is God, bekleed met macht.

God was nu tevreden.... met de betaling van de zonde. De straf is gedragen.-Zijn toorn is gestild. De vrede is gemaakt. Daarom wekte Hij Zijn Kind op uit het graf. Pasen is het „amen" van de Vader op het verzoenend lijden en sterven van Christus. De dood is gedood, verslonden tot eeuwige overwinning! Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Dood waar is uw prikkel? Graf waar is uw overwinning?

Die in 't geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet. Ja, dat hoort er wel bij. Christus overwon de dood niet voor Zichzelf maar voor Zijn Kerk. Hij is op Pasen wel de eersteling, de voorloper, maar Zijn volk hoort wezenlijk bij Hem. Wie zijn dat? Dat zijn allen „die in 't geloof op Jezus zien". En waarom vrezen die niet? Omdat Jezus voor hen stierf. Daarom mogen zij ontslapen. Ken je die troost, jonge vrienden? Hij stierf afs betaling voor de zonden. Hij doorworstelde de volle diepte en verschrikking van de dood. Daarom mogen Gods kinderen ontslapen. En dat is geen verzachtende uitdrukking voor de dood, maar een werkelijkheid. Sterven is ondergaan, ontslapen is het begin van slapen. Slapen heeft iets vredigs. Na een dag van moeizame arbeid komt de nacht van de rust en mogen we rusten op onze slaapstede. Allen die in Jezus ontslapen, doen hier de ogen dicht om eenmaal te ontwaken in het eeuwige licht. De dood is overwonnen! Wat een morgen zal dat worden, wat een ontwaken op de morgen der verrijzenis! .

Durft er nog iemand van jullie zeggen dat de dood niet overwonnen is? Ben jij het, die zo bang bent voor de dood omdat je geen Middelaar hebt? Ken je daarom die levende hoop niet? Hoor eens! Jezus leeft! Je kunt nog zalig worden. Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden en Christus zal over u lichten. Hij komt je nog tegen in het gewaad van Zijn Woord: Vrees niet, Ik ben de eerste en de laatste, en die leef, en Ik ben dood geweest, en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen! En Ik heb de sleutels van de hel en van de dood.

Opgewekt tot onze rechtvaardiging

Christus is gestorven om onze zonden en opgewekt tot onze rechtvaardiging. De Catechismus zegt het zo: Hij maakt ons de gerechtigheid, die Hij door Zijn dood verworven heeft, deelachtig. Na alle toorn en wraak en duisternis op Golgotha sprak de Vader bij het open graf: Nu is het genoeg, alle schuld is betaald. De verhouding, die door de zonde was verbroken, is nu weer hersteld.

Maar.... die verworven gerechtigheid moet de onze worden. Hoe? Door het geloof! Zo maakt Christus mij Zijn verworven gerechtigheid deelachtig. Dat noemen wij de toepassing van het heil. Dat is het werk van de verhoogde Christus door Zijn

Heilige Geest. Zo deelt Hij Zijn gerechtigheid uit. Dat doet Hij door Zijn Woord en Geest, vooral in de prediking. Daarin stelt Hij Zijn gerechtigheid niet alleen voor of biedt ze aan, maar Hij deelt ze uit! Zo krijg ik deel aan die onverdiende genade en die eeuwige vrede. Je kunt het er roerend mee eens zijn dat het voorwerpelijke heil klaar ligt op Golgotha en in het geopende graf, maar zonder de onderwerpelijke toepassing ervan gaat het'nog aan je voorbij.

