Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leer en leven moeten met elkaar overeenstemmen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leer en leven moeten met elkaar overeenstemmen

Over de Nadere Reformatie

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reformatie en Nadere Reformatie zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Wijlen dominee L. Rijksen zei vroeger eens: 'De mannen van de Reformatie hebben de gracht gegraven en de mannen van de Nadere Reformatie hebben de gracht uitgediept'. Deze uitspraak is zeker niet van waarheid ontbloot, want de nadere reformatoren wilden voortgaan in het spoor van de reformatoren (Luther, Calvijn en Zwingli). Het geheel werd door hen verder uitgewerkt en uitgediept.

Waarschijnlijk is de aanduiding 'Nadere Reformatie' voor het eerst gebruikt door jacobus Koelman, een predikant die leefde van 1632 tot 1695. Wat betekent deze naam eigenlijk? Voortgaande Reformatie, zowel van de leer als van het leven. Was dat dan nodig? Ja zeker!

Leer en leven

Er wordt van de Nadere Reformatie de volgende begripsbepaling gegeven: 'De Nadere Reformatie is de beweging binnen de Nederduits Gereformeerde Kerk die zich tegen algemeen verbreide wantoestanden en misvattingen kerend, met profetische bezieling, aandringt op en ijvert voor zowel de innerlijke doorleving van de gereformeerde leer en de persoonlijke levensheiliging van alle terreinen des levens.' De Nadere Reformatie streefde naar een volkomen doorwerking van de leer der Reformatie en van het leven naar de eis van Gods Woord in het gehele volksleven. Het ging dus om de zuiverheid van de leer en de uitwerking van die leer in het persoonlijk en maatschappelijk leven. Leer en leven moesten met elkaar in overeenstemming zijn.

Je zult vragen, was dat dan niet het geval? Nee, daar mankeerde over het algemeen heel veel aan. Er was zowel op het leven van de predikanten als van de gemeenteleden, veel aan te merken. Sommige predikanten moesten geschorst worden wegens dronkenschap en ontucht. Vlak na de Reformatie waren er roomse priesters, die om den brode predikant werden, maar die de ware leer absoluut niet verstonden. Er was dan natuurlijk geen sprake meer van een bewuste keus voor de Reformatie alleen, maar een zich aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden. Heel onzorgvuldig werd er met de sleutel van de kerkelijke tucht omgegaan. Men doopte maar alles wat er in het doophuis werd gebracht. De gemeenteleden leefden vaak heel werelds. Men gebruikte het Avondmaal zonder dat men besefte wat men deed. Er waren Avondmaalgangers, die pas in de kerk kwamen na de preek, even aan het Avondmaal deelnamen en weer verdwenen.

Scherp werden de zonden van volk en gemeente aangewezen en bestraft. Vooral de ontheiliging van Gods dag was een zonde waartegen ze zich fel keerden.

De bevindelijke leer van de godzaligheid behoorde ook gestalte te krijgen in de dagelijkse praktijk van het leven (huisgodsdienstoefeningen!). De nadruk werd gelegd op de praktijk der godzaligheid. Wat beleden wordt, moet in het hart ook doorleefd worden en in de praktijk van iedere dag uitkomen. Het geloof zonder de werken is dood! Daarom werd gewezen op de noodzaak van heiligmaking. De levensheiliging moest tot uitdrukking komen in een christelijk leven op alle levensterreinen.

Teellinck

Er zou over de Nadere Reformatie veel te schrijven zijn, het is een breed onderwerp. Ik wil me in dit artikel beperken tot wat grote lijnen. Heel globaal genomen kunnen we de beweging dateren van 1600 tot 1 750. Uit de begintijd zijn als belangrijke vertegenwoordigers te noemen Jean Taffin, de hofprediker van Willem van Oranje en Willem Teellinck. Vooral Teellinck (1579-1 629) heeft in zijn naar onze maatstaven betrekkelijk korte leven veel betekend. Het was aanvankelijk de bedoeling dat hij rechten zou gaan studeren. Echter: de mens wikt, God

beschikt. In die tijd was het in gegoede kringen de gewoonte om buitenlandse universiteiten te bezoeken en daar ook een studie te volgen. Teellinck kwam zo in kontakt met Engeland. Daar leerde hij het puritanisme kennen, wat op hem een diepe indruk heeft gemaakt. Later heeft hij verteld over de godvrezende levenswandel van de Engelse puriteinen. De zondagsviering werd stipt in acht genomen. Ook op de

weekdagen was het merkbaar dat men niet alleen sprak over Gods Woord, maar ook het dagelijks leven ermee in overeenstemming was. Het eerste wat men 's morgens deed was het persoonlijk gebed, daarna las men een hoofdstuk uit de Bijbel. Wanneer men 's middags thuiskwam was het eerste dat men deed, weer de Heilige Schrift ter hand nemen, daarna gezamenlijk de naam des Heeren aanroepen en dan ging men aan tafel. Onder het eten sprak men over wat zojuist gelezen was, daarna zong men een psalm. Bij het avondeten deed men hetzelfde. Voordat men ging slapen zocht men weer het aangezicht des Heeren. De zaterdagen waren voorbereidingsdagen op de zondagen. De sabbat begon al op zaterdagavond. Dan moest alle werk in huis gedaan zijn en was het tijd voor de geestelijke oefeningen. Al deze zaken heeft Teellinck in zijn latere leven zelf in de praktijk gebracht.

Vrucht

De vraag mag toch wel gesteld worden of de prediking van Teellinck en zijn geestverwanten ook vruchten heeft gedragen en of hun voorbeeld leidde tot navolging. Het beste is om Teellinck hierover zelf aan het woord te laten. In het voorwoord van zijn 'Huijs boecken' schreef hij: 'Wij hebben hier in Middelburg alle reden om de Heere te danken. In grote menigte komt u 's zondags op naar Gods huis. Onze vier kerkgebouwen kunnen de mensen niet eens allen bevatten. Vele gezinnen mogen voor 'kleine kerken' worden gehouden; er is een goede orde en regel. Als het Avondmaal gevierd wordt, brengt u uw zonen en dochteren mee aan de tafel. De negen predikanten van de stad hebben veel catechisanten. U doet veel voor de armen en u bezoekt de zieken.'

Voetius

Een man die ook veel invloed heeft gehad op de beweging van de Nadere Reformatie is de bekende Gisbertus Voetius geweest, die jarenlang professor was aan de universiteitvan Utrecht. Ook deze strijder voor de erfenis van Dordt was een kind van Adam, zoals wij dat allemaal zijn. Dat betekent, dat veel zonden en gebreken ook hem hebben aangekleefd. Toch heeft ook hij beoefend wat hij de gemeente en de studenten in de theologie voorhield. Achter zijn geleerdheid en grote belezenheid klopte een hart, dat door genade vervuld is geweest met de vreze des Heeren. Wat heeft hij een diep inzicht gehad in wat er in het mensenhart om kan gaan. In Utrecht was een vriendenkring waar verschillende predikanten en andere vromen lid van waren. Voetius kwam daar ook graag. Daar is veel samen gesproken over het werk dat God verheerlijkt in zondaarsharten. De liefde die er is tot de Heere jezus, maar ook over de zorgen van het kerkelijk leven. Er bleven immers zoveel dingen die men graag anders wilde zien. Het ging deze mannen er niet om hun zin en wil door te drijven, maar om de eer des Heeren.

Er wordt wel eens gezegd: een nauw leven, dicht bij de Heere, geeft een ruim sterven. Dat is bij Voetius ook het geval geweest. Enkele dagen voor zijn sterven zei hij dat hij reeds lang met de gedachte van sterven vertrouwd was geworden. 'Ik weet in Wie ik geloofd heb en ben verzekerd, dat God machtig is mijn pand, bij Hem weggelegd te bewaren tot die dag.' Niet altijd was Voetius zo bemoedigd. Soms moest hij klagen: 'Heeft dan God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden met toorn toegesloten? ' Maar toen het einde kwam was zijn opmerking: 'Daar behoeft mij niemand te vragen waar ik heen ga. Ik ga naar de plaats waar jezus is. Wij zijn één en zullen nooit gescheiden worden.'

Kenmerken

Uit de latere periode kunnen we mannen als Hellenbroek, Smijtegelt en Schortinghuis noemen. Ondanks onderlinge verschillen riepen ze allen op tot gehoorzaamheid en onderwerping aan het Woord van God; hopend dat de reformatorische beginselen in het volksleven zouden gaan doorwerken, zoals het zuurdesem naar het woord van Christus het gehele meel doortrekt. De heersende volkszonden werden aangewezen en bestraft. Ze riepen op tot bekering en geloof. Niet een uitwendig

geloof, maar een persoonlijke, bevindelijke kennis van God en goddelijke zaken is noodzakelijk. Hiertoe is het werk van de Heilige Geest nodig. In de prediking werd gewezen op de noodzaak en de mogelijkheid van bekering. Niet alleen werd gesproken over het werk dat de Heere voor Zijn volk gedaan heeft om hen zalig te maken, maar ook hoe dat werk in Zijn kinderen gestalte krijgt. Vaak worden de nadere reformatoren ervan beschuldigd dat ze teveel aandacht gaven aan de kenmerken van het geloof. Toch is die beschuldiging niet terecht. Heeft de Heere jezus niet Zelf de kenmerken van de ware gelovigen genoemd in de grondwet van het koninkrijk der Hemelen (de bergrede)? . Ook in het Oude Testament komen die kenmerken voor, bijvoorbeeld in Zefanja 3 : 12 'Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op de Naam des Heeren betrouwen!' Als we de kenmerken maar nooit zien als het eindstation. Wijlen dominee Van Haaren noemde ze wegwijzers, waarop de plaats die we zoeken geschreven staat. Het leven ligt toch zoals ons doopformulier zegt, buiten onszelf, alleen in de van de Vader Gegevene en Gezondene, de Heere Jezus Christus.

Betekenis

Nu kunnen we de vraag nog stellen of de beweging van de Nadere Reformatie gelukt is. Als we de geschriften lezen van een van de laatste vertegenwoordigers,

Theodorus van der Groe, zouden we geneigd zijn om 'nee' te zeggen. Toch is dit niet helemaal juist. Het is door mensen nooit te bepalen voor hoevelen die prediking tot eeuwige zegen is geweest. Ook werden door het verkondigde en geschreven woord Gods kinderen op het 'bondigst vertroost.'

De maatschappelijke betekenis door de Nadere Reformatie is niet gering geweest. In het buitenland stond ons land bekend als echt calvinistisch. Vooral de toenemende zondagsheiliging en de daarmee gepaard gaande afname van de zondagsarbeid trokken de aandacht.

Ook de eerbied die er uitging van het leven van Gods dienaren en kinderen als leesbare brieven van Gods vrije genade moeten we niet onderschatten. Ons wenkt het beeld der vaderen.

En nu?

Gelukkig mag dezelfde schriftuurlijkbevindelijk prediking ook nu nog gebracht worden. De rijkdom van Gods genade in Christus mag nog verkondigd worden voor de grootste der zondaren. Ook nu moet altijd weer benadrukt worden dat een prachtige belijdenis goed is, maar niet genoeg. Daarom zijn de preken van de oudvaders in deze tijd nog aktueel. jonge vrienden, laat de geschriften van onze vaderen niet ongelezen. Zeker niet nu er heden ten dage zoveel werken van oude schrijvers herdrukt worden. Smeek of God ons datzelfde geloof, versierd met een godzalige levenswandel, wil schenken. Van hen geldt wat er staat in Hebreën 13:7 'Gedenkt uw voorgangers, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandel.'

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1995

Daniel | 32 Pagina's

Leer en leven moeten met elkaar overeenstemmen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1995

Daniel | 32 Pagina's