Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige van Flirsch

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige van Flirsch

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Flirsch, Oostenrijk, juli 1997

Hallo allemaal, 't Is hier heel leuk. Mooi uitzicht op de bergen. We zitten best wel hoog, en we hebben al heel wat wandelingen gemaakt. Zou niks voor u zijn, ma. Helemaal boven en dan naar beneden kijken. Of langs een behoorlijk glibberig pad, met bijna niks om je vast te houden. Leuke groep hebben we trouwens ook. Behalve één, dan. Veel, veel lol. Ik denk niet dat ik uitgeslapen terug kom. Maar dat geeft niet, hè? Heel veel groetjes van

Ellis

Uitgeslapen was ze niet, die morgen. En Wakker ratelde z'n lesje maar af, alsof er dertig wakkere leerlingen voor 'm zaten. Hoewel, echt erbij leek hij ook niet te zijn. Al een hele poos niet. Toen ze schoolopening hadden, keek hij zo wazig voor zich uit. En tijdens het orgelspelen had hij zelfs een paar fouten gemaakt. De eerste les van 'm wilde ze trouwens zo gauw mogelijk vergeten. Hij was zo ernstig geweest, hun toch altijd vrolijke Wakker. Over het sterven van een collega had hij het gehad. En dat het voor hun nog genadetijd was. Vader praatte soms ook zo. Ellis kreeg het er altijd een beetje benauwd van. Vooral als vader hen er heel persoonlijk op aan sprak dat ze bekeerd moesten worden. Dat ze de Heere Jezus moesten leren kennen als Borg en Zaligmaker. O, voor vader had Ellis best wel respect. Maar vader was zoveel ouder, dan zij... En er was nog zoveel moois te beleven... "Psst, Ellis."

Marieke schoof iets onder haar boek. 't Was niet meer dan een vodje, en 't kwam van Fenneke. Over de reünie ging het. Ze zouden met z'n drieën iets organiseren. Marieke had een oom, die half-half boer was. Op zijn deel kon van alles gedaan worden. En z'n erf was ook heel ruim. "Met z'n allen kamperen, bijvoor-

De meesten waren het er meteen mee eens geweest. Behalve Henrike, dan. Ze hadden een leuke groep gehad in Flirsch. Niet zeurderig, niet te degelijk, maar gewoon gezellig. "Weet jij 't antwoord, Ellis? "

Wakker stond bij haar tafel stil. Antwoord? Had hij wat gevraagd, dan? "Eh, nee, ja, meneer." Ze kreeg het er even warm van. Wakkers vinger wees de vraag in haar boek aan. "1 Petrus 1, " fluisterde Marieke. Ellis bladerde in de Bijbel. "Zijt heilig, want Ik ben heilig..." Toen was ze terug in Flirsch.

Ze waren laat, die middag. De klim naar boven had heel veel gevergd. Zelfs jurjen, die naar zijn zeggen veel ervaring had, en er ook aardig ervaren uitzag met z'n stok, had het zwaar gevonden. Terug ging 't wat makkelijker, maar ze hadden nogal moeten zoeken naar de goede weg. Verschillenden rode 'kreuzen' waren verbleekt of zaten verstopt onder neerhangende takken. En toen, vlak voor hun kamphuis, gleed Henrike uit. In haar val nam ze twee anderen mee. Ellis was de tweede. Ze schampte haar knie aan een steen. Een tak, waaraan ze zich tegen wilde houden, brak af. "Sukkel", schold ze, "kijk dan toch ook uit waar je je voeten neerzet!" Ze keek naar haar schoenen. Voor de vakantie had ze ze gekocht, en ze was er zo trots op geweest. Moest je die krassen nu zien.

"Nou zeg, iedereen kan vallen." jurjen hielp Henrike overeind. Hij keek Ellis aan en schudde z'n hoofd, ledereen, ja, maar Henrike viel over het kleinste steentje. Hoe dat kind er ooit op gekomen was om naar Oostenrijk te

Vriendinnen had ze niet - Jurjen was de enige die haar af en toe hielp. En ze claimde de staf nogal 'ns. Ellis haalde haar schouders op.

'"k Vind het gewoon sukkelig", zei ze. Het kamphuis was vlakbij. Marieke en Fenneke volgden haar. Dat deden ze altijd.