En.... jonge vrienden, nu zijn wij zulke stumpers dat we ons dat heil zelf niet kunnen toeeigenen. Heb je 't wel eens geprobeerd? Jij kunt helemaal niets. Jij bent onmachtig om ook maar één vinger ernaar uit te strekken. Want jij bent, net ais ik, alleen maar verdoemelijk voor God. Maar.... daarom is nu juist Jezus opgestaan! Als Hij in de dood gebleven was, zou het heil aan ons voorbij gaan, maar Hij is opgewekt tot onze rechtvaardiging. Hij haalt Zelf Zijn bruiloftsgasten op uit de heggen en de stegen. Alleen zó word je er deelgenoot van. Hij past Zelf Zijn verworven gerechtigheid toe. Elke zondag komt de levende Christus met al Zijn schatten zeggen: Zie hier ben IK! Zit jij daar wellicht verscholen achter die heg? Beschaamd over je zonden. Beladen onder je schuld. O, hoe moet dat toch, met die gerechtigheid van God! Al die toorn! Ik heb niets verdiend dan de dood! Ik voel me zo vloekwaardig.... ik heb geen vrede.... en toch....! Ik hijg en dorst naar God. Mijn armen zijn te kort. Ik hoor wel van al dat heil, maar ik kan er niet bij. Gena o God, gena, hoor mijn gebed, verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden.

Is het dan wel mogelijk om Hem te zien als de opgestane Levensvorst? Ja, in het gewaad van Zijn Woord! Hoor je de Geest niet getuigen en overtuigen van zonde en oordeel, van genade en ontferming? Hij wijst schuldigen op Christus (Joh. 16 : 13 en 14). Voor hén hing Hij aan 't vloekhout. Voor hen droeg Hij de straf. Voor hen ging Hij 't graf in. En ook voor hen overwon Hij de dood! Hij komt als de opgestane Christus naar je toe in de prediking en Hij brengt alles mee. Kijk maar.... in Zijn doorboorde handen draagt Hij Zijn gerechtigheid, Zijn vrede en vergeving. Ziet, zegt Hij, hier ben Ik. Ik ben uw heil alleen!

Nu vangt het nieuwe leven aan!

Want nu de Heer' is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan, een leven, door Zijn dood bereid, een leven in Zijn heerlijkheid. Weer kan ik niet laten de Catechismus erbij te halen. Duidelijker en troostrijker kan ik het ook niet zeggen. „Wij worden door Zijn kracht opgewekt tot een nieuw leven". Daar heb je gelijk het verband tussen de rechtvaardiging en de heiliging. Opgewekt tot een nieuw leven! Dat veronderstelt dat wij van nature in het graf leven. En in dat graf van de zonde is het niet stil, maar daar is alles in beweging. De dood werkt ontbindend. Over alles hangt een lijklucht: lasteringen, dieverijen, overspel, moord, dronkenschap enz.

En waar Christus nu opwekt tot een nieuw leven, daar staan we op uit de werken des doods om niet meer voor de dood vruchten te dragen, maar in nieuwigheid des levens te wandelen. In geloofsgemeenschap met het levende Hoofd, gaan wij, Zijn leden, andere werken doen: liefde, blijdschap, vrede, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, matigheid enz. Dat zijn de werken des Geestes. Dan leef je je eigen onvruchtbaarheid hoe langer hoe meer in, en ga je zien dat de heiliging niet afhankelijk is van de sterkte van de rank, maar dat het erom

gaat of die rank in de wijnstok blijft. Dat nieuwe leven, dat begint met de wedergeboorte (1 Petrus. 1 : 3) tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, zet zich voort in de strijd van de dagelijkse bekering en dat eindigt in de eeuwige heerlijkheid. En dat is niet ons werk, maar Gods werk. Door Zijn kracht! Die opstandingskracht van de wijnstok werkt door in de ranken. Elke dag weer opnieuw. Opdat ik Hem kenne in de kracht van Zijn opstanding!

