Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Elke boer utc serieus nadenkt over zijn omgaan met de schepping ervaart een stuk spanning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Elke boer utc serieus nadenkt over zijn omgaan met de schepping ervaart een stuk spanning

Vraaaggesprek met veehouder K. Polinder

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

'k Val met de neus in de boter. In de huiskamer van K. Polinder zitten twee sch handelaars. De (vak)termen vliegen me om de oren. Een mooie opwarmer vooreen ges met een veehouder over bio-industrie. Bij die tenn zit Polinder gelijk op het puntje van stoel. Hij heeft het liever over intensieve veehouderij. Hoe kijkt een veehouder daar tegen aan? Is het werkelijk zo slecht gesteld met de dieren? Is intensieve veehouderij in met de scheppingsopdracht? Veehouder Polinder uit Nunspeet staat met beide benen mi in de intensieve veehouderij. Vanaf 1972 houdt hij alleen nog maar fokzeugen. O moment telt z'n bedrijf 130 fokzeugen met geregeld zo'n vijfhonderd biggen en vijfh opfokzeugen. Verder bezit hij drie hectare grond waarop hij veertig fokschapen ho

door Wim Polinder

Waarom is de term bio-industrie niet goed?

Bio-industrie is een verkeerd woord. Dat magje eigenlijk niet gebruiken. Ik heb het liever over intensieve veehouderij. Intensieve veehouderij is geen industrie. Je werkt toch met levend materiaal? Je bent in feite bezig met een stukje veredeling. Je maakt van laagwaardige produkten, zoals afvalprodukten van bijvoorbeeld sojaolie, veevoer. Dat veevoer veredel je uiteindelijk tot vlees.

U ziet dat proces van veevoeder tot vle als een doorlopend proces?

Ja, want veevoer is zeker geen dood produkt. Het is plantaardig materiaal. Je kunt daar wat aan toevoegen, maar het is toch een stukje voeding. Wat in het veevoer zit, zijn voor het grootste gedeelte afvalprodukten van menselijk voedsel. Die afvalprodukten worden verwerkt in veevoer en dat is weer een goed produkt voor je beesten.

De term bio-industrie doet mij denken aan industrie. Industrie heeft te maken met het bezig zijn met dood materiaal, datje klaar maakt voor gebruik in de konsumptiemaatschappij. Natuurlijk is vlees ook voor de konsumptie, maar toch op een andere manier, denk ik. Bovendien heeft elk dier een stuk individuele aandacht nodig. Industrie doet denken aan massaproduktie waar die aandacht niet gegeven kan worden.

Op welke manier bent u bij de intensieve veehouderij betrokken?

We hebben 130 zeugen. Ze worden allemaal binnen gehouden in stallen. Het merendeel leeft op halfrooster vloeren. De es zeugen gaan voor de eerste keer onder de beer als ze zo'n acht maanden zijn. Vier maanden later hebje biggen. Die biggen zogen een week of zes. Daarna gaat de zeug weer onder de beer, zodat je dus twee worpen per zeug per jaar hebt. Zo werpen onze 130 zeugen pakweg 2600 tot 2800 biggen per jaar.

Wat gebeurt er met die biggen?

Ons doel is zeugjes produceren voor de biggenfokkers. De biggen die hier geboren worden, zijn, zoals normaal, voor de helft zeugjes en voor de helft beertjes. De

beertjes worden afgeleverd als big van ongeveer tien weken voor de mesterij. De zeugjes blijven. Die fokken we op totdat ze voor de eerste keer dekrijp zijn. Dat is ongeveer bij zeven maanden. Dan verkopen we ze aan anderen.

Wal is het doel van uw bedrijf? Is dat zoveel en goedkoop mogelijk vlees produceren?

Je bent bezig, zoals ik net al zei, met een stukje veredeling van voedsel. Vanuit de invalshoek van de fokkerij ben je bezig met het fokken van een beter varken. Een beter varken dat voldoet aan de eigenschappen die men vraagt. Vroeger was het einddoel vlees. Het mooie dier met een brede ham eraan en veel karbonaden erin. De laatste jaren is dat wat terug gedraaid. Op het ogenblik is er meer aandacht voor de manier waarop de beesten gehouden worden. De beesten moeten vanuit de invalshoek van de fokkerij voldoen aan bepaalde eisen die de houderij vereist.