"Heilig leven, wat betekent dat, jongens? Is dat: een rok en lang haar voor meisjes en niet te lange haren voor jongens? Is dat: niet vloeken en niet stelen? Is dat: niet samenwonen, maar trouwen? "

Wakker prikkelde hen wel vaker. Een poosje geleden had hij een hele discussie op touw gezet, waarbij hij een stelling zo negatief verdedigd had, dat ze allemaal gedacht hadden dat hij het meende.

"Naar de kerk gaan op zondag en als 't door-de-weeks is, " zei iemand. "En naar catechisatie, " zei een ander.

"En al 'ns nadenken over belijdenis doen, want je kunt natuurlijk niet altijd dooplid blijven."

"En..."

De antwoorden vlogen door de klas. Wakker knikte.

"En Riet, wat denk jij? "

Riet leek een beetje op de Henrikevan-kamp. Ook zo sukkelig en besluiteloos. Zo degelijk - misschien was dat een beter woord. Riet keek verlegen naar buiten. Ze zou niks durven zeggen - deed ze immers nooit? Hoe Wakker er toch altijd op kwam om haar te vragen...

"Anders dan de wereld."

Riets stem was heel zacht. En opeens was het muisstil. Alsof ze geen van allen snapten wat er gebeurde. "Van binnen en van buiten. Niet alleen aan de buitenkant, en dan vroom verder leven alsof er geen Heere is. Maar ook van binnen - veranderd, vernieuwd. Altijd maar vragen: Heere, wat wilt U dat ik doen zal."

't Bleef stil, heel stil. En Ellis dacht: nu lijkt ze op die vrouw in Oostenrijk.

Bij het kamphuis stond een kleine, grijze vrouw. Ellis had haar al een paar keer eerder gezien. Ze vond haar zo'n typische Oostenrijkse boerin. Altijd droeg ze een wijd mouwschort. Nu had ze een hoofddoek om haar haren gebonden. Voor haar stond een kruiwagen vol hooi. Maar ze had geen oog voor de kruiwagen. Ze keek alleen maar naar Ellis. En van Ellis naar Henrike.

"Ich dacht dat jullie anders zei ze. "Anders, jawohl..." waren",

Toen greep ze de kruiwagen en begon aan een kleine afdaling. Net onder het kamphuis stond een houten hut. Meer was het niet.

"Anders!"

Ellis moest lachen.

"jongens, horen jullie dat? En ze kan het nog in half Nederlands zeggen, ook!"

Marieke en Fenneke lachten mee. "Zeker omdat we een kamp van de kerk zijn", zei Marieke. "Mocht wat."

Ze gingen naar binnen. Henrike zagen ze niet. De vrouw wel. Die stond een half uur later opnieuw bij de alm. Ze laadde hooi op de kruiwagen.

"Daar zijn jullie weer", zei ze, alsof ze het verwacht had. "jullie nette madchens. Van een kirche. Evangelisch, jawohl. Aus Holland."

Ze schudde met haar hoofd. Haar

"Maar geen heiligen ", zei Ellis. "Gewoon..."

De ogen van de vrouw werden heel donker. Ze wees naar beneden, het dal in. Daar stond het kerkje, waar ze die zondag twee keer dienst gehouden hadden. Sober ingericht was het, met maar een paar beelden. Van heiligen. De heiligen van Flirsch.

"Spotters", zei de vrouw, "spotters straft God. Onze heiligen maken niet zalig. Dat weet ik. Dat doet alleen jezus Christus. En Hij vraagt van ons een heilig leven. Voor Hem. En dat is: God lief hebben, en je naaste als jezelf."

Het was of ze de ouderling op catechisatie hoorden praten. Hoe kon dat, hier boven op de berg, in dat Roomse land?

De vrouw ging verder met haar hooi. Alsof er niets gebeurd was. En Ellis ontliep Henrike een beetje, de rest van de vakantie.

"Dat is het, ja." Wakkers stem leek even net zo zacht als die van Riet. "Een leven als Henoch, wandelend met God. Een leven als johannes de Doper: Hij moet wassen en ik minder worden. Een leven als Paulus, dat ook: Als ik het goede wil doen, dan ligt het kwade mij bij. Een heilig leven, omdat de Heere Zelf zegt: zijt heilig, want Ik ben heilig. Zou je er geen zin in krijgen, jongens? Die collega, waarvan ik jullie vertelde, die kende dat leven. Zalig leven is zalig sterven - dat weten jullie toch wel? Maar leven in de wereld, hoe godsdienstig ook, net op de grens misschien, balancerend tussen goed en kwaad... Dat gaat verkeerd, hoor. Hoe mooi en gezