Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik zal uw afkeringen genezen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik zal uw afkeringen genezen

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat heeft de Heere toch een geduld met Israël! Jeremia 3 is daar vol van. Als een man van zijn vrouw scheidt, omdat ze overspel heeft gepleegd, neemt hij haar niet meer terug. Maaide Heere zegt tegen het overspelige Israël: .Gij nu hebt met vele boeleerders (minnaars) gehoereerd, keer nochtans weder tol Mij" (Jer. 3:1). Wat een geduld! Wat een trouw! Wat een liefde! ..De Heere wil in deze woorden zeggen dat Hij Zijn volk weer in genade zal aannemen, als zij zich van al die gruwelen en verbondbrekingen oprecht zullen bekeren" (Kantt. St.Vert.). Dat hoereren slaat op het dienen van de afgoden. Die afgoden zijn nooit tevreden. Ze vroegen steeds meer. Onverzadigbaar, alles ging eraan, zelfs hun kinderen, die ze door het vuur lieten gaan (vs. 24). Wat een zware dienst. En wat een onherstelbare verwoestingen worden zo aangericht. Die afgoderij had God verboden, want Hij was Israëls wettige Echtgenoot. Hij heeft Zijn volk getrouwd bij de Sinaï. toen Hij aan het genadeverbond de nationale openbaringsvorm gaf.

God is goedertieren

Israël heeft een hoeren voorhoofd en ze weigert om schaamrood te worden (vs. 3). Toch klinkt telkens weer opnieuw de oproep lol waarachtige wederkeer. In vers 12 lezen we: ..Bekeer u. gij afgekeerde Israël, spreekt de Heere. zo zal Ik Mijn toorn op ulieden niet doen vallen; want Ik ben goedertieren, spreekt de Heere. Ik zal de toorn niet in eeuwigheid behouden". Wat een onbegrijpelijk geduld voor zo'n trouweloos volk! In plaats dat God ze geeft wat ze verdiend hebben (de eeuwige dood), wil Hij ze nog roepen tot het leven. Dat hebben wede vorige keer gezien vanuil hel 14e vers: ..Bekeert u. gij afkerige kinderen, spreekt de Heere. want Ik heb u getrouwd". Wat een wonder dat God afkerige kinderen nog tot bekering roept. En dal Hij dal doet op grond van hel genadeverbond. We zagen de vorige keer dat niet alleen Israël liet teken j van dat verbond droeg in de besnijdenis, maar dal ook wij het teken van dat verbond dragen in de Heilige Doop. die we reeds als kind ontvangen hebben, omdat ook de jonge kinderen ..zowel als de volwassenen in het verbond Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn. en dat hun door Christus' bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, die hel geloof werkt, niet minder dan de volwassenen toegezegd wordt" (H.C. Znd. 27). Zo goedertieren is dus de Heere. Daarom vervolgt de Heere ook in vers 14: ..en Ik zal u aannemen, één uil een stad en twee uil een geslacht, en Ik zal u brengen ie Sion". Dat is niet het evangelie op z'n smalst, zo in de zin van: het zijn er maar een paar. Kan het minder! Een uit een stad is toch bijna niemand! Nee. het is veeleer zo dat de Heere vanuit de wijdgeopende poort van Zijn verbondstrouw tegen Israël zegt: Ik zal u aannemen, al zou u de enige zijn uil een stad of al zou je nog maar met z'n tweeën overblijven in heel je geslacht, dan nog! Calvijn zegt bij deze tekst: ..Zelfs al deed zich maar één bekeerling voor uil een stad en twee uit een stam. zelfs dan is die goedertieren Verbondsgod nog bereid om hun vergiffenis te schenken". Al zou het gros het laten afweten en al grijpi de afval en de godsverlating breed om zich heen. en zou er maar een minimale rest tol Hem wederkeren, dan nog is er blijdschap in de hemel over één zondaar die zich bekeert.

Het genadeverbond

Ik zal u aannemen, en Ik zal u brengen te Sion: de zetel van Davids koninkrijk, de tempelberg waar de dienst van God was. of. zoals de kanttekening zegt: ..Ik zal een overblijfsel in genade behouden en brengen lot de gemeenschap Mijner kerk". Waar dat in waarheid wordt vervuld, worden mensen, die van nature dood liggen in de zonden en de misdaden wedergeboren tot een levende hoop. Dan worden we van dood levend. En dat hebben we 1111 allemaal nodig, jongelui! Die staatsverwisseling, of. zoals onze oudvaders het ook wel noemen: de inlijving in hel verbond. Wc moeten overgaan vanuit de bediening van het verbond in het wezen ervan. Dat gebeurt bij de wedergeboorte. En dat is niet onze keus. maar Gods werk. Laat ik dal hier nog eens even uitleggen.

Met onze gereformeerde vaderen onderscheiden we het wezen van hel verbond en de bediening van het genadeverbond. Dat laatste noemen we ook wel de openbaringsvorm van hel genadeverbond. Dal gold heel Israël. Zo kan de Heere hel gehele volk aanspreken als Mijn volk'. Dat doel de Heere verbondsmaiig. Maar er zijn altijd nog tweeërlei kinderen des verhonds geweest. Dat wil zeggen: enerzijds de 'uitwendige belijders'. die wel het teken van hel verbond dragen, maar de zaligmakende genade Gods missen en ten diepste onbekeerd voortleven. Anderzijds zijn er de ware kinderen Gods. die niet alleen het verbondsteken

dragen, maar door waarachtige wedergeboorte in het wezen van het verbond begrepen zijn. Daar valt dus de scheidslijn: gelovigen of ongelovigen, kinderen des toorns (waar het doopsformulier op wijst, en dat geldt voor ons allen van nature) en kinderen Gods. die door genade iets mogen kennen van die nieuwe gehoorzaamheid, waar ook het doopsformulier over spreekt.

Geloof en bekering zijn juist de weg waarlangs de Heere Zijn kinderen brengt tot de waarachtige gemeenschap met Christus. de Verbondsmiddelaar. Dat geloof en die bekering, die nieuwe gehoorzaamheid is geen prestatie (van de mens) maar goddelijke gratie (genade alleen). Zo leefden er dus onder Israël tweeërlei kinderen des verbonds. Het was niet alles Israël, dat Israël genaamd werd. Ze zijn wel allen door de Rode Zee gegaan en allen in Mozes gedoopt, in de wolk en in de zee. maar in het merendeel van hen heeft God geen welgevallen gehad, want ze zijn in de woestijn terneergeslagen (1 Kor. 10:1-2). De Hebreënbrief zegt dan: .Ze hebben niet kunnen ingaan vanwege hun ongeloof". En dat is tot waarschuwing van ons zo beschreven. We moeten onszelf onderzoeken of we alleen in naam door de Rode Zee zijn gegaan (art. 34 NGB) of dat we werkelijk door hartvernieuwende genade gewassen zijn in de Rode Zee van Christus' bloed. Tweeërlei kinderen! Je zult met je gedoopte voorhoofd verloren gaan als die waarachtige bekering geen gestalte gekregen heeft in je leven! Hoe dat in zijn werk gaat en wal daarbij de schriftuurlijke bevinding is van hen. die de vervulling ontvangen van Gods belofte: En Ik zal u aannemen", dat beschrijft Jeremia in het slot van dit derde hoofdstuk (vs. 21-55). Het is goed om je daar eens aan te toetsen.

Geween en smekingen

Jeremia heeft Israëls afgoderij onder het beeld van hoererij en echtbreuk getekend. Israël heeft Gods liefde versmaad en Gods Woord veracht en God daarmee op het hart getrapt. Maar dan... o wonder van genade, dan komt Israël tot inkeer. De boetprediking van Jeremia slaal in. Niet omdat hij dreigt met de wet. maar omdat hij spreekt over Gods liefde: want ik ben goedertieren (vs. 12): Ik heb u getrouwd (vs. 14). Harde harten gaan breken. Ze klagen over hun zonden: „Wij hebben tegen de Hecrc onze God gezondigd" en „wij zijn der stem des Heeren onzes Gods niet gehoorzaam geweest" (vs. 25). Er komt verslagenheid. Mensen worden boetvaardig als de Geest meekomt in die boetprediking van Jeremia. Zc gaan hun schuld erkennen en belijden. Ze beginnen te smeken om vergeving. Er is 'geween en smekingen der kinderen Israëls' (vs. 21) juist op die hoge plaatsen waar dc altaren van de afgoden gestaan hebben. Daar komt de omkeer, daar klinkt de smeking en hel geween. De bekering vindt dus plaats midden in de zonde! Daar wordt een mens gegrepen en tot inkeer gebracht, gearresteerd! Op heterdaad betrapt.

Het allersmartelijkst wordt dan: „omdat ze hun weg verkeerd en de Heere hun God vergeten hebben" (vs. 21). Ze hebben God en Zijn weldaden vergelen, er helemaal niet meer aan gedacht, en dat terwijl God Zijn volk niet vergeten kan. Smeking en geween ziet op tranen. Tranen over de zonde, over de godsvervreemding. Jongelui, leg je hart daar eens naast! In hoofdstuk 31 schrijft Jeremia onder hetzelfde beeld over de terugkeer van Israël uit Babel: „Ze zullen komen met geween en met smekingen zal Ik ze voeren". Daar zijn tranen van droelheid over de zonde, als wc zien dat we de Heere zoveel verdriet hebben aangedaan met onze zonden. Wenen vanwege je godsgemis. O wat een smart, tegen een goeddoend God gezondigd te hebben. Wat een wonder dat God nog geen einde maakte.

Als die waarachtige bekering in je leven wordt uitgewerkt leer je wenen onder het gezicht van Gods rechtvaardige toorn over je eigen verlorenheid, je vloeken doemwaardigheid. Wat een gemis! God kwijt. Zijn beeld verloren. Je beweent de breuk met God. je diepe val in het paradijs en je machteloosheid om je te bekeren. Je gaat iets beleven van die waarachtige boetvaardigheid en verootmoediging. die de Heilige Geest werkt in het hart van iemand die zondaar wordt voor God. Je hart breekt en je geest raakt verslagen. Je leert belijden: „Ik heb tegen U. o Heer', zwaar en menigmaal misdreven." Dat bedoelt Jeremia ook in vs. 13: „Ken uw ongerechtigheid, dat ge tegen de Heere uw God overtreden hebt." Ja. die droefheid naar God wordt dan werkelijkheid. Maar ze werkt ook iets uit: een onberouwelijke bekering tot zaligheid.

Daar wordt al iets van zichtbaar als Christus Zich door het Woord openbaart aan je ziel als de 'Heere onze gerechtigheid'. Wat een wonder als in Hem de weg der verlossing wordt ontsloten. Dan ween je opnieuw, maar dan van blijdschap en verwondering. Dan vloeien er vreugdetranen over deze algenoegzame Zaligmaker. Je smelt weg in liefdetranen tot God en van begeerte en verlangen naar de gemeenschap met God. Wat gaat het je spijten dat je dc zonde zo lang hebt gediend en je kostelijke genadetijd zo deerlijk verknoeid. Wenen! Tranen van droefheid over de zonde en blijdschap in God. Welnu, daar heb je iets van de ware bekering: een hartelijke droefheid dat we God door onze zonden vertoornd hebben en een hartelijke vreugde door Christus in God (H.C. Znd. 33).

Daar is een stem van geween en SMEKINGEN der"kinderen Israëls. Tranen en gebeden gaan samen. Hoor mijn gebed en zwijg niet tot mijn tranen. Smeken ziet op de genegenheid om te bidden. Dat was Paulus' eerste werk bij zijn bekering: Zie hij bidt! Ja Ik zal over u uitstorten de Geest der genade en der gebeden. In de grondbetekenis van het woordje 'smeking' zit het woord 'genade' verborgen. Bidden om genade.

Je belijdt onder tranen je zonde en smeekt om Gods gunst. F.n wie nog van verre staat smeekt om de nadere kennis van Christus. Ken je die eenzame plaatsjes, waar je voor God ligt geknield en waar je ziel in smeking uitgaat tol God? Omdat je de Heere niet meer kunt missen. En maaibedden als een verloren en schuldig zondaar in jezelf, als een alles-verbeurd-hebbend zondaar! Smeken om bekering: Bekeer me Hccrc. dan zal ik bekeerd zijn. Smeken om vergeving, om verzoening met God. om Zijn gunst en gemeenschap, om genade en geloof. Dat is de weg. die Jeremia ons hier tekent van de 'ware bondelingen", die door genade worden ingelijfd in (het wezen van) het genadeverbond!

Ik zal uw afkeringen genezen

Zo ligt Israël daar in zijn schuld voorde Hccrc: biddend en smekend, boetvaardig cn pleitend op genade. Israël ziel geen weg meer. Hoe moet het nu? Kunnen we nog terug? Kan het nog goed komen? Kan die verkeerde weg nog verlaten worden cn de goede weg ingeslagen? Is cr nog bekering mogelijk? Hoor! Daar klinkt in het volgende vers opeens ccn andere stem dan die van dc wenenden. Ken stem die niet verwijt. De stem van de Heere: ..Keert weder, gij afkerige kinderen. Ik zal uw afkeringen genezen". Zie je? Nauwelijks heeft het volk berouw getoond (en dat was door genade!) of God is bereid tot vergeven. Daar wijst het woordje 'genezen' immers op. Want dc zonde is geen ziekte, maar schuld voor God. Keert weder, gij alkcrigc kinderen! Daarin klinkt dc liefde van dc Vader. Ofschoon Zijn kinderen Hem op het hart hebben getrapt, wil Hij ze toch bij Zich hebben. Hij houdt ze niet buiten dc deur. hoewel Hij daar alle recht toe zou hebben. Nee. ze mogen terugkeren. Hier klinkt geen bestraffing, alleen nodiging! En dat tot afkerige kinderen, die telkens weer opnieuw blijk geven van hun afkerigheid, ik zal uw afkeringen genezen! Daarin zit ook iets van de liefde, dc blijdschap over de thuiskomst van de verloren zoon. Israël rechtvaardigt zichzelf niet meer. handhaaft zich niet meer. maar valt in hartelijke schuldbelijdenis in dc armen van die God. die gaarne vergeeft. En al die boetvaardigen vangt God op in Zijn liefde. Hij geneest hun afkerigheid. Hij wil hun schuld vergeven. Hij wil hun hart vernieuwen. Hij wil hen die nieuwe gezindheid geven om de Heere recht te kennen en lief te hebben. Nu de ogen zijn open gegaan voor hun afkerigheid cn ze belijden tegen alle geboden gezondigd tc hebben, nu ze geen weg meer zien om zichzelf van die afkerigheid te genezen, nu zegt God: Dat zal ik doen.

IK ZAL! Daar zit Gods welbehagen achter. Zijn eeuwige verkiezing in Christus van voor de grondlegging der wereld. Ik zal! Daar zit het bloed van Christus achter, dat Hij voor de gegevcnen Zijns Vaders gestori heeft op dc kruisheuvel Golgotha om Zijn Kerk te kopen. Ik zal! Daar zit ook de Heilige Geest achter, die is uitgestort op dc Pinksterdag om de verbondsweldaden toe tc passen in de harten van afkerigen en overtreders. En nu moeten wc de vernieuwde wil van die 'rest" onder Israël, die zich bekeren wil niet losmaken van enerzijds die boetprediking van Jeremia. die veroordeling, maar anderzijds ook niet van die hartelijke nodiging tot het heil. Die twee mogen wc nooit scheiden. We mogen er niet in snijden. In dit slot van Jer. 3 is het ccn!

Zie hier zijn wij, wij komen tot U

En wat gebeurt? Kr is berouw, cr is een belofte van genezing, cn daaraan ontleent nu Israël dc vrijmoedigheid om tot God tc komen. Zc mogen komen, ze moeten komen, en ze komen ook. want ze zeggen: .Zie hier zijn wij. wij komen tot U. want Gi j zijt de Heere onze God" (vs. 22). Dit is het antwoord van dc wenende en smekende boetvaardige Israëlieten op Gods roepstem. Ik wil en zij zullen! Ik zal en zij willen! Zo verloopt die waarachtige bekering waar de Heere via Jeremia toe oproept. Zeker, het is een cis. ccn verbondseis. Maar het is tevens een belofte, een verbondsbelofte. De Heere zegt in Ezechiël 36 dat Hij een nieuw hart zal geven en een nieuwe geest. ..En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u: n Ik zal maken, dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen, cn Mijn rechten zult bewaren en doen" (Ezech. 36:27). Die eis tot bekering behoeft dus niet als een zware opdracht uitgevoerd te worden, /.ij is juist het werk van Gods genezende hand. Ik zal uw afkeringen genezen!

En als dat in je leven gebeuren mag. jongelui, dan kom je met schuldbelijdenis en berouw tot God en je krijgt die grote Geneesheer nodig, die aan het kruis werd doorboord en op Gabbatha gestriemd. Door Wiens striemen de genezing is aangebracht. Dan is er dat komen! Wij komen tot U! Komen tot Hem. komen door het gebed, komen door het geloof, telkens weer opnieuw om van onze afkeringen genezen te worden. We moeten gedurig bij Hem onder behandeling blijven. Wij zijn van het hoofd tot de voeten melaats van de zonde, maar het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonde. En als de Heilige Geest het geloof schenkt en dat bloed toepast in je hart. is er genezing, vergeving, vrede, naar de mate van het geloof.

Dat bloed is voorwerpelijk betekend cn verzegeld in onze doop. Kust toch niet. voor je onderwerpelijk in de toepassing daarvan mag delen. Wie daar iets van kent mag met het overblijfsel naar de verkiezing van Gods genade uit Israël mee belijden: ..Zie hier zijn wij. wij komen tot U. WANT Gij zijt dc Heere. onze God!"

Vlissingen ds. C. G. Vreugdenhil

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Daniel | 32 Pagina's

Ik zal uw afkeringen genezen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Daniel | 32 Pagina's