Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bezwaren tegen de geest der eeuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bezwaren tegen de geest der eeuw

Da Costa en het Reveil

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de 'Daniël' van 16 februari schreef ik over de jeugd, de bekering en de doop van Isaac da Costa. In dat artikel ging het meer om een korte levensschets. Ik kon niet ingaan op zijn geschriften en zijn relatie tot het Reveil. Deze keer willen we Da Costa belichten vanuitzijn belangrijkste jeugdwerk: 'Bezwaren tegen de geest der eeuw'. Het zal duidelijk zijn, dat hij hiermee de negentiende eeuw bedoelt. Al na zijn tweede promotie (21 juni 1821), nu tot doctor in de letteren, betoont hij zich een 'ware' leerling van Bilderdijk en schiet hij zijn pijlen aftegen de tijdgeest. Hij wist bij voorbaat, dat de kansen op een mogelijk professoraat nu verspeeld waren. Dat kon hem echter niet afremmen. Het is trouwens opmerkelijk dat Da Costa zich steeds mr. en geen dr. noemt.

Reveil

Reveil betekent: opwekking op geestelijk gebied. De beweging in ons land heeft zijn voorgeschiedenis in het buitenland. In Zwitserland was een zekere ds. Malan, die door het licht van de Heilige Geest het geheim van het Woord ontdekt heeft bij het lezen van Romeinen 5. Hij wilde de kerk terugroepen tot de Schrift, maar er werd hem het verbod opgelegd om in de kerk te spreken over de kernstukken van het Evangelie. Toen hij hier geen gehoor aan gaf, werd hij geschorst. In de tuin van zijn huis bouwde hij een kerkje en kreeg na verloop van tijd veel aanhang. Hij is de dichter van heel wat bekende 'gezangen', zoals 'De dorre vlakte der woestijnen zal zich verblijden eindeloos'. In Frankrijk waren het de gebroeders Monod, die de strijd tegen de leer van de deugdzaamheid in de kerk aanbonden en in Duitsland hebben de Krumachers de opwekking geleid. In ons land was het Bilderdijk, die als eerste tegen de geest van de Verlichting inging. Een van zijn leerlingen was Da Costa.

Doel van het Reveil

In het Reveil gaat het om de toepassing van het geloof in de praktijk, om de levensheiliging. Veel hebben de mannen van het Reveil gedaan voor het onderwijs, evangelisatie, zondagsschoolwerk, diaconessenarbeid, armenzorg, bewaarscholen (voorloper van onze kleuterscholen), naai-en breischolen, geestelijke verzorging in het leger, zending in Israël. Verder waren ze ook actief in de strijd tegen de prostitutie en de slavernij (al vormde Da Costa in zijn 'Bezwaren' eerst een uitzondering, want hij was aanvankelijk tegen de afschaffing van de slavernij, later heeft hij dit herroepen).

Betekenis van het Reveil

De mannen van het Reveil wilden terug naar het onfeilbare Woord van God. De persoonlijke toepassing van het heil is noodzakelijk. Zij brachten de bezinning op de leer en de positie van de kerk op gang. Zij streefden naar de doorwerking van het christelijk geloof in het staatkundige en maatschappelijk leven. Toch waren er ook tegenstellingen in de Reveilkring. Ik denk bijvoorbeeld aan het vraagstuk van de vaccinatie, de houding ten opzichte van de Afscheiding. Groen van Prinsterer noemt de Afscheiding in 1834 een ramp voor de kerk, hoewel hij het ook voor de afgescheidenen opnam. Tenslotte werd er ook verschillend gedacht over de functie en de waardering van belijdenisgeschriften. Groen: „Een kerk zonder belijdenis is geen kerk" (juridische weg). Da Costa: „De kerk is niet voor de afval te behoeden als men de formulieren handhaaft. Alleen de prediking is het enige middel tegen de afval en het verval" (medische weg). De tegenstellingen in de reveilkring zijn verklaarbaar. De leiders hebben een verschillende afkomst. Dit varieert van hervormd en luthers, tot joods en dopers. Al is het in Nederland binnen de reveilkring nooit tot een kerkscheuring gekomen, de werfkracht is

beperkt gebleven door de interne problemen.

Bezwaren...

In 1823 bond Da Costa de strijd aan tegen de heersende mening in kerk, staat en maatschappij in zijn boekje: 'Bezwaren tegen de geest der eeuw'. Het boekje is verdeeld in tien hoofdstukken. Voor me ligt het exemplaar dat is uitgegeven in 1973. Het was toen precies hondervijftig jaar geleden (7 augustus), dat; Da Costa zijn brochure het licht liet zien. Drs. K. Exalto schrijft een kort woord vooraf. Hij constateert dat dit een geschrift is, dat lang na de dood van de schrijver van betekenis is gebleven. In Da Costa leefde een profetische geest, waardoor hij beter dan veel anderen zijn tijd doorzag, en opmerkte welke gevaren kerk en volk in die dagen bedreigden. Exalto vindt ook dat Da Costa op bepaalde punten eenzijdig is geweest. Maar wie is dat niet? En al is het dat we bepaalde opvattingen van Da Costa moeten afwijzen, we kunnen moeilijk ontkennen dat er zelfs dan nog genoeg overblijft wat ook wij ons kunnen aantrekken. Opmerkelijk is in ieder geval, dat geschriften van zijn tegenstanders volkomen vergeten zijn, maar dit boekje heeft vele herdrukken beleefd.

Welke onderwerpen?

Hij schrijft in deze brochure over de godsdienst, de zedelijkheid, verdraagzaamheid en menselijkheid, schone kunsten, wetenschappen, constitutie (grondwet), geboorte, publieke opinie, onderwijs, vrijheid en verlichting. Hij verkondigt een aantal opvattingen in het boekje, die hij later heeft teruggenomen, zoals de verdediging van de slavernij en de afkeer van de grondwet. Het thema of de titel voor dit boekje heeft hij ontleend aan Efeze 6:12 „... tegen de duisternis dezer eeuw...". Da Costa was letterlijk en figuurlijk een reveilman, een wekker. Hij liet het volk wakker schrikken uit de jan Saliegeest, uit de zelfgenoegzaamheid en de gezapige rust. De verontwaardiging over dit boekje van 98 bladzijden was groot. Een krant opende een domperrubriek. Da Costa had op al het optimistische van het vooruitgangsgeloof en de macht van de Verlichting een domper gezet, 't Ging toch allemaal zo goed? In diezelfde krant werden Da Costa en zijn volgelingen uitgescholden voor 1618-ponders, dompers, dwepers en de nachtschuit. Politiebewaking van zijn huis in Amsterdam was zelfs noodzakelijk.

Slavernij

Ik licht er even een bepaald onderwerp uit. Wat schreef Da Costa over de afschaffing van de slavernij? Ik citeer een gedeelt uit: verdraagzaamheid en menselijkheid: „ Ik houd het daarvoor, dat de afschaffing van de slavernij der negers mede behoort tot die hersenschimmige menselijke wijsheid die de Almacht wil vooruitlopen en niets uitrichten ten goede, maar veeleer eindeloos veel ten kwade (...).”

Hier staat hij duidelijk onder invloed van de contra-revolutionaire Bilderdijk. Hij (Da Costa) werd ook gezien als de 'aap van Bilderdijk' met zijn 'zotgeschrijf'. Letwel: in een latere periode heeft Da Costa deze uitspraken herroepen. Helaas is in het handboek van de geschiedenis van het christendom over Da Costa het citaat over de slavernij als enige opgenomen. Er wordt niet vermeld dat hij deze visie later heeft herroepen.

Perioden in Da Costa’s leven

'Bezwaren tegen de geest der eeuw' moeten we zien in het licht van de verschillende perioden, die het leven van deze 'bekeerde jood' heeft gekenmerkt: zijn jeugdperiode tot 1823, zijn strijdperiode van 1823-1826, de wending van 1826-1829 en zijn maatschappelijke periode van 1840-1860. In zijn 'Bezwaren' deed hij een aanval op zijn eeuw als een tijd van hoogmoed, van geestelijke slavernij, van bijgeloof, onkunde en duisternis. De 'rust' in Nederland werd wreed verstoord. In diezelfde periode organiseerde Da Costa tal van lezingen, in zijn eigen huis of ergens anders, mede om een bron van inkomsten te hebben. Deze lezingen gingen vooral over de vaderlandse geschiedenis en de Nederlandse taal. Als een 'echte reveilman' hield hij thuis 's zondagsavonds bijbellezingen. Een bezoeker noteerde deze bijbellezingen trouw en momenteel zijn ze nog verkrijgbaar in zes boekdelen.

Maatschappelijke erkenning

Rond 1840 is het denken van Da Costa enigszins tot klaarheid gekomen. Van een 'blindelings' volgen van de contra-revolutionaire Bilderdijk is hij meer de gematigde anti-revolutionair geworden. In 1839 viel hem een belangrijke benoeming ten deel: hij werd benoemd als lid der Tweede Klasse van het Koninklijk Nederlands Instituut van Letteren, Wetenschappen en Schoone Kunsten. Dit was het begin van zijn maatschappelijke erkenning die alleen maar groter zou worden. Hij werd onder andere promotor van de evangelisatie, van een zendingsgenootschap, van zondagsschoolwerk en van instellingen voor de opvang van mensen in psychische en sociale nood.

Toen hij stierf, bleek hij een algemeen gerespecteerd mens te zijn, door vrienden en zelfs door vroegere vijanden. „Hij was een christen", zei Groen van Prinsterer, maar zijn christen-zijn is nooit in mindering gekomen op zijn jood-zijn.

Treffend is in dit verband 'een laatste aantekening omtrent mijn zaken in geval van overlijden', door hem geschreven op 29 september 1 845: „Dat zij (Da Costa's kinderen) zich verder ook nimmer schamen, maar veeleer, met ootmoed en op God behagelijke wijze, er een eer in stellen, en het hun nakomelingen verhalen, dat zij van afkomst kinderen Abrahams zijn. Dat zij er altijd voor uitkomen, schoon geen geboorte naar het vlees ons voorde eeuwigheid kan baten, het voorrecht te hebben (bij de wereld zeker weinig geacht of geschat maar bij de Heere nooit voor te niet gegaan verklaard) te behoren tot de stam dier joden, als wier Koning Hij geboren werd, gekruist is en regeren zal in eeuwigheid (...). De Heere gedenke hen ten goede om Christus'wille en rekene onder Zijn volk van Israël in genade. Ziedaar mijn nalatenschap aan de mijnen: Christus, de Hope Israëls en aller arme zondaren. Amen ”.

H. I. Ambacht

B. S. van Groningen

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1996

Daniel | 32 Pagina's

Bezwaren tegen de geest der eeuw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1996

Daniel | 32 Pagina's