Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Misbruik van Gods gaven wordt gestraft (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Misbruik van Gods gaven wordt gestraft (1)

Bijbelstudie over Hosea 10:1-8

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lees ook 2 Sam. 3:6-21 en Matth. 22:37-40!

Het is weer mis met Israël. De Heere heeft ze rijk gezegend in het natuurlijke leven, maar in plaats dat ze tijdens hun oogstfeest nu eens „echt" dankdag houden, blijkt na alle waarschuwingen, die ze gehad hebben, opnieuw dat ze Gods gaven misbruiken voor de heidense afgodendienst. Laten we onze aandacht eens spitsen in deze dankdagmaand, want het zou wel eens kunnen zijn, dat het oordeel over Israëls misbruik van Gods gaven ook ons iets te zeggen heeft.

In deze perikoop van onze bijbelstudie is niet de Heere, maar de profeet zelf steeds aan het woord. Hij behandelt eigenlijk dezelfde zonden als in Hosea 8. Wat dat betreft is er dus niets nieuws onder de zon. Of ben jij nog nooit teruggevallen in een vroegere zonde, die je misschien wel reeds onder tranen van berouw voor de Heere beleden had? Eerst tekent Hosea de misstanden inzake dc eredienst, het koningschap en de kalverendicnst, en vervolgens spreekt hij er in omgekeerde volgorde Gods straf over uit.

Vele altaren en toch geen echte dankdag (vs. 1)

Israël is een uitgcledigde wijnstok, hij brengt weder vrucht voor zich. De wijnstok Israël doet ons weer denken aan het beeld van de druiven in de woestijn uit hoofdstuk 9:10. Nu is het de tijd van de oogst. De welige wijnstok is inmiddels „uitgeledigd". dat wil zeggen leeggeplukt. De oogst is binnen. Wat een overvloed heeft de Heere Zijn volk gegeven. Met dit beeld wijst de profeet op de telkens terugkerende natuurlijke zegeningen, die Israël van Zijn God ontvangen heeft. En dan gaat het bij dit beeld niet alleen om de druivenoogst, maar om de totale welvaart cn welstand, die in Israël een hoogtepunt bereikten in de laatste regeringsjaren van Jerobeam II.

Wat een wonder, dat die door God geplante wijnstok Israël er nog stond cn dat deze niet was uitgeroeid. Het was ook een lieve lust om te zien hoe de perskuipen overliepen van most en hoe vrolijk ze het oogstfeest weer vierden. Ze konden wel zingen: „Uw goedheid kroont dc jaargetijden" en zeker ook: „Gij geeft, dat de uitgang van de morgen en van de avond juicht, en dat men U voor al Uw zorgen ootmoedig dank betuigt.”

Wat is de Heere goed! En naarmate ze rijker gezegend worden, bouwen ze meer altaren en richten ze meer stenen op. Denk eens aan Jakob in Bethel! Wat een dankaltaar, waarbij zelfs eerst alle afgoden smadelijk worden begraven onder dc eikeboom bij Siehem Denk ; eens aan die opgerichte steen van Samuül in Mi/pa I bcn-Hae/er. lot hiertoe heeft ons dc Heere geholpen Wat een dank' I n hel aantal altaren breidde maar uit in Israël. Toch wel beschamend, vind jc niet? Des te meer vrucht, des te meer altaren. Bij hoeveel mensen zie je het niet precies andersom. Ontelbare zegeningen cn geen altaren. Overstelpende goedheid van God en geen dankoffers. Kijk maar eens naar hun altaar, hoe leeg dat blijft. Kijk eens naar hun geloof, of dal wel een altaar nodig heeft. Kijk eens naar hun God. of dat niet de mammon is. Waar is jouw altaar in deze dankdagmaand? Heeft de Heere ook jouw leven niet gezegend? We schepen de Heere vaak af met een versje , , 'k Wil U, o God. mijn dank betalen...." Heb je je tiendenoffer al betaald? Of is het alleen maar bij een „willen" gebleven?

Israël richtte ook gewijde stenen op, gedenkstenen. Het land telde cr vele. Denk aan Jakob in Bethel, Samuël in Mizpa. Jozua bij dc doortocht door de Jordaan in Gilgal. Stenen, om te „gedenken hoe voor dezen ons de Heer' heefl gunst bewezen". Om het aan het navolgende geslacht te vertellen dc wonderen, die dc Heere gedaan heeft. Israël richtte altaren op en gewijde stenen. Wij zouden zeggen: religie en kunst. Ze hadden hun geld toch slechter kunnen besteden, vind je niet? En toch....! Er zit een luchtje aan. Hosea heeft met deze altaren en monumenten helemaal niets op. Hij bestraft ze erom. Hij zegt zelfs dat God hun altaren zal verwoesten en hun gewijde stenen zal vernielen. Hoezo? Dan moeten we vers 2 er even bij lezen.

Hun hart is verdeeld (vs. 2)

Het vorige vers verraadt eigenlijk al dat er iets mis is.

want daar lezen we dat Israël de gaven van God „voor zich" gebruikt. En daarom kun je beter zeggen: misbruikt (let nu even op de titel van deze studie!). Dc gaven kwamen niet tot hun doel. namelijk de eer. de liefde en het recht van God. Israël misbruikte Gods gaven in ongeloof voor zichzelf, of voor de Baaldienst. In naam dienden ze dc Heere cn in daad de afgoden.

Dat bedoelt Hosea als hij zegt dat „hun hart verdeeld is". De zondigheid in hun offervaardigheid was hun verdeelde hart. Ze wilden van twee walletjes eten. Ze wilden twee heren dienen. Israël wilde Jehova en de Baal tegelijk te vriend houden. Hun hart was verdeeld tussen God en de afgoden. Andere vertalingen noemen dat een „vals" hart. Weer anderen hebben hier een „bedriegelijk of huichelachtig" hart. Hun eredienst was verheidenst. Hun altaren en gedenkstenen konden God niet behagen, want hun hart was cr niet bij. Hun hart was bij dc afgoden. Ze bekeerden zich niet. Hun hart was niet volkomen aan de Heere toegewijd.

Je voelt wel aan wat cr nu komt zeker? Je dacht misschien ook al aan jezelf! Wat heeft de Heere aan onze altaren als we niet onszelf tot een levend dankoffer aan Hem opofferen? Wat heeft de restauratie van allerlei opgerichte beelden voor zin. als het beeld van God niet in ons leven wordt hersteld? Jc ziet hoe nauw het luistert in dc dienst van de Heere. Hij zegt: Mijn zoon geef Mij uw hart. Geef je hart niet aan de afgoden. Heb jij soms nog zo'n verdeeld hart? Enerzijds de Heere willen dienen, en anderzijds toch de wereld en de afgoden niet willen loslaten? Dat noemt de Bijbel een vals hart. een verdeeld hart!

Dan naderen we God met onze lippen, maar ons hart houdt zich verre van Hem.

Als de goedheid van God en alle zegeningen, die Hij geeft ons echter niet tot bekering leiden, zijn onze altaren waardeloos. Het gaat in de eerste plaats om ccn verbroken hart en diepe ootmoedige dank onder Gods zegeningen. Dat behaagt aan God de Heere. En dan blijft je altaar in de kerk niet leeg. Die altaren moeten ook branden. Het gaat om beide. Ons hart moet in onverdeelde overgave kloppen voor de dienst van de Hccre.

Voor Israël blijft de straf niet achterwege. Hun zonde is schending van het eerste gebod (Ex. 20:3). Niemand minder dan de Heere Zelf zal de voorwerpen van Israëls afgoderij vernielen. Hij zal hun altaren stukbreken en hun opgerichte stenen verwoesten. En daarmee zullen de plaatsen van Israëls afgoderij zijn ontluisterd en ontwijd.

De onbetrouwbaarheid van het koningschap (vs. 3-4)

Als deze aangekondigde verwoestingen plaatsvinden, zal ten gevolge daarvan Israëls koning van het toneel verdwijnen. Dan zijn ze zonder koning (in de ballingschap) en dus zonder helper en beschermer. Ze zullen tot de konklusie komen: wij hebben geen koning, want we hebben dc Heere niet gevreesd. Ze hebben de Heere als hun eigenlijke Koning verworpen en wat zou dan ccn aardse koning, op wie ze meer dan op God hun hoop hadden gevestigd voor hen kunnen doen? Dan zullen ze inzien, dat de eigenmachtige wijze, waarop zij hun koningen aan de regering brachten, totaal verkeerd was. want ze hebben zich daarbij niet laten leiden door de vreze des Heeren.

In vers 4 horen we wat de koningen van het Noordrijk in feite van hun koningschap hebben gemaakt: holle onbetrouwbare woorden spreken. valse verwensingen uiten en lichtvaardig verbonden sluiten. Zo ontmaskert de profeet de onbetrouwbaarheid van de koningen uit zijn tijd (en leg daar politiek Den Haag eens naast!). Ze doen allerlei schone beloften aan hun volk bij de troonsbestijging. maar ze maken die niet met hun daden waar. Ze plegen meineed en verwensen de tegenstanders van hun regering. Ze sluiten verbonden of verdragen, nu eens met Assyrië, dan weer met Egypte, maar ze worden even gemakkelijk verbroken als gesloten wanneer men dat nuttig oordeelt. En door al de onbetrouwbaarheid van die koningen is dc rechtsorde in hel land zo aangetast, dat die vergeleken kan worden met een giftige polant. die opschiet in de voren van de akker. Wee het land welks koning een kind is! En dat geldt vandaag de dag nog.

Vragen

1. Wat heeft volgens jou deze bijbelstudie met dankdag te maken '/ Waarom gaat het hij de dankdag, om onze financiële offers of om een ootmoedige gestalte? Wat verstaai de Bijbel onder ..rechte" dank? Hoe kom je daaraan?

2. Synkretisme is de vermenging van heidendom en de vreze des Heeren. Op welke manier maakt Israël zich hier schuldig aan?

3. Wal bedoelt de Bijbel hier mei een ..verdeeld" hart? Bestaat dal gevaar ook voor ons? Vul dai eens konkreet in.' Welk woordje zet de Heere Jezus in Matth. 22:37-40 tegenover ..verdeeld''? En wat houdt dat in?

4. Hosea bestraft onder andere het lichtvaardig sluiten van verhonden (vs. 4). Hij zal zowel binnenlandse als buitenlandse verdragen bedoelen. Ga dil eens na in 2 Sam. 3:6-21 en 5:1-5. Ook in 2 Kon. 17:1-5. War klopte niet in deze gedeelten? Heeft deze berisping van Hosea ook nog betekenis voor ons? Zo ja. welke?

Vlissingen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1989

Daniel | 32 Pagina's

Misbruik van Gods gaven wordt gestraft (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1989

Daniel | 32 Pagina's