Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De profeet Habakuk (10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De profeet Habakuk (10)

Een serie bijbelstudies over de profeet Habakuk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezen Habakuk 3 (met name vers l en 2)

Een gebed van Habakuk

Habakuk heeft heel de aarde opgeroepen om stil te zijn voor het aangezicht des Heeren. Daarop volgt het gebed van de profeet, het gebed van de man, die lang gewacht heeft op een antwoord. Hij heeft tot nu toe twee keer antwoord gekregen. Het eerste was, dat God de Chaldeën zal verwekken om gericht te oefenen over het volk van God vanwege de veelheid van de zonden. Het tweede was het „wee" van de hemel met betrekking tot de aanmatiging van de Chaldeën èn ten aanzien van het goddeloze leven van de mensen van Juda. En nu wacht Habakuk maar niet af om te zien wat er verder gaat gebeuren, nee hij bidt. Een gebed, op Sjigjónöth. Dit woord blijkt moeilijk te vertalen. Misschien valt te denken aan een krachtige zangwijze, die een sterke emotie weergeeft. God heeft immers van grote en vreselijke dingen gesproken, van aanstormende vijanden en van een komende ballingschap. En terwijl Habakuk het oordeel van God over land en volk aanvaardt, blijkt hij voor één ding te vrezen. „HEERE! als ik Uw rede gehoord heb, heb ik gevreesd".

De vrees van Habakuk

Betreft die vrees het oordeel zelf en misschien alle leed en smart, die daarmee ongetwijfeld gepaard zullen gaan? Nee, want daarvan moet hij belijden, dat dat alles verdiend is vanwege schuld en zonde. Maar hiervoor is hij bevreesd, dat God Zich geheel van Zijn volk zal terugtrekken. Dat, dat zal het allerergste zijn om Zijn God te moeten missen, want Hem kan hij niet missen. Zeg jij hem dat na: Heere, buiten U is 't leven mij de dood? ! Habakuk raakt hier aan de meest ingrijpende vorm van het alleen-zijn. Hij bedoelt: 't Is erg als mensen en dingen ons in de steek laten en ons ontvallen, maar dat alles zinkt in het niet bij de gedachte, dat God Zich terug trekt. Daar is een mens alleen, nameloos eenzaam en verlaten. Dat is tot volle openbaring gekomen in Jezus' leven op het kruis van Golgotha, waar God Zich geheel heeft teruggetrokken; dan klinkt de roep uit het oord van de dood en de nacht van volstrekte eenzaamheid: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Maar hier is dan tegelijk ook het Evangelie. Omdat God Zich op Golgotha terugtrok, daarom kan en wil Hij vandaag en morgen en alle dagen meegaan met mensen, die in zichzelf één en al zonde zijn en in zichzelf geen gerechtigheid vinden voor God en nochtans uitgaan tot Hem. Daarom is de aanspraak in het gebed van Habakuk zo treffend: HEERE! Gij, Die de trouw bewaart van geslacht tot geslacht. Uw werk, o HEERE! behoud dat in het leven in het midden der jaren: maak het bekend in het midden der jaren.

De worsteling van Habakuk

Het is opvallend, dat de profeet hier twee keer spreekt van „in het midden der jaren". Wat bedoelt hij daarmee? Ik noem twee mogelijkheden.

1. De profeet gebruikt deze woorden met het oog op z'n eigen levenstijd. Hij bidt of hij zelf Gods barmhartigheid nog zou mogen aanschouwen tijdens zijn leven. Hoe lang heeft hij immers al niet gewacht? Zal misschien weldra z'n einde daar zijn?

2. De profeet gebruikt deze woorden met het oog op de tijdsduur van de wereld. Hij weet van een begin der jaren en hij weet, zeker als profeet, ook van het einde der eeuwen. En nu worstelt hij om het behoud van Gods werk; dat oude werk dat God bezig is te volvoeren in de loop der tijden, dwars

door alle oordelen heen. Het is Gods verlossingswerk in het zaligen van zondaren in de Heere Jezus Christus. Uw werk, dat is dan ten diepste de belofte van de Messias. HEERE!, als niet in het midden der jaren, als niet in de volheid des tijds Uw Zoon wordt uitgezonden, hoe zullen dan zondaren, die besloten liggen onder het oordeel van Uw wet, de aanneming tot kinderen verkrijgen, naar Uw welbehagen?

Toespitsing naar vandaag (1)

Nemen al degenen, die het nieuwe leven uit God mogen kennen in Jezus Christus dat gebed van Habakuk niet over? Het werk van Uw genade, houd dat in 't leven, o God. Laat mijn werk ondergaan en verteren, want daaraan kleeft altijd de zonde en het tekort, maar HEERE!, Uw werk

Kennen wij die worstelingen bij God om God? Dan doet de Heilige Geest ons almeer verstaan, dat het met al 't onze niets gedaan is. Hoe pijnlijk is die afbrekende weg voor ons vlees, want we kunnen nog zulke hoge verwachtingen koesteren van onszelf, maar hoe heilzaam is die weg voor de geest. Denk eens aan Petrus. Hij achtte zijn (eigen) werk zo sterk, dat hij meende te kunnen zeggen, dat hij niet aan Jezus geërgerd zou worden. Hij was toch Petrus! Maar wat heeft hij 't geweten, 't Ging langs een smartelijk-diepe weg, en toch, hoe is Petrus' geloof gelouterd. Want wat blijft er over op het strand van de zee van Tiberias? Heere! Gij weet alle dingen. U weet van mijn werk, mijn vloeken, mijn verloochening; maar U weet ook van Uw werk: Gij weet, dat ik U liefheb.

Toespitsing naar vandaag (2)

Genade maakt mededeelzaam. Het geloof zegt niet: ls ik het maar heb, dan bekommer ik me niet om de ander; integendeel, Uw werk, HEERE, maak het bekend in het midden der jaren. Geef het, o God, op de zendingsvelden, op de evangelisatie-posten, in de kerk, in de gemeente, in het gezin. Laat het niet verdwijnen in het oordeel van verharding en verstarring. HEERE, het is toch Uw werk? ! Ook vandaag zijn er „Chaldeën", ook nu zijn er de goddelozen, maar ook heden werkt de Heilige Geest, krachtdadig, onwederstandelijk. Zoeken we het dan niet op om te zeggen: eere, hier staat het? „En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren en uw jongelingen zullen gezichten zien" (Hand. 2 : 17). Meisjes en jongens, 't is pas weer Pinksteren geweest en wij belijden met art. 27 N.G.B., dat Christus is een eeuwig Koning, dewelke zonder onderdanen niet zijn kan. Heeft iemand het van zichzelf verdiend? Niemand, maar het wordt ook gevraagd uit genade; „in de toorn gedenk des ontfermens".

Het aanhouden van Habakuk

Hoe kan Habakuk dit vragen? Wel, hij kent het geheim van de verzoening. Hij weet hoe God over de zonde kan toornen en Zich tegelijk over de zondaar kan ontfermen. Ja, in Christus gedenkt God in de toorn des ontfermens. Ook hier het kruisevangelie. De Borg des Verbonds moet zeggen: Ik heb geen rust, ook vind Ik geen ontfermen, opdat een wees bij God ontferming zal vinden. Zo is die ontferming maar niet iets goedkoops; zij schijnt in het midden van de toorn.

Iemand schreef (en daar besluiten we deze keer mee): „Ontferming is alleen een wonder voor de mens, die Gods toorn over zijn zonden heeft gevoeld en doorvoeld. Het licht is het lieflijkst als het uit de duisternis schijnt. Zo is ook ontferming het rijkst als zij uit de toorn oprijst".

Vragen

1. Als je , , het midden der jaren" laat slaan op Habakuks eigen levenstijd, zie je dan overeenkomst met Simeon? Zie Lukas 2 : 25 e. v.

2. Bij de profeet staat heel duidelijk Gods werk voorop. Wat heeft ons dat te zeggen?

3. De wereld van vandaag is vol van Gods oordelen. Wat zou ook nu het zwaarste oordeel zijn?

4. Van heel wat bijbelheiligen lezen we, dat ze ook , , voorbidder" zijn geweest. Kun je er een aantal noemen? Hoe ligt het verband tussen deze mensen en de grote Voorbidder, de Heere Jezus Christus?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Daniel | 31 Pagina's

De profeet Habakuk (10)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 juni 1986

Daniel | 31 Pagina's