Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons vervolgverhaal deel 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons vervolgverhaal deel 2

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

door G. W. van Braak-van Vliet

Om kwart voor negen staat Jelie die zaterdagmorgen al bij Paul op de stoep. , , Je bent vroeg", zegt Pauls moeder.

„Ja", zegt Jelle, „maar bij ons is iedereen vroeg wakker. Om half zeven trekt Rob al aan mijn neus en om zeven uur moet de baby drinken, 't Is wel rustig als je geen broertjes en zusjes hebt." Hij kijkt eens jaloers naar Paul. die languit op de grond met lego aan hel spelen is. Hij heeft zijn pyama nog aan. En niemand die de (ego afpakt of kapot maakt. „Maar ik ben wel altijd alleen", zegt Paul, terwijl hij opslaat. „Ik ga me snel aankleden, dan kunnen we zo gaan."

Jelle blijft achter bij de lego. Hij gaat op zijn hurken zitten om te kijken wat Paul aan het maken is. Het lijkt op een boot. Ja, een veerpont waar auto's op moeien. Zonder dal Jelle er verder bij nadenkt, gaat hij op dc grond zitten en bouwt hij verder met de lego. Hij hoorl Paul niel binnenkomen en kijkt pas op ais Paul naast hem komt zitten. „Goed gedaan!", zegi Paul, „zo moet hij worden."

Samen bouwen ze verder en vergeten dat ze naar oom Reier wilden gaan. Als Pauls moeder later binnenkomt, kijkt ze verbaasd naar de jongens. „Hé. zijn jullie er nog? "

„Het is bijna klaar", zegl Paul, zonder op te kijken. „Er moeten nog autootjes op", vindt Jelle. „Zal ik zc pakken? " Hij loopt al naar de kast waar de auto's van Paul liggen en zoekt er een paar uil. En dan vergeten zc weer de tijd. omdat ze liggend op de grond met de auto's en dc veerpont gaan spelen.

„Willen jullie nu nog weg of niet? ", vraagt moeder. „Anders kun je eerst nog wel koffie drinken." „Laten wc dal maar doen", zegt Jelle. Hij heeft er wel zin in. Maar na de chocolademelk met koek gaan ze echt op weg naar de drogisterij.

„We gaan lopend, hoor", zegt Paul. Dat is voor de jongens geen slraf. Ze kennen dit deel van de stad op hun duimpje. Dus ze nemen de kortste weg die zc maar kunnen bedenken. Langs de gracht en door kleine steegjes. Er is altijd wel wat te zien. Als ze bij de winkel van oom Reier komen, is het daar flink druk. De jongens wringen zich langs de mensen om achterin de winkel le komen. „Hé, hé", moppert een oude meneer, „niet voordringen!" Dan heeft oom Reier de jongens in de galen. „Ga maar naar het magazijn", wijst hij naar de jongens, „daar is nog wel wat te doen."

En inderdaad, er staan heel wat dozen die uitgepakt of weggezet moeien worden. Voorlopig zijn ze wel even zoet. Lege dozen moeten buiten bi j het oud papier. Maar eerst moeien ze plat zijn. Dat gaat leuk. Ze trekken de onderkant van de dozen open en dan kun je hem zo plat maken, „Als we er op gaan staan, worden ze nog platter", zegl Jelle. Dal slaan wordt springen en het gaat steeds harder. Tot Paul uitglijdt. „Au!", roept hij. Jelle lachl hem uit. „Lalen wc het maar builen brengen", vindt Paul. Hij heeft genoeg van dat gespring.

In het magazijn is een deur die naar buiten gaat. Paul geeft ze aan en Jelle trekt de dozen naar buiten. Daar liggen nog meer dozen, karton en papier. Jelle wil hun dozen er zo bovenop gooien. „We kunnen er beier mooie slapels van maken", zegt Paul. „In het magazijn ligt wel een rol touw."

Het valt niet mee om van die grote gladde dozen een mooie slapel te maken. Maar als hel touw er één keer om heen zit dan kunnen ze het strak trekken en valt de stapel papier niet zo gauw meer om.

„Wat doet je oom met al dat papier? ", wil Paul welen. „Voor de zending natuurlijk", bromt Jelle. „Elke maand brengl hij het naar de loods van Van Oeveren."

Jelle gaat rechlop staan. „We kunnen wel vragen of we een keer mee mogen." Dat lijkt Paul ook wel wal.

Als ze klaar zijn, gaan ze naar de winkel. Er zi jn niel veel mensen meer. Eén mevrouw slaat bij de kassa en een jongen loopl in de winkel tc zoeken. Jelle en Paul lopen een beetje rond. Ineens klinkt er een flink gekuch bij de deur. Er stapl een kleine man binnen mei een groie grijze jas aan. Een zwarte sjaal is hoog om zijn hals gebonden. Je ziel zijn gezichl haast niet. Alleen zijn grijze haren. Vanuil die sjaal klinkt nog eens een flink gehoest. „Nou, nou, Timo", zegt oom Reier, „je hebt het weer flink te pakken."

Timo staat stil. Hij zet zijn roodgebloktc boodschappentas op de grond en doel zijn sjaal wat omlaag.

De mevrouw gaat dc winkel uit. De jongen betaalt oom Reier en gaat ook weg. Timo slaat nog steeds op dezelfde plaats. Hij schudt zijn hoofd. „Nee. nee, 't is niks Reier. 't is niks." Weer hoest hij. Erger nog dan de vorige keer. „Én ik ben mijn sigaartje kwijt", moppert Timo, „'l was juist zo'n goeie. Verloren. Vast verloren." Oom Reier pakt Timo bij zijn arm. „Kom mee naar mijn kanloortje. Dan drinken wc daar een kop koffie", zegt oom Reier.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1994

Daniel | 32 Pagina's

Ons vervolgverhaal deel 2

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1994

Daniel | 32 Pagina's