Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons vervolgverhaal deel 2

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons vervolgverhaal deel 2

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

door G. W. van Braak-van Vliet

Timo sloft met oom Reier mee. De ene veter van zijn hoge zwarte schoen zit los. Paul cn Jelle komen er een eindje achter aan. Het is een beetje raar. Ze kennen Timo wel. Van de straat cn soms is hij in dc kerk. Maar koffie drinken met Timo. dat is weer wat anders. Oom Reier wijst Timo een stoel aan. ..Ga zitten. En doe je sjaal en je jas wat los. 't Is hier lekker warm." Dan gaat oom Rcicr koffie zetten.

De jongens gaat op de grond zitten. Met hun rug tegen de verwarming. Timo lacht naar hen. „Een warm plekkie", zegi hij, „zo heb ik hier wel eens geslapen. Half ziek was ik toen. Ja, ja." Oom Reier draait zich om. „Waar heb je vannacht geslapen? ", vraagt hij aan Timo. „Bij 't Leger. Ik was daar de hele dag. En snipverkouden." Weer hoest Timo.

De winkelbel gaat cn oom Reier gaat weg. Nu zijn de jongens alleen met Timo. Paul kijkt Timo eens voorzichtig aan. „Wal is het Leger? ", vraagt hij dan. Timo lacht weer naar hen, hocsl en zegt: ..Dat zijn dc soldaten. Soldaten van Christus. Het Leger des Hcils. Zij zorgen voor arme zwervers, zoals ik ben. Je kunt daar eten krijgen en een bed." „Slaapt u daar altijd? ", wil Jelle weten. „Nee. nee, nee." Timo schudt zijn hoofd. ..Dal kan niel. Soms slaap ik bij tanlc Jo. Of in een trein of zomaar ergens. De Heere God geeft mij altijd wel een plekkie."

Oom Reier komt terug. Hij hoort de laatste woorden van Timo. „Maar ik heb je zondag gemist in de kerk", zegt hi j. Oom Reier is diaken in dc kerk. Hij kan precies nagaan wie er allemaal in de kerk zijn. En Timo heefl zijn eigen plaats. Achter in de kerk. Op een stoel, onder het orgel. Vlak bij de deur.

„Mijn lichaam wilde niet mee", zegl Timo hoestend, „verkouden, ziek en moe. Maar de Heere was bij mij. En ik heb Zijn boodschap altijd bi j me." Timo klopt op zijn binnenzak. „Daar zil vast een Bijbel in", denkt Paul. Oom Reier schenkt de koffie in. Voor de jongens maakt hij limonade. Timo pakt mei twee handen zijn beker koffie aan. Hij blijft hem zo vasthouden en langzaam, slokje voor slokje, drinkt hij dc koffie op.

Dan krijgt hi j een vreselijke hoestbui. Oom Reier pakt de koffiebeker uit zijn handen en klopi Timo op zijn rug. Eindelijk is de hoestbui over. Timo gaat achterover zitten en zakt wat onderuit. Hij houdt zijn ogen dicht. Jelle en Paul kijken elkaar aan. Ze vinden het niet fi jn. Wal gebeurt er met Timo? Oom Reier zegl: „Dat gaat niet goed. Timo. Waar was jc van plan naar toe te gaan? " Timo praat met zijn ogen dicht: „Naar tanle Jo." „Weel zc dat je komt? ", vraagt oom Reier. Timo schudt zijn hoofd: „Hoefl niel. 'l Is maar voor een nachtje."

Er komen mensen in de drogisterij. Oom Reier gaat weg. Weer zijn de jongens alleen met Timo. Ze voelen zich niet erg op hun gemak. Timo gaat wat rechter op zitten. Hij kijkt de jongens aan. Hij hijgt, alsof hij hard heeft gelopen. Af en toe hoor je zijn borst piepen. „Ik wil een sigaar. Gaan jullie er één kopen. Bij Jozias, bij de tramhalte." Timo zockl in zijn zak cn haalt er een gulden uit. „Zeg maar dat het voor Timo is, dan weet hij het wel." Dc jongens gaat staan. Jelle pakt de gulden aan. „Gauw maar", zegt Timo. Dan gaal hij voorover zitten, met zijn ellebogen op zijn knieën en begint weer te hoesten. Snel gaan de jongens het kantoor en daarna de winkel uit. Oom Rcicr heeft hen niel gezien.

Zonder het tegen elkaar gezegd le hebben, beginnen Paul en Jelle te rennen. Het is niet ver. De eerste straat rechts en halverwege die straat is de tramhalte. Vlakbij de tramhalle is de sigarenzaak van Jozias. een dikke man met ccn kaal hoofd.

Als ze bijna bij dc winkel zijn. siopl Paul met rennen. Jelle komt naast hem lopen. „Je mag loch niet roken als jc zo moet hoesten", zegt Paul. Jelle schudt zijn hoofd: „Nee, dat is slecht! Maar hij wou zo graag een sigaar. Hij kan niet zonder een sigaar, denk ik."

Ze staan voor de deur van dc sigarenwinkel. „Kom", zegt Jelle cn hij stapt naar binnen. Paul loopt achter hem aan. Er tingelt een ouderwets belletje, dal boven de deur hangt. Achter de donkerbruine toonbank zit Jozias op een hoge kruk. Tegen de muur achter Jozias is een bruine kasi met glazen deurtjes, waar allemaal doosjes sigaren en pakjes sigaretten en labak liggen. Je kunl er ook kranten kopen cn pijpen en snoep. Voor de toonbank blijven de jongens slaan. Jozias kijkl hen aan en neemt zijn pijp uit zijn mond. „Zeg het maar, jonge mannen", klinkt zijn krakerige stem, „wat zal het zi jn? " Jelle legt de gulden op de toonbank. „Een sigaar voor Timo."

„Voor Timo? " Verbaasd kijkl Jozias hen aan. „Wat willen jullie met Timo? " Hel lijkt of zijn stem een beetje boos klinkt.

„Timo heeft het zelf tegen ons gezegd", komt Paul, „die gulden heeft hij aan ons gegeven." „Waarom komt hij dan niet zelf? " vraagt Jozias. „Hij is in de winkel van mijn oom en hij kan niet komen. Hij moet teveel hoesten", vertell Jelle. Jozias schudt zijn kale hoofd, mompelt wat en zoekt onder de toonbank twee sigaren op.

„"I Wordt nog eens zijn dood", gromi Jozias, „dat gezwerf en gehoest. Hier! Geef deze sigaren maar aan Timo. De beste die ik heb."

(wordt vervolgd)

Jarymke en Gilben Maljaars, Aagtekerke. Voor de laatste keer Jarymke. Ik zal jc brieven missen! Een groot kado heb jij gekregen zeg! Maar als je straks elke dag een eind moet fietsen, kun je hem niet missen. En Gilben. krijg ik ook nog een keer een brief? 't Is al zo lang geleden. Je mag hem ook zelf schrijven hoor, of vind je het op de komputer makkelijker gaan?

Marja, Henk-Jan en Bart Molenaar, Boskoop. Voor het laatst in het 'hoekje' Marja, wantje bent bijna twaalf jaar. Dat wordt straks hard leren hoor! Ik ben benieuwd of jullie schoolhof er al is. En Henk-Jan, jij schrijft ook al van die mooie brieven. Ik denk dat jij graag tekent. Maak jij die mooie tekeningetjes bij de opdrachten zelf Bart? Als dat zo is, vind ik dat wel knap.

Carla Simons, Terneuzen. Leuk hoor, een nieuwe kamer! Zit het behang er al op? Al je spulletjes moet je weer een eigen plekje geven. Je zult het er wel heel druk mee hebben. (Vergeet de Daniël-opdrachten niet...) Als alles klaar is, hoor ik vast nog wel eens van jc hoe het allemaal geworden is.

Marjan Both. Berkenwoude. Wat een leuk postpapier heb jij. Jullie hebben zoveel lammetjes, je hebt er vast wel eens geboren zien worden. Of niet? Je moet me ook maar eens vertellen wat leplammetjes zijn. Dat weet ik echt niet.

Jaeomijn Hoekman, 's-Gravenpolder. Daar sta je dan. Vast wel een verrassing. Hebben jullie fijn gezongen met de uitvoering? Dat zal best mooi geweest zijn, al die kinderstemmen. Ik hou ook van zingen. Heb je je boekje al gelezen? Ik hoor nog wel van je hoe je het vond.

Neline Hogendoorn, Driebruggen. Je bent een trouwe puzzelaarster. Wantje doet al bijna drie jaar mee. Dan mag je best eens in het posthoekje staan. Bert is nu al weer een jaar. Wat gaat de tijd hard hè? Loopt hij al, en kan hij al een beetje praten? Schrijf me maar weer eens hoe het bij jullie is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1994

Daniel | 34 Pagina's

Ons vervolgverhaal deel 2

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1994

Daniel | 34 Pagina's