En weet je wat het wonderlijke is van dat opstandingsleven? Je vindt bij jezelf altijd weer de dood, maar Hij bewijst Zich de Levensbron en Zijn opstandingskracht doordringt je vanuit Zijn levenwekkend spreken. Jij komt altijd weer tekort en gaat gebukt onder je onvruchtbaarheid, maar Christus richt je op en zegt: zing vrolijk gij onvruchtbare....! Want uw vrucht worde uit Mij gevonden. Van jou blijft niets anders over dan een zuchtend schepsel, maar toch ook roemend in Christus opstanding, want Jezus leeft.... en jij met Hem! Zo wordt je geloof geoefend in zelfverloochening en kruisdragen. Sterven aan jezelf om op te staan in Hem. Hij wassen en jij minder worden. Stervende.... en ziet wij leven! Ken je die strijd? Iedere dag verliezen en toch alles hebben in Christus. Leven uit Hem!

Eens zal op die grote morgen....!

Op de morgen van de verrijzenis zal de bazuin klinken en alle graven zullen geopend worden. Dan zullen de doden onverderfelijk opgewekt worden (1 Kor. 15 : 52). En dat zal zeker gebeuren, want Christus was de eersteling, die opstond uit de dood. En dat belooft een rijke oogst. Het Hoofd is opgestaan en daarom zullen de leden zeker volgen. Tot nog toe was er nog nooit iemand uit de dood opgestaan en blijven leven. Christus was de eerste. Zo noemt de Catechismus de opstanding van Christus een zeker pand van onze zalige opstanding. Een bewijs.... een garantiebewijs. Niet onze wedergeboorte, noch onze heiliging, noch ons geloof is de grond van deze christelijke hoop, maar alleen de opstanding van Christus Zelf.

Zal dat ook voor jou een zalige opstanding zijn? Verlang je wel eens naar die dag? Zoals de NGB het zegt: Daarom verwachten wij die dag met groot verlangen....! Dan zie je over het graf heen naar de dag van Zijn komst. Zoals een landbouwer over de winter heenziet naar het voorjaar, als het zaad gaat kiemen en het nieuwe leven zich aandient.

De Bijbel is er heel duidelijk in dat er tweeërlei opstanding is: de opstanding der heerlijkheid en de opstanding der verderfenis. Het graf zal zijn doden weergeven en de zee.... en de hel.... en ik zag de doden, klein en groot, staande voor God. En dan komt het oordeel. Durf je dat aan? Is er een meisje of jongen onder de lezers, die deze hoop niet kent? Jezus leeft! En Jezus komt! Weldra! Maar nu is er bij deze Paaskoning nog plaats voor jonge mensen, die alsnog bevrijd willen worden van de eeuwige dood.

Die zalige opstanding is de opstanding tot eeuwig leven. Zonder vlek en rimpel zullen onze lichamen dan zijn, volmaakt, om God volmaakt te kunnen dienen. Een verheerlijkt lichaam zullen we ontvangen. Net zo heerlijk als Jezüs. En hoe dat dan precies allemaal zal zijn, dat behoort nog tot de huisgeheimen van God. Maar het zal heerlijk zijn. Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord, en in het hart van de mens nooit is opgeklommen, dat heeft God bewaard voor hen die Hem liefhebben. Geen zonde zal meer zijn.... geen ziekte.... geen grijsaards die strompelend hun weg gaan.... geen kinderen die niet kunnen lopen.... geen gebrekkigen, kreupelen en lammen.... geen lichamelijk en verstandelijk gehandicapten....! Vul de lijst maar aan.

We kunnen alleen maar zeggen wat het niet is, en niet wat het wel is. De Heere ligt in Zijn Woord maar een tipje van die sluier op. En als jij en ik daar zullen komen, dan zullen wë vol verwondering uitroepen: de helft was me nog niet aangezegd.

Eens zal op die grote morgen, klinken het bazuingeschal. Dan zal Jezus wederkomen, als de Rechter voor 't heelal. Wie zal op die grote morgen buigen voor die majesteit? Wie zal op die grote morgen vluchten voor de heerlijkheid?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1984

Daniel | 32 Pagina's

Nu jaagt de dood geen angst meer aan!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1984

Daniel | 32 Pagina's