Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wie niet horen wil, moet maar voelen! (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wie niet horen wil, moet maar voelen! (1)

Bijbelstudie over Hosea 8:1-14

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lees de venen 1-3 een paar keer extra door!

Het bekende spreekwoord, dat ik bier als titel boven dit hoofdstuk heb gezet, kwam me voor de geest bij het lezen en herlezen van dit gedeelte van Hosea's profetie: Wie niet horen wil. moet maar voelen. We zullen trouwens in de loop van deze perikoop nog meer spreekwoorden tegenkomen. Lees nog eens even mee in hoofdstuk 8 en let eens op de tegenstellingen, die vallen onder enerzijds „niet willen horen" en anderzijds ..moeten voelen". Je kunt het vers voor vers volgen. Let maar op: eerst het „niet horen" en daarna het .moeten voelen”.

We beginnen in vers 1 en 7.0 lezen we verder. Israël heeft Gods verbond overtreden en is afvallig geworden van de wet - daarom komt de vijand zo snel als een arend om hen te overmeesteren. Israël heeft het goede verstoten - de vijand zal hen vervolgen. Israël heeft voor zichzelf goden gemaakt - ze zullen uitgeroeid worden. Zij dienen de kalveren afgodsbeelden - God zal het beeld in stukken slaan. Zij zaaien wind zullen het verslinden. Israël gaat naar Assyrië om hulp - het zal hen duur komen te staan in belasting en overmeestering. Efraïm vermenigvuldigt de altaren - hun zonde wordt cr juist door vermeerderd. Zij brengen offervlees om r zichzelf aan tc goed te doen - en de Heere zal hun ngerechtigheid bezoeken. En dan tenslotte eindigt dit alles in de hoofdaanklacht aan het eind: Israël heeft zijn Maker ergeten - daarom zal God een vuur zenden en alles verteren. ie je hoe alle tegenstellingen in dit hoofdstuk spreken over dc twee polen in de titel boven deze bijbelstudie: Wie niet horen wil - moet maar voelen!

Waar het om gaat in dit hoofdstuk

Evenals in het vorige hoofdstuk is het niet eenvoudig om de bedoeling ervan te ontdekken. Het thema is duidelijk: sraël zondigt en valt van dc Heere af. daarom wordt het gestraft. Maar er is meer. Er zijn weer veel beelden en onderwerpen, die aan de orde komen. Die laten we één voor één straks de revue passeren. Maar voor de duidelijkheid eerst even de grote lijnen, ook nog in samenhang met het vorige hoofdstuk, waar deze perikoop toch een eenheid mee vormt. Israël dient nog steeds de kanaanitische vruchtbaarheidsgoden en daarmee overtreden ze het verbond van God. In het volgen van hun eigen lusten - ook de beeldendienst - hebben zij Gods wet met voeten getreden. In niets ontziende wreedheid hebben ze (wat de binnenlandse politiek betreft) hun koningen op laaghartige wijze uit dc weg geruimd (7.3-7). cn eigenmachiijz. buiten de goedkeuring van de Heere om nieuwe koningen aangesteld. In hun buitenlandse politiek hebben zij de Heere gewantrouwd en geheuld met de wereldmachten van die tijd (7:8-12 en 8:9). met alle gevaren, die dat meebracht voor de verbreking van het verbond met de Heere. En op godsdienstig gebied blijkt dat ze de eredienst ook totaal verbasterd hebben: owel door middel van de kalverendienst tc Bethel, als de vele altaren voor de Baals. Ze schijnen voor die vreemde goden nog meer eerbied te hebben dan voor de Heere. Israël heeft het goede verstoten (vs. 3) namelijk Gods verbond en wet waarin hun heil alleen te vinden was, en zijn Ma—er vergeten (vs. 14); die God, die hen uit Egypte verlost had en aan Wie Israël zijn bestaan te danken had. Zo is het tot de ondergang gedoemd. Wie niet horen wil. moet maar voelen. Dezelfde machten, waarbij Israël zijn heil zocht, worden een instrument in Gods hand om het oordeel te voltrekken. Alle hoop op terugkeer lijkt nu opgegeven. Er klinkt ook geen oproep tot bekering meer. En toch.... ontdekken we nog de worsteling van God om het behoud van Zijn volk in de klacht, die Hij uit in vers 5: .Hoe lang zullen zij de reinigheid niet verdragen? " Laten we de verschillende onderdelen nu wat nader bezien.

De vijand komt als een snelle arend (vs. 1-3)

De bazuin aan uw mond! De legerkommandant moest in kritieke situaties, dus als er

gevaar dreigde, op de ramshoorn blazen. Hier is het nog figuurlijk bedoeld. Hosea moet groot alarm geven. Want de vijand is in aantocht. Ieder ogenblik kan het geweld losbarsten. De ondergang van het tienstammenrijk is onafwendbaar. Zoals een snelle arend plotseling vanuit de lucht neerstort om zich op zijn prooi te laten vallen, zo zal het wereldrijk van Assyrië Israël binnenvallen. Israël, „het huis des Heeren". Ja. God heeft ze in het aanzijn geroepen. Hoe pijnlijk is het dat God in dit verband over de arend spreekt. Deze is immers tegelijkertijd het beeld van de macht en majesteit waarmee de Heere Zijn volk bij de uittocht uit Egypte en de doortocht door de Jordaan als op vleugels gedragen heeft (vgl. Ex. 19:4 en Deut. 32:11). Deze arend, die eenmaal het toonbeeld van Israëls redding was geworden (vleugels), beeldt nu de dreigende ondergang uit (snelheid en vraatzucht). Nog een zegen trouwens, dat de Heere deze duidelijke waarschuwing aan het oordeel vooraf laat gaan. Geloofden ze dat nu maar. Als 7.e nu bij het horen van dc ramshoorn maar niet zeggen ..loos alarm" en bij het zien van de arend, die hoog tegen de hemel aan komt vliegen: .Hij is nog ver weg". Vooral ook omdat de Heere zo duidelijk laat horen waarom het oordeel over hen komt: Zij hebben Mijn verbond overtreden en zijn tegen Mijn wet afvallig geworden". Mijn verbond, dat is de beschermende gemeenschap waartoe de Heere Zich uit vrije soevereiniteit heeft willen verbinden met Israël, het geestelijke huwelijk met de daarbij behorende liefdesgemeenschap tussen God en Zijn volk. En dat was van Hem alleen uitgegaan. Dat was eenzijdige liefde. En Mijn wet. dat is de verbondswet (met name de tien geboden) waarin de Heere de regels gaf om Hem vrijwillig te dienen. Maar Israël hield zich niet aan die licfdesrcgels. met name niet aan dc eerste twee geboden. „Maar Mijn volk wou niet naar Mijn stemme horen; Israël verliet Mij en Mijn geboön: t heeft zich and're goón. naar zijn lust verkoren." En daarmee hebben zij van hun kant het verbond, waarmee de Heere hun heil op het oog had. verbroken en gaan ze het onheil tegemoet. En het ergste van alles is. dat ze dat niet beseffen. Israël leeft nog steeds in de overtuiging dat de verbondsbetrekking met God niet verbroken is. Ze zijn veel te diep overtuigd van hun ijver op godsdienstig gebied. Dat blijkt wel uit vers 2 als ze roepen: Mijn God, wij, Israël, kennen U." Hoe misleidend! Ze wanen zich nog steeds hel uitverkoren volk te zijn. Ze beroemen zich er op. maar ze gedragen zich er niet naar. Ze leven niet echt in verbondenheid mei Hem. want dan zou dat blijken in de onderhouding van Zijn geboden. Het is dus lippentaal!

Hun „kennen van God" blijkt nog even oppervlakkig te zijn als in het boetelied uit hoofdstuk 6. Ze rusten ten diepste op hun eigenwillige godsdienst. Maar ze „hebben het goede verstoten " zegt vers 3. Het goede, dat is ten diepste het leven in Gods verbond en naar Zijn wet (Zijn verbond en woorden als je schatten gadeslaan). Het goede, dat is recht doen en trouw zijn en ootmoedig wandelen met God. Het goede is ook Gods verkiezende liefde, waardoor Hij hen tot Zijn volk had aangenomen. In een woord: het goede, dat is de Heere Zelf! En die trouwe Verbondsgod hebben ze verstolen. verworpen. En daarmee hebben ze nu zelf het oordeel over zich gehaald: de assyrische vijand zal hen als een instrument in Gods hand straffen en vervolgen.

De boodschap voor ons

Zijn wij beter? Is ook niet over ons leven uitgeroepen - toen we in moeders armen onze eerste kerkgang maakten -zo zal men de jonge kinderen, als erfgenamen van het rijk Gods en van Zijn verbond, dopen"? Denk je daar nog wel eens aan. jonge vrienden? Toen is ook gewezen op die „nieuwe gehoorzaamheid". waartoe het verbond verplicht, namelijk om die drieenige God. Die Zijn naam op je voorhoofd schrijven liet als een eigendomsmerk, als het merk en veldteken van Christus, met hart en ziel lief te hebben. En dat kan alleen door een waar geloof. Dat kan alleen als je hart vernieuwd is door de wedergeboorte. Hoe leef je daar toch onder? Onder die eis van vrijwillige liefde? Is hel je worsteling ook om de Heere echt te mogen liefhebben en dienen? Mag je het David nazeggen: „Hoe lief heb ik Uw wet? " Dat is de verbondswet. En.... of je hebt die wet lief. of je bent ervan afvallig, zoals vers 1 zegt van Israël.

Je gelooft toch wel dat het groot alarm van „de bazuin aan de mond" nog niets aan aktualiteit heeft ingeboet? De Heere waarschuwt ook ons nog voor die snel naderende roofvogel, die zich zo plotseling op zijn prooi laat vallen. Voor Israël was dat Assur. Voor ons is die vijand, die het oordeel van God over de ongehoorzaamheid van de mens uitvoert, zeker een andere macht. De een ziet op dc dreiging van het kommunisme. de ander op het gevaar van hel kapitalisme, en weer een ander ziet de grootste vijand van de kerk in de verwereldlijking, het meegetrokken worden door de geest van deze tijd met al zijn afgoden en verleidingen.

Of het gevaar nu getekend wordt in hel beeld van de arend, die op prooi uit is. of in het beeld van een briesende leeuw, die prooi zoekt om te verslinden, wat er achter zit. is in ieder geval duidelijk: dat is de satan. Maar.... die kan net als Assur. gebruikt worden in de hand van God om het oordeel over de afval uit te voeren. Er is niets nieuws onder de zon. We zien in onze

lijd hetzelfde gebeuren als in de perikoop van deze studie. Oordeelsprediking is niet in trek en ze wordt niet geloofd. En of het nu Hosea is in het Oude Testament of Paulus en Petrus in het Nieuwe Testament, velen halen er de schouders over op en denken: ..Het zal mijn tijd wel duren”.

Geloof dat niet. jonge vrienden! Er is geen vreselijker toorn dan de toorn van het Lam. En er zijn maar twee wegen, een brede en een smalle weg. Een derde weg is er niet.

En als je nog op de brede weg loopt, zul je het oordeel niet ontlopen. Zeker niet het laatste oordeel, als de Heere Jezus zal wederkomen om te oordelen de levenden en dc doden. Je hoort die bazuin toch wel klinken?

Hoe ontdekkend is het voorbeeld van Israël! Zij roepen: „Mijn God. wij Israël kennen u!" Zij gaan er prat op het verbondsvolk te zijn. Dat zou ook in ons hart kunnen leven: ik ben toch gedoopt en ik behoor toch ook tot Gods verbond. Is dat niet genoeg? Nee. zegt God. als die nieuwe gehoorzaamheid van de liefde cn het wandelen in Mijn geboden ontbreekt, is het maar uitwendig, dan is er geen echte eestelijke innerlijke band. Ons hart is zo arglistig! Laten we het ons toch voor gezegd houden dat niet een ieder die tot God zegt ..Heere. Heere". zal ingaan in het Koninkrijk Gods. Er zullen mensen zijn. die zeggen: Wij kennen U. ant we hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten en edronken en Gij hebt in onze straten geleerd. Maar dc Heere al antwoorden: Gaat weg van Mij. want Ik heb u nooit ekend. Wat zal de Heere tot ns zeggen?

et vijfde vers geeft temidden an al die oordelen nog een eilsboodschap: ..Hoe lang ullen zij de reinigheid niet erdragen"? Hoe lang zullen de sraëlieten niet bij machte lijken een rein gedrag (dus onder afwijking en afgoderij) p te brengen? Hoe getuigt eze verzuchting van God tegenover Zijn trouweloze volk toch van Zijn lankmoedigheid. Hoelang nog? De deur zit dus nog niet op het nachtslot.

Zoveel geduld zal toch zelfs een aardse vader niet hebben! God wel. Hij is doorgegaan met hel zenden van Zijn profeten om het volk te waarschuwen. Want Hij heeft > : geen lust in de dood van dc goddeloze, maar daarin dat hij zich bekeert cn leeft. Hoelang nog? Typisch Hosea! En zijn naam betekent hetzelfde als Jezus: de Heere redt! Gods toorn is de uiterste spits van de vlam der liefde. Een uiting van

Zijn lijdende, wachtende liefde om te behouden. Zo kijkt Hij ook jou aan in dit Schriftwoord! Hoelang nog blijf jij je leven inrichten zonder Mij?

Vragen

1. Probeer de boodschap van deze perikoop eens kort in eigen woorden samen te vatten! De titel boven deze bijbelstudie kan je daarbij helpen.

2. Klinkt de bazuin van Gods oordeel over de overtredingen vandaag nog? Zo ja. waar en hoe? Heeft het veel effekt? In je eigen leven soms? Wat zijn de gevolgen als die bazuin niet meer klinkt?

3. Volgens vers 1 horen verbond en wet bij elkaar! Leg dat eens nader uit vanuit de Schrift! In welke verhouding sla je zelf tot het verbond en de wet? Is dat positief of negatief? Verklaar je antwoord!

4. Waarom is de aankondiging van het oordeel in vers 1 op zich nog een zegen? Wat is immers de bedoeling ervan?

5. De boodschap van vers 2 roep! ook ons op tot zelfonderzoek. Hoe moeten wij ons daarmee toetsen? Waarom is dat onderzoek ook voor ons nodig?

Vlissingen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1989

Daniel | 32 Pagina's

Wie niet horen wil, moet maar voelen! (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1989

Daniel | 32 Pagina's