Welke eisen zijn dat?

Ze moeten bijvoorbeeld goed tegen dat rooster kunnen. Ze moeten een goede konstitutie hebben, zodat ze geen stress krijgen van de manier waarop ze gehouden worden. Stress brengt vaak nare gevolgen met zich mee, zoals het bijten in eikaars n staart. Die excessen kent iedereen wel. Maar let wel, dat zijn excessen. Een andere eis is, dat het varken een ekonomisch dier moet wezen. Het voedsel moet op een zo voordelig mogelijke manier omgezet worden in vlees. Dus met een laag aantal kilo's voer zoveel mogelijk vlees produceren. Dat is in feite de oude doelstelling: hoogwaardig vlees, weinig of geen vet, enzovoorts. Wij leveren zeugjes voor de fokkers. Voor ons komt daar dan de eis bij dat er een goede vruchtbaarheid achter de beesten moet zitten. Die zeugjes moeten in staat zijn om veel biggen op jaarbasis te geven.

Iemand omschrijft het welzijn van een dier als , , het in harmonie leven met zijn omgeving"? Ziet u dat terug in uw eigen bedrijf? Kan een varken wel in harmonie leven met z'n omgeving die zo produktiegericht is?

Daar zit toch een stuk spanning. Ik denk dat elke boer die serieus nadenkt over zijn manier van omgaan met de schepping een stuk spanning ervaart. Maar ik denk ook dat we er toch een stukje nuchterheid in moeten betrachten. Het varken dat wij in het hok hebben, is niet meer het wilde varken dat in het bos rond huppelt. Dit beest is gefokt op houderij-kenmerken en op kenmerken waarvoor hij gebruikt wordt, een zo doelmatig mogelijke produktie. Dit beest is niet geschikt om in het wild te leven. Als ik mijn varkens zou loslaten, zouden ze met een maand praktisch allemaal dood zijn. Deze beesten zijn aangewezen om door mensen verzorgd te worden.

Maar u gaat dan toch mee in een ontwikkeling die u ook zelf in gang hebt gezet?

Ja, maar ik denk dat we de beesten ten behoeve van de mens mogen gebruiken. Denk maar aan de scheppingsorde. De mens is geschapen als naar het beeld van God. Het beest en alle andere dingen naar zijn aard. Ik denk dat zo lang we de aard van het beest geen geweld aan doen, je het beest gebruiken mag. Datje de hele schepping gebruiken mag ten behoeve van de mensheid.

Maar heeft een varken het naar z'n zin in zo'n hok? Kun je zeggen dat hij echt in harmonie met z'n omgeving leeft?

We weten dat een varken een wat bewegelijk dier is. Als je dan een kaal hok hebt zonder uitsteeksels en er verder niks in ligt, dan is het enige dat beweegt en waar ze vat op hebben, elkaar. Dan gaan ze elkaar dus uit verveling bevreten. Dat komt voor. Maar dat is niet alleen het gevolg van zo'n hok. Vaak schort er dan wel meer aan. De beesten zijn bijvoorbeeld niet gezond, of het zijn kale hokken zonder een handje stro. Een handje stro doet een hele hoop. De manier waarop je ze houdt is dan ook erg belangrijk.

U zegt dat de dieren er zijn voor de mens. We mogen gebruik maken van dieren. U vindt de manier waarop ze gehouden worden erg belangrijk. Maar is nu die manier van houden zoals in kleine hokken in overeenstemming met het antwoord omgaan met Gods schepping?

Jazeker. Van de mens staat dat hij geschapen is naar lichaam en ziel. Een beest heeft geen verstand, dat weten we. Een beest dat nooit losgelopen heeft weet ook niet wat het is om los te lopen. Met genetische manipulatie kan er ontzettend veel, maar dat is een heel ander onderwerp. Daardoor zou je de aard van het beest kunnen veranderen. Ik denk datje vanuit de visie op de scheppingsorde daar heel grote bedenkingen tegen moet hebben. Als je bijvoorbeeld een muis zo groot als een olifant gaat maken en zulk soort dingen. Dat ligt op een ander vlak dan de manier van het houden van een beest. Dat houden van beesten geeft toch een stuk spanning.

Ervaart u die spanning zelf ook?

Ja, dat ervaar ik voor mezelf ook wel. Als ik een varken heb dat zich niet zo goed voelt, dan zou je inderdaad zo'n beest willen helpen. Ik denk dat dan de opdracht is om zo'n dier zo weinig mogelijk te laten lijden, en dat kan door hem af te voeren. Maar het is en blijft een beest. Het klimaat waarin beesten gehouden worden, de gezondheid van de dieren zijn zaken die een boer in z'n vingers moet hebben. Dat vraagt erg veel. Maar het is van essentieel belang voor het welbevinden van de beesten.

Intensieve veehouderij heeft eigenlijk een dwingend karakter. Of je moet meedoen of je zult afvallen in de race om nog goedkoper en nog beter vlees.

Dat is inderdaad zo. Eigenlijk is dat in de hele maatschappij zo. Iedereen is gebonden

aan de ekonomische wetten. Een goede boer moet ook anders dan vroeger. Koeien kunnen ook niet meer met hoorns lopen, omdat het allemaal zulke grote aantallen zijn geworden. Ook boeren maken gebruik van kunstmest. Ook zij maken gebruik van bestrijdingsmiddelen. Het is als het ware een moeten om tegen een lage kostprijs te kunnen blijven werken. Het is gewoon een stuk volgen van een ekonomische ontwikkeling, die ook in de industrie is doorgegaan.

Daarnaast is er de konkurrentie uit buitenland. We produceren in de EG. Als Nederland iets laat liggen, pakt Duitsland of Frankrijk het op. Er is gewoon een bepaalde behoefte aan een kontingent vlees. Voldoet Nederland daar niet aan dan doet een ander het wel.

Eigenlijk een trieste ontwikkeling. Eerst denken we het in de hand te hebben, maar later worden we als het ware slaven van een al maar verder gaande ontwikkeling. U kunt bijvoorbeeld niet zomaar stoppen?

Nee, inderdaad. Er zit een stukje dwang in. Een ontwikkeling die moeilijk te stoppen is. Of je valt af. Maar meedoen is voor mij niet zozeer degene die produceert maar degene die konsumeert. Als de maatschappij waarin wij leven moeite heeft met de vorm van het ekonomisch houden van het dier, moet men geen vlees eten. Zo eenvoudig ligt dat. Als er geen vraag is, wordt er ook niet geproduceerd.

Er zijn ex-konsumenten die weigeren nog langer vlees te eten. De manier waarop dat vlees geproduceerd wordt vinden ze weerzinwekkend. Heeft u daar begrip voor?

Als mensen dat inderdaad zo vinden, heb ik daar best begrip voor. Want dat is eigenlijk de enige goede manier om erover te praten. Alleen vraag ik mij wel af of de mensen op de hoogte zijn van hoe de beesten gehouden worden. Gaan ze af op excessen die via de media verspreid worden, of zijn ze echt op de hoogte van de manier waarop ze gehouden worden.

Ik las ergens dat kalveren moeten leven in hokken van 60 bij 60 centimeter. Is dat momenteel nog het geval?

Nee, vanuit de regering zijn er de laatste jaren diverse voorschriften gekomen. In die nieuwe wetgeving met betrekking tot welzijn voor de dieren wordt bijvoorbeeld geregeld hoe groot de ruimte moet zijn voor een varken, een kip of een kalf.

Vanuit de maatschappij is dus meer aandacht voor het welzijn van het dier. Er wordt meer voorgeschreven dan vroeger. Tegenwoordig is het hok van een kalf 1.70 meter bij 70 centimeter, waarbij de wens geuit wordt dat het een groepshuisvesting wordt, dus zes kalveren in een hok. Die tendens is er dus wel. Vroeger werden kalveren gehouden in een hoek van de schuur met een halve meter mest eronder. Die hele zaak rotte natuurlijk, maar dat gaf niet, het kalf groeide goed. Tegenwoordig is de manier van houderij opgebouwd uit een optimum aan reinheid en hygiƫne. Elke zes weken worden de hokken schoongespoten en ontsmet. Er is dus minder kans op ziektekiemen.

Intensieve veehouderij brengt ook allerlei (schadelijke) gevolgen met zich mee. Hoe zit het op dit ogenblik met bijvoorbeeld het mestoverschot?

Het hele milieuprobleem rond de veehouderij is in feite een mineralenprobleem.

Wij halen veevoergrondstoffen uit het buitenland, onder andere uit de Derde Wereld, naar Nederland toe. Die worden hier in het voer verwerkt. Die mineralen worden weer uitgescheiden en komen hier in de mest op het land. Zodoende wordt die kringloop verstoord. In de Derde Wereld een verarming aan bodemmineralen en hier een verrijking, die zelfs schadelijke gevolgen heeft. In het kader van de hele milieuwetgeving worden de zaken nu wettelijk geregeld en mag er maar een bepaald aantal kilo's fosfaat per hectare aanwezig zijn. Dat is wettelijk voorgeschreven dit jaar. Dus echt de zaak verzieken kan niet meer in Nederland. Dan nog is er een overschot. Van alle kanten wordt daar verschrikkelijk hard aan gewerkt. De gier wordt verdampt en ingedikt. Zo gaan de mineralen in kompakte vorm weer terug naar de landen waar ze vandaan komen.

Volgens u mag intensieve veehouderij als het de aard van het beest maar niet

aantast. Maar wat moeten we onder de aard van het beest verslaan?

Een koe is bijvoorbeeld een herkauwer. Een rein dier. Zij produceerde eerst melk voor het kalf. Later vooral voor de mensen. Ook een varken heeft een stukje eigenheid. Zij is geen herkauwer, maar een alleseter. Het is moeilijk om te omschrijven wat nu de aard is van dat diersoort. In de Bijbel is het een onrein dier. Die onderwaardering geldt voor ons niet. Het varken is altijd een goede vleesproducent geweest. Varkensvlees is het goedkoopste vlees. Maar of dat met de aard van het beest heeft te maken, weet ik niet.

Als ik het goed begrijp zou bijvoorbeeld het geven van vloeibaar voedsel aan een koe, de aard van dat beest aantasten?

Als zij dat verwerken kan niet. Maar daar is een koe niet naar gebouwd. Zij heeft een meervoudig magenstelsel. Een koe is sowieso gebouwd op een stuk struktuur in de voeding wat het magenstelsel optimaal doet funktioneren. Een koe heeft vast voedsel nodig om goed te kunnen funktioneren. Anders krijg je problemen. De aard van een beest is dus afhankelijk van het soort.

Samenvattend: intensieve veehouderij staat of valt met je visie op het dier ten opzichte van de scheppingsorde?

Ja, eigenlijk wel. In de scheppingsgeschiedenis zien we hoe Adam met de schepping omging. De schepping werd aan hem toevertrouwd. Dat is ook vandaag nog de richtlijn voor onze omgang met de schepping. Dan zal die schepping altijd moeten beantwoorden aan het doel waartoe die geschapen is. We leven in de gebrokenheid van de schepping. Iedereen zal dat in de schepping ervaren. Ik denk inderdaad datje als mens die schepping gebruiken mag. Er zijn mensen die zeggen datje wel planten mag gebruiken voor voedsel maar geen vlees, dus geen dieren. Dat vind ik meten met twee maten. Want ook de planten zijn toch een onderdeel van de schepping?

U zegt dat de schepping moet beantwoorden aan zijn doel, namelijk tot eer van God. Misschien een wat vreemde vraag, maar hoe ziet u het bezig zijn tot eer van God in het opfokken van varkens?

Ja, dat is moeilijk. Ik denk toch dat zoiets te zien moet zijn in de manier waarop je met je bedrijf omgaat. In de wijze waarop je je werk doet. Dat je gewetensvol met je zaken bezig bent, in de gebrokenheid die er is. Maar is dat niet met iedereen zo die in deze wereld staat? Iedereen zal die gebrokenheid ervaren, in het arbeidsproces, in het opvoeden van kinderen enzovoort.

Die spanning is dus niet iets wat speciaal alleen voor een boer geldt. Maar dat tot eer van God bezig zijn, zie ik meer zitten in het goede voor hebben met je dieren. Er voor zorgen dat het dier zich goed voelt en zich wel bevindt. Dat zal soms best moeilijk zijn. Maar ook dat is een stukje bezig zijn met de opdracht die God ons gegeven heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1987

Daniel | 32 Pagina's

Elke boer utc serieus nadenkt over zijn omgaan met de schepping ervaart een stuk spanning

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1987

Daniel | 32 Pagina's