Gespreksvragen

1. Noem voorbeelden van smaad en vervolging waarvan sprake is in Mattheüs 5:11. Weet je voorvallen uit je eigen leven?

2. Hoe kan het dat een gelovige niet altijd ervaart wat Paulus zegt: „Allen die godzalig willen leven in Christus Jezus zullen vervolgd worden"? Is er dan sprake van twee heren dienen? Of is er sprake van verdraagzaamheid vanwege de algemene genade? Moet/mag je vervolging zoeken?

3. Kan iemand zich verblijden en verheugen in het lijden? Motiveer je antwoord. Geef voorbeelden uit de Bijbel. Hoe kun je daar verkeerd mee omgaan?

4. Mag een gelovige klagen vanwege de vervolging die hem overkomt of moet hij altijd goedsmoeds zijn en op het loon zien? Motiveer vanuit de Bijbel.

5. Als je het geheel van de zaligsprekingen overziet, wordt de kloof tussen de burgers van het Koninkrijk Gods en de burgers van het koninkrijk der wereld steeds wijder. Leg dat uit. Is die kloof overbrugbaar?

6. We zijn gekomen aan het eind van de behandeling van de zaligsprekingen. Probeer er eens een samenvatting van te geven. Kan iemand op grond van de zaligsprekingen van zichzelf aangeven dat hij een burger van het Koninkrijk der hemelen is? Wat is de boodschap van de zaligsprekingen voor jou persoonlijk?

Hunner is het Koninkrijk der hemelen

Het lijkt alsof Gods kinderen in de wereld de grote verliezers zijn. Zij worden aan de kant geschoven, niet meegeteld, ongeschikt geacht en naar de zijnlijn gerangeerd.

De goddelozen schijnen alls te bezitten in deze wereld. Maar de wereld, die zij bezitten gaat voorbij met al zijn begeerlijkheid.

Voor Gods kinderen echter, is een koninkrijk weggelegd. Het zijn koningskinderen. Nu wordt dat nog niet gezien, maar eens zal dat zichtbaar worden. Zij zullen horen: „Komt in gij gezegenden Mijns Vaders en beërft het Koninkrijk, dat voor u weggelegd is van de grondlegging der wereld”.

De goddelozen daarentegen zullen horen: „Gaat weg van Mij, in het helse vuur, dat de duivelen en zijn engelen bereid is”.

Al bezitten Gods kinderen hier niet veel; al kunnen zij hier niet mee komen en al worden zij hier niet geacht, hunner is het Koninkrijk der hemelen.

jezus roept het Zijn verdrukte volgelingen dan ook toe: „Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn”.

Verblijden in smaad en kruis

De Heere Jezus wil niet dat Zijn volgelingen het hoofd zullen laten hangen. Zij mogen zich verblijden temidden van de smaad en het kruis. Er is loon voor hen weggelegd. Een genadeloon.

En zij staan in een lange en gezegende traditie. De Heere Jezus zegt: je hoort bij Abel, bij Mozes, bij David, bij Jeremia, bij johannes en Paulus.

je staat in de rij van profeten, apostelen en martelaren. En al is het dan maar achterin, toch hoor je er bij. Wat baart dit verbazing als de Heere ons dit laat zien. Ik, de onbetekenende, de onwaardige, de gehate en gesmade mens sta in de rij van profeten, apostelen en martelaren. Dan wordt het een eer om vanwege de naam van Christus smaadheid te dragen.

Een steeds bredere kloof

Met iedere zaligspreking zagen wij de kloof tussen de burgers van het Koninkrijk Gods en de burgers van het koninkrijk van de wereld breder worden.

In de laatste zaligspreking is zij het breedst. Daar vervolgt de wereld hen, die in Jezus Christus godzalig willen leven. In de tijd van de antichrist zal dit het hevigst plaatsvinden. Maar dan is de verlossing van de kerk ook nabij!

De kloof tussen Gods kinderen en de kinderen van de wereld zal in de toekomstige wereld worden doorgetrokken, want 'dezen zullen ingaan tot de opstanding der rechtvaardigen en genen tot de opstanding der verdoemden'. Waar hoor jij bij?

Houten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen