Pinksterbede
OJleil'ge Geest, f)ie levend maakt, hem, die door c kJ is aangeraakt: waai zuiverend door mijn gemoed, kom louterende met 'Uw gloecl, kom troostende in mijn gemis, kom scheppend waar in mij niets is.
( Beweeg wat in mij is verstard, schep heilig hunk'ren in mijn hart, doorweek wat in mij is versteend, wat zelfs van hardheid niet meer weent, bevloei mij als een regen 't veld dat lang door droogte is gekweld.
M Onthul wat ik niet heb beseft, breek af wat zich in mij verheft, ruk uit al wat Ge in mij haat en als een onkruid in mij staat, giet troost in iecl're louterwond die door ( Uw werk in mij ontstond.
JCoin, waar ik neerkniel zonder woord, en bid in mij zoals het hoort, vat met c kJw kracht mijn zwakheid aan, wil vormend in mij werken gaan O, Geest, f)ie rijk zijt uitgestort, opdat ik eind'lijk vruchtbaar word.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1997
Daniel | 32 Pagina's