Vloek en zegen

Het tweede gebod (vervolg)

Aan het einde van het tweede gebod staat nog een ernstig en verstrekkend woord: ..Want Ik de HEERE. uw God. ben een ijverig God. die de misdaad der vaderen bezoekt aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten; en doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden". Aan het slot van het tweede gebod klinkt vloek en zegen ons in de oren.

God wordt beschreven als een ijverig God. Het geeft aan dat God jaloers is op Zijn eer.

Zoals een getrouwde man geen medeminnaar van zijn vrouw duldt, zo wil de Heere niet met andere goden gedeeld zijn.

De Heere duldt het niet dat Zijn volk iets. wat niet-God is, zal liefhebben met de liefde die Hem alleen toekomt. „Gij zult u niet buigen vooreen andere God: want des Heeren naam is IJveraar; een ijverig God is Hij!"

De Heere vraagt ons geheel en al. Al onze kracht en liefde, al ons talent en geld. Wat is onze godsdienst dan slap en oppervlakkig. Of beantwoord jij wel aan die liefde-ijver van de Heere?

Vloek

We horen hier ook hoe groot de maat van Gods ijver is. „Ik bezoek de misdaad van de vaderen aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen die Mij haten!" Als dus een vader zondigt tegen het eerste en tweede gebod, dan werkt de vloek van God over die misdaad door tot in het derde en vierde geslacht. I ' : j

Wie zich aan de beeldendienst overgeeft, zal de strafgevolgen daarvan in zijn nageslacht opmerken. Heel duidelijk zie je dat bij de koningshuizen van het tienstammenrijk.

Wij kunnen hier leren dat de zonde een schadelijke doorwerking heeft in de geslachten.

Als ik de Heere maar half dien. doen mijn kinderen het maar voor een kwart en mijn kleinkinderen het helemaal niet meer. De praktijk laat ons de ernst van dit alles zien. Nog niet zo lang geleden was de zondag nog de dag des Heeren voor velen in ons land. Toen kregen we het halve zondagschristendom. En nu we weer een geslacht verder zijn. is er bij het grootste deel van ons volk niet eens meer het halve zo n dagschri s te ndo m bij.

Het pad van de zonde is een glijdende baan. steeds verder van God af.

Die de misdaad der vaderen....

Dus ben ik toch de dupe van de zonde van mijn vader? Nee. zo niet! De zonde werkt door als een dodelijk vergif maar dat ontslaat de kinderen niet van hun persoonlijke verantwoordelijkheid.

Als vader zondigt, als vader breekt met de dienst des Heeren. dan moeten de kinderen hem daarin niet volgen maar zich bekeren.

Want laat ik duidelijk zijn: God straft alleen schuldigen en.... wie zijn zonde belijdt en laat, zal barmhartigheid verkrijgen. ook al zou je er een zijn uit het derde of vierde geslacht dergenen die Hem haten. Lees Ezechiël 18 maar eens.

Zegen

Telt de Heere in Zijn straffen ten hoogste tot drie en vier, in Zijn barmhartigheid telt Hij wel lot duizenden,

„En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden".

God is ruim en royaal in Zijn zegen. Tot in hel verst denkbare geslacht bewijst Hij Zijn barmhartigheid over degenen die Hem vrezen.

Al is genade geen erfgoed. God trekt met Zijn genade wel een spoor door de geslachten. Wat is het een zegen als je een Godvrezende vader of moeder, opa of oma mag hebben. Dan weet ik zeker dat ze om je bekering gebeden hebben en pleitend op Gods belofte gesmeekt hebben om de betoning van Zijn barmhartigheid tot in geslachten. En als je bang bent dat er in jouw familie niet een is die de Heere vreest, denk dan niet dat hel voor jou niet kan, maar vraag de Heere of jij de eerste mag zijn die Hem lief gaat hebben en Zijn geboden onderhouden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen