BIJ DE DAG LEVEN
1 Koningen 17 : 15 - 17
Lees voor je deze bijbelstudie gaat bestuderen eerst 1 Koningen 17:15 - 17 goed door.
Waar het geloof buigt onder het Woord van God, daar wordt het ook bekroond. Dat heeft Elia ervaren. Dat heeft ook de weduwe van Zarfath ervaren. De eis van Elia aan die vrouw was absoluut: Eerst ik, dan u! U moet eerst al uw eten aan mij, de knecht van God geven, en daarna zal de Heere zorgen, dat u geen gebrek zult lijden. Is dat geen egoïsme van Elia? Hoevelen zijn er niet, die zeggen: Als ik het maar heb, wat heb ik dan met een ander te maken? Ons leven is door de zonde met dat egoïsme doortrokken. En nu zegt Elia: Eerst ik en dan u! Is dat niet hetzelfde? Nee! We moeten niet vergeten, dat Elia als profeet het Woord was, het levende Woord Gods. En dat gaat altijd voorop. Het Woord Gods, het Koninkrijk Gods, de dienst des Heeren moet altijd voorop gaan. Daar moet alles voor buigen. Zoek eerst het Koninkrijk van God, zegt de Heere Jezus. Daar heeft deze vrouw onder mogen buigen. En alles is haar in de hand gevallen: als velen van honger sterven, dan is in haar huis geen gebrek. Lees vers 15 en 16. Het meel in de kruik werd niet verteerd en de olie in de fles ontbrak niet. De Heere maakt Zijn Woord waar. In het buigen onder Zijn eis, wordt de vervulling van Zijn belofte ervaren.
In de zegen ligt beproeving
Zo wordt het geloof bekroond. En dan maar goed lezen: Het meel verminderde niet en de olie ontbrak niet. Dat wil zeggen dat de Heere geen balen meel gaf en honderden kruiken met olie. Er bleef slechts een handjevol meel en een beetje olie. Niet meer en niet minder. Precies genoeg per keer. Geen voorraden dus. Zo moet die vrouw bij de dag leren leven. En Elia krijgt herhalingsonderwijs: bij de Krith had de Heere hem ook al geleerd bij de dag te leven. Waarom heeft Gods volk steeds weer herhalingsonderwijs nodig? Omdat zij zo hardleers zijn. Maar wat ir de Heere taai van geduld: Hij wordt het nooit moe herhalingsonderwijs te schenken. Dus in de zegen des Heeren lag tegelijk de beproeving. Zij moesten iedere dag weer uit het geloof leven. Het vlees had immers alle reden om de bange vraag te stellen: Vanmorgen is er wel net genoeg meel en olie, maar zal dat ook vanmiddag en vanavond weer zo zijn? Op die vraag is geen ander antwoord dan de belofte Gods. Zo houdt de Heere Zijn kinderen kort. Hij geeft ze net zoveel als ze nodig hebben, maar ook niets meer. Net als Israël in de woestijn, dan manna kreeg per dag. Waarom houdt God Zijn volk kort? Om hen afhankelijkheid te leren, om hen laag bij de grond te houden, om hen te oefenen in het geloof. Als Israël meer manna dan voor één dag verzamelde, kropen de wormen eruit. Zo is het ook in het geestelijke leven. Als Gods kinderen een voorraad willen aanleggen van hun geestelijke ervaringen, genadegaven en bevindingen, dan kunnen zij misschien wel heel smakelijk hun bekering vertellen, maar de wormen kruipen eruit. Hoe die wormen heten? Hoogmoed. Zelfbedoeling. Eigeneer. Gelukkig als we dan maar kort gehouden worden en niet meer overhouden dan lege handen.
Dagelijks begenadigd
Elia en die weduwe werden dagelijks begenadigd. Maar zij moesten daarom ook bij de dag leven. Gelukkig mens, die dagelijks leert toegaan met lege vaten naar de troon der genade langs de verse weg van Jezus' bloed. Dat is iets van de dagelijkse bekering. Daar worden we dagelijks begenadigd, met manna, hemels brood verzadigd. Daar is het een dagelijks drinken uit de heilsfontein. Ik weet: ons vlees wil graag grote voorraden. Ons vlees moet gekruisigd worden om bij de dag te leren leven. Maar er is geen beter leven. Wat hebben zij het goed gehad in Zarfath.
Geloof maar dat deze vrouw wel eens bij die fles en die kruik is neergezonken en gezegd heeft: Heere, wat bent u goed. Nu heb ik al zo vaak mijn hand naar deze fles en deze kruik uitgestrekt en ik heb nog nooit misgegrepen. Waar het geloof de hand uitstrekt, grijpt die hand nooit mis. Wat is God dan goed. Zijn er jongelui, die het wel eens niet opkunnen, dat God zo goed is voor een slecht mens? Midden in het oordeel hebben deze drie mensen in Zarfath geen gebrek gehad. Die God leeft nog. Ik mag ook in deze bijbelstudie Zijn dienst aan jonge mensen aanprijzen.
Zij hebben met z'n drieën daar in Zarfath mogen leven uit de hand van Christus. Midden in het Oude Testament. Ook al moest Hij nog in het vlees komen. Want Hij is al geslacht van voor de grondlegging der wereld. Ook voor de Kerk van het Oude Testament heeft Hij alles verdiend. Zo worden we hier ook weer heengewezen naar het brood des levens, dat uit de hemel is neergedaald. In Hem is alles te vinden voor tijd en eeuwigheid. Die Christus wordt ons nog gepredikt. Dat hemelse brood wordt nog uitgestald. En de prijs? Zonder geld en zonder prijs! Uit genade wordt Hij weggeschonken. Arme mens, die dit brood verwerpt. Hij zal eeuwig omkomen van honger. Maar wie eten mag van dit brood zal in eeuwigheid niet hongeren. Elia en die vrouw met haar kind mogen eten op kosten van het Brood des levens. Terwijl de oordelen woeden. Terwijl duizenden sterven van broodsgebrek. Wat is die God wonderlijk goed. Iedere morgen, iedere middag en iedere avond was er daar in Zarfath dezelfde nood, hetzelfde geloof en hetzelfde wonder. Zo mochten zij leven door het geloof uit de belofte Gods.
Een machtige beproeving
Maar nu zal blijken, dat Gods weg in het heiligdom is. Het Godsbestuur kan zo aangrijpend raadselachtig zijn. Want nu komt daar plotseling de dood. Lees vers 17. De zoon van die weduwe wordt ziek en sterft. Wat een raadsel voor die vrouw en voor Elia. Overal in Zarfath stierven kinderen van de honger. Maar hier was het heel anders: hier kreeg men voedsel uit de hemel; hier was het leven gegarandeerd in Gods belofte. Vergist de Heere Zich? Een machtige beproeving is het sterven van dat kind geweest. Elia zal God hebben aangeroepen, hij zal Hem gemaand hebben op Zijn eigen belofte. Maar God schijnt niet te horen. De weg van het geloof is van beproeving tot beproeving. Wat zien we dat duidelijk in het leven van Elia. Door het geloof mocht hij bij de Krith leven uit Gods hand, en toen droogde die beek uit. Door het geloof mocht hij in Zarfath weer leven uit Gods hand, en toen stierf die jongen. Dat zijn beproevingen, die de belofte van God omver schijnen te werpen. Wat zal die weduwe nu zeggen van Israëls God? Hoe zal nu de belofte, die het leven garandeerde midden in het oordeel, vervuld worden? De vragen stapelen zich op. Die weg gaat de Heere met Zijn kinderen. Een weg, waarbij het Woord ter aarde schijnt te liggen, waarbij God niet meer van ons schijnt te weten, waarin wonderlijk goede tijden gevolgd worden door duisternis. En nu kunnen we wel zeggen, dat zo de weg van God is, maar men moet er maar inzitten! Maar toch blijft het eeuwig waar, dat de Heere, ondanks alle diepe beproevingen, Zijn volk niet verlaat. En daarom: beter duizend beproevingen des Heeren dan één kus van satan.
Gespreksvragen
1. Het levende Woord moet in alles voorop gaan. Wat betekent dat konkreet in jouw leven?
2. Elia kreeg in Zarfath herhalingsonderwijs. Weet je meer voorbeelden uit Gods Woord van mensen, die van de Heere herhalingsonderwijs kregen?
3. Wat is een dagelijkse bekering?
4. Beter duizend beproevingen van de Heere dan één kus van de satan. Is dat een schriftuurlijke uitdrukking?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1984
Daniel | 32 Pagina's