Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De echo van het gebed weerklinkt:„Ik zoek Uw aangezicht”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De echo van het gebed weerklinkt:„Ik zoek Uw aangezicht”

Over plicht tot en behoefte van gebed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heb je het verhaal van koning Richard Leeuwenhart van Engeland wel eens gehoord? In een oorlog met Duitsland werd hij gevangen genomen en ergens in een sombere gevangenis opgesloten. Niemand van zijn vrienden wist, waar hij gevangen zat. En hoe moest men dat te weten komen? Maar... liefde is vindingrijk en zijn vrouw vond een oplossing. Richard had voor de oorlog met zijn burchttroubadour, een zekere Blondel, een lied gemaakt, een beurtzang. Eerst zong de zanger een couplet en daarna de koning en zo verder. Nu werd deze Blondel erop uitgestuurd. Hij trok naar Duitsland, zwierf daar van burcht naar burcht en zong dan in de onmiddellijke nabijheid van de gevangenis die zo'n burcht had zijn lied met luide stem. Zou koning Richard het horen, dan zou hij vast en zeker zijn 'echo-lied' wel laten horen.

Zonder resultaat reisde Blondel langs vele plaatsen. Eindelijk voerde God in Zijn voorzienige leiding hem naar de burcht waar zijn koning zich in een cel bevond. En hoor, toen hij het eerste vers gezongen had, klonk daar onmiddellijk uit de gevangenis het tweede. Hij zong het derde en de koning gaf antwoord in het vierde. Nu wist de zanger waar zijn koning zich bevond en plannen konden worden gemaakt om hem te gaan bevrijden. De echo van zijn lied had hem ontdekt!

De plicht ontkend

Een treffend verhaal, vind je niet? 'k Moest er aan denken bij het nadenken over ons bidden. Zeker, er zijn wel heel veel mensen, die het je afvragen: aarom zou je toch bidden? De eeuwige God is toch veel te groot om Zich bezig te houden met ieder mens afzonderlijk! Natuurlijk, Hij regeert wel het grote geheel van het aardse leven, maar het is toch klare dwaasheid om te geloven, dat Hij Zijn aandacht geven zou aan al die miljoenen mensen persoonlijk? Gelukkig mogen we zeggen, dat deze sprekers ongelijk hebben! Uit hun spreken blijkt, dat ze de Koning niet kennen! De Heere is zo groot, omdat Hij Zich juist met het kleine inlaat en Zijn hand tot de kleinen wendt! Zijn zorg strekt zich zelfs uit over mussen en haren! (Mattheüs 10:29-31). Hij ziet en hoort elk mens, ook jou!

„Ach ja", zeggen anderen, „dat zal waar zijn. Maar waarom zouden wij bidden? De Heere weet immers toch alles? ! Niets is voor Hem verborgen en moeten we dan de Heere inlichten over al onze noden en begeerten? We zouden Hem er maar mee vermoeien. Hij kent alle noden veel beter dan wij die kennen, 't Is veel beter om maar alles aan de Heere over te laten. Hij weet wat goed voor je is; wacht maar rustig af”.

Gelukkig mogen we zeggen, dat ook deze sprekers ongelijk hebben. Zeker, de Heere God is een alwetend God. Hij kent van verre onze gedachten; Hij doorgrondt ons hart tot in de schuilhoeken toe. Hij kent ons leven van gisteren, van vandaag en van morgen! Maar daaruit mogen we nooit concluderen, dat bidden overbodig is. God eist van ons, dat we door het gebed onze behoeften Hem bekend maken zullen; onze afhankelijkheid aan Hem zullen belijden en al onze noden Hem zullen vertellen. Niet voor niets zegt Hij het zo welmenend en vriendelijk: „Stort voor Mij uit je ganse hart”.

De plicht aangewezen

Misschien voeg jij je wel in de rij van sprekers, die deze en andere tegenwerpingen hebben op de plicht tot gebed. Wellicht heeft het gebed geen waarde (meer) voor jou. (e verwacht het van je denkend hoofd;

van je krachtige handen, maar niet van gevouwen handen. Maar daarmee ben je niet van de Heere af! Hij verwacht, met eerbied gesproken, ook jouw stem. Hij zegt dat immers Zelf in Zijn Woord! Voortdurend klinkt daarin Zijn stem: „Vraagt naar de Heere en Zijne sterkte, zoekt Zijn aangezicht geduriglijk". En die roepstem van God is een bevel! God eist van jou datje naar Hem vraagt. Hij is immers je Schepper? ! Maar nee, het is niet alleen een eis; 't is ook een onbegrijpelijk voorrecht! Je mag nog naar de Heere vragen. Is jou dat al eens een wonder geworden? In het paradijs hebben we God verlaten; de band met Hem doorgesneden, zijn we van Hem weggelopen, vijanden van God geworden en dan toch... „Zoek Mijn aangezicht". Hebben jij en ik het niet verdiend om voor eeuwig van Gods aangezicht verbannen te worden? Maar ook vandaag klinkt het zo hartelijk, zo gunnend, zo teer: "Zoek Mijn aangezicht". Mag ik het je vragen: hoe staat het met jouw gebedsleven? Hoeveel tijd zonderde je vandaag af voor de Heere? Was het meer dan vijf minuten? En ... hoe was dat gisteren en eergisteren?

De echo van de ziel

David, de man naar Gods hart, mag op de eis van God een heel persoonlijk antwoord geven. Je leest in Psalm 27 „Ik zoek Uw aangezicht". Endenk dan weer eens aan het verhaal van koning Richard. Hij beantwoordde de zang van Blondel met een echozang. Zo was het bij David: de eis van God was doorgedrongen tot in het diepst van zijn ziel. En, door Gods Geest gewerkt, mag de echo van zijn ziel zijn: „Ik zoek Uw aangezicht, o Heere". Is dat bij jou ook zo geworden? Mag je dit David en al Gods kinderen nazeggen?

Hoe noodzakelijk is het in ons leven, dat dit antwoord er komen mag. Je vraagt: waarom dan toch? Nu: is de Heere het niet waard, dat je naar Hem en Zijn sterkte vragen zou? En daarbij: wat is je leven nameloos arm als je God niet kent! Wat ben je nameloos ongelukkig als je denkt het zelf wel te kunnen; wanneer je genoeg hebt aan wat deze wereld lijkt te bieden. Maar mag ik het je zeggen: dat alles is zo leeg, hol en 't is niet meer dan klatergoud! Augustinus zei het zo terecht: „Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U, o God". Rust buiten God is er niet en nergens te vinden! Dat kan ook niet, want God heeft ons geschapen met ons gezicht naar Hem toe en daarom krijgen we alleen rust als we Zijn aangezicht weerzoeken en... vinden!

Of je dan maar op commando moet gaan bidden? Of God je het bidden niet moet leren? Ongetwijfeld waar! Door onze opvoeding of door het onderwijs op school leer je bepaald niet het echte bidden. Bidden moet geleerd worden op de leerschool van de Heilige Geest. Alweer: dat heeft Augustinus ook beleden: „Heere, geef wat Gij van mij vraagt en beveel dan". Zeg dat maar eerlijk tegen de Heere: „Heere, ik moet bidden, maar ik kan en wil het niet. Leer U het mij en vervult U de eis tot gebed in mijn jonge leven. Nu bid ik slechts voor de vorm en zeg ik, dat ik er geen tijd voor heb. Maar 't is zo anders: ik ben geesteloos en goddeloos. O leer mij hoe dat ik bidden moet”.

Wanneer Gods Geest je hart doorlicht en je aan jezelf ontdekt wordt; wanneer je God leert kennen in Zijn heiligheid, rechtvaardigheid en alwetendheid ga je het belijden: "O God, ik kan niet bidden". Maar dat is het wonderlijke; je kunt het dan ook niet meer laten! Bedelaar word je aan Gods genadetroon. Nee, je zegt niet: ik zal Uw aangezicht nog wel eens gaan zoeken! De echo van je ziel wordt dan: ik zoek Uw aangezicht, o Heere. Niemand is er nodig, die je zegt dat je in de 'binnenkamer' gaan moet om de Heere te smeken om genade. Je wordt er namelijk in gedreven; je kunt het niet meer nalaten. De eis tot gebed is veranderd in... een behoefte tot het gebed. Nee, anderen heb je daar niet bij nodig, 't Is je behoefte alleen te zijn met God.

Bij jou ook al?

Het zou best kunnen zijn, dat jij heel eerlijk moet zeggen, dat je weinig bidt. Je voelt je biddeloos, machteloos, hopeloos, God-loos! Je denkt: had ik nou eerst maar eens behoefte om te bidden, want die lusteloosheid en biddeloosheid krijg ik niet weg. En... je hebt gelijk! Maar dit mag ik je zeggen: het is toch beter om biddeloos te bidden op je knieën, dan om verder te rennen in de haast van elke dag. 't Is veel beter om biddeloos aan Zijn voeten te gaan liggen wachten op Zijn komst, dan moedeloos je weg verder te gaan. De Heere is toch de Almachtige? Zou Hij niet alles kunnen veranderen in jouw leven? Zou Hij geen raad weten met jongeren, die het vragen: „Heere, leer mij bidden? " Bij Hem is mogelijkheid in jouw onmogelijkheid!

Bij de koning van Engeland kwam vroeger eens een bedelaar om hem wat te vragen. „Wanneer zult ge eindelijk eens ophouden met steeds maar weer iets te vragen? ", vroeg de koning verstoord. En weet je wat het heldere antwoord was? „Wanneer Uwe majesteit ophoudt met geven". Hoe anders is de Koning der koningen. Hij zegt het, ook vandaag: „Zoek Mijn aangezicht gedurig". Is hetdoor genade-jouw'echo-lied' al: Dat wil, dat zal ik doen, ik zoek de zegen alleen bij U, o Bron van troost en licht.

Wanneer je daar 'ja' op zeggen mag, weet ik het zeker: dan zul je de Koning vinden. Op Zijn tijd!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996

Daniel | 32 Pagina's

De echo van het gebed weerklinkt:„Ik zoek Uw aangezicht”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1996

Daniel | 32 Pagina's