Het zuchten van de schepping

door ds. D. Rietdijk

Zuchten doe je onder meer wanneer iets je bezwaart. Wat zuchtje, vraagt moeder, heb je wat?

Er wordt wat afgezucht, zegt men, en daarmee wordt bedoeld dat er heel wat wordt afgetobt.

De Bijbel zegt dat niet alleen mensen zuchten, maar alle schepselen. , , Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe", schrijft Paulus in Rom. 8 : 22. En onder het ganse schepsel versta ik niet alleen de dieren, maar ook de planten en de levenloze schepping, zoals de aarde. De dieren moeten veel lijden. De planten en de aarde worden ook getroffen door rampen. Planteziekten zijn niet vreemd. Alle schepselen hebben te maken met het onvolkomene, met ziekten, met plagen. Paulus schrijft in Rom. 8 : 13-23 over het schepsel dat verwacht de openbaring van de kinderen Gods. dat hoopt op de vrijmaking van de verderfenis tot de vrijheid der heerlijkheid der kinderen Gods en dat zucht en in barensnood is.

Als gevolg van de val

De ganse schepping reikhalst als het ware naar de gehele vernieuwing op de dag dat de Heere Jezus weerkomt. Tot die dag moet de hele schepping een last dragen. Het is de last van de vloek, die God over de aarde uitsprak na onze val. In Genesis 3:17 lezen we: o zij het aardrijk vervloekt om uwentwil. Het gewicht van die vloek trof plant, dier en aarde. Hoe groot de gevolgen van die vloek zijn geweest weten wij niet eens in volle omvang aan te duiden. Wij weten niet eens hoe heerlijk alles is geweest toen God het schiep. Wij zijn gewend aan de dingen zoals ze nu zijn. Wij zijn gewend aan het onvolkomene, aan het verbrokene. het mismaakte, aan de schepping zoals deze zich nu aan ons voordoet. Wij moeten niet gering denken over de vloek die God uitspreekt; . De Heere Jezus heeft eenmaal in Zijn leven hier op aarde een vijgeboom gevloekt, toen deze boom wel gebladerte, maar geen vruchten droeg. Als de Heere tot deze boom zei: it u worden geen vrucht meer in der eeuwigheid, verdorde hij terstond. Door de val is alles aangetast.

Om de zonden van een volk

De schepping moet soms ook veel lijden, als om de zonden van een volk het land getroffen wordt door een oordeel. In de Bijbel lezen we bijvoorbeeld van hongersnoden, en wat daarmee onmiddellijk in verband staat, de grote droogten. Jeremia schrijft in hoofdstuk 14 over de grote droogte in treffende beelden. De hemel houdt de regen in. De aarde scheurt onder de hitte van de zon. De hinden werpen jongen, maar deze dieren, die anders hun jongen verzorgen en koesteren, verlaten ze nu omdat er geen jong gras is. De woudezels staan op de hoogten en scheppen de wind gelijk de draken, de bek wijd open dus, omdat er geen kruid is. Zij pogen wat verkoeling te vinden en wat verkwikking in hun geweldige honger. Zij moeten lijden. Denk ook aan het lijden van de mens zelf. De mens lijdt aan ziekten maar ook door angsten voor toekomende gevaren. Verdriet en rouw bezorgen leed in het leven. Zowel in het leven van volwassenen als van kinderen.

De zonden brengen moeiten, ziekten en de dood.

(vervolg na bijlage)

Uitputting van de schepping door de mens

Er is ook de zondige mens die niet meer zijn opdracht verstaat om de aarde te bebouwen en te bewaren, maar veel meer de schepping uitput en mishandelt. De voorbeelden zijn er te over. Zo maar enkele woorden zijn genoeg om aan te duiden wat er gaande is. De zeehondenjacht. Vervuiling van de zee en het milieu. Verontreiniging van de lucht, zo zelfs dat de bebossing wordt aangetast en geruïneerd. De mens die als schepsel de verordeningen van Zijn Schepper overtreedt, waardoor hij zichzelf aan ziekten onderwerpt, waartegen geen kruid gewassen schijnt. De mens zelf veroorzaakt het lijden en de zorg en de moeite.

Zuchten is ook verlangen

Het geloof hoort in alle rampen en leed het zuchten van de schepping. Het kreunen van de oude schepping onder de last van de gevolgen van de zonde en de zondige mens wordt door het geloof gehoord.

Toch is het zuchten niet alleen kreunen, het dragen van een last, het pijn lijden. Onder zuchten moeten wij zeker ook verstaan het uiten van een verlangen. En dan gaat het hier om het verlangen naar een andere en betere toekomst.

Zo zuchten de kinderen van God, zegt Paulus in Rom. 8 : 23. Zij verlangen naar de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing van het lichaam. Zij zuchten dus naar de volmaaktheid die komt. Zij hebben een groot verlangen naar de volkomen vervulling van de beloften van God in Christus Jezus. Zij willen volmaakt God groot maken. Dat was ook de inzet van de apostel Paulus in Rom. 8:18. Daar begon hij met te zeggen dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet is te waarderen tegen de heerlijkheid die aan ons zal geopenbaard worden. Naar die heerlijkheid zucht het ganse schepsel. De schepping verlangt naar de openbaring van de kinderen van God. Dan immers, als het volmaakte zal gekomen zijn. dan zal het lijden voorbij zijn. Dan zal er een nieuwe aarde zijn waarop gerechtigheid woont. Dan zal de dood er niet meer zijn. en geen rouw of verdriet. Er zal geen verderf zijn, geen weedoende doorn en geen stekende distel zegt Jesaja. Het zal alles doorademd worden van de vrede. Hoe dat allemaal zal zijn. kunnen we niet vertellen omdat de Bijbel alleen even een tip van de sluier oplicht, maar dat geeft ons geen inzicht en een nauwkeurige weergave hoe alles zal zijn. Het zal echter elke gedachte of voorstelling te boven gaan.

Toenemen van het zuchten

Het ganse schepsel zucht in verlangen. Dat hoort het geloof ook. De schepping zucht, er is pijn en leed, maar daarin klinkt door het verlangen, de verwachting, de hoop op de heerlijke toekomst die aanstaande is. Ik dacht dat we niet mistasten wanneer we zeggen dat het zuchten van het ganse schepsel zal toenemen, naarmate dat de dag van Christus nadert. Als de Heere Jezus Zelf de aardbevingen een plaats geeft onder de tekenen die aan Zijn wederkomst vooraf gaan. dan ontmoeten we daarin een van de vormen, waarin het zuchten van de schepping openbaar komt. Het is dus zeker niet onjuist om het zuchten van de schepping te horen toenemen naarmate de dag nadert dat de Heere komt met de wolken.

Wij merken dat ook! Milieuvervuiling, aantasting van de ozonlaag, zure regen, afval van kernsplitsing, uitsterven van diersoorten tengevolge van overbejaging. Ik geloof dat we daarin een toename van het zuchten van de schepping moeten horen, maar ook een prediking van de naderende komst van de Bruidegom. Als deze dingen geschieden, zo heft uw hoofden op, wetende dat uw verlossing aanstaande is.

Christelijke zorgvuldigheid

Dat betekent niet dat wij lijdelijk moeten toezien of zelfs meewerken aan de vervuiling van Gods schepping. De christenplicht is te bebouwen en te bewaren, en vooral dat laatste zou ik willen onderstrepen. Zorgvuldig met de geschonken goederen en het gegeven leven omgaan. Het zijn de gaven van God, die Hij ons in Zijn algemene genade gelaten heeft. De Heere geeft het tot gebruik en niet tot misbruik.

Christus nam de vloek weg

Het ganse schepsel zucht, en is in barensnood tot nu toe. In barensnood wil zeggen dat de pijn en de nood er wel is, maar toch in de blijde hoop en verwachting van de volkomenheid, als de vloek weg zal zijn. Christus heeft de vloek, ook van de schepping weggedragen. De nieuwe aarde is er door het werk van Christus; de nieuwe aarde is de schepping die ontheven is van de vloek en dient tot woonplaats van de kinderen Gods. Daar zullen zij. Gods knechten met hun zaad, zij die Zijn Naam beminnen erfelijk wonen. Daar wordt geen zucht meer gehoord. Want de last is weg en het verlangen is vervuld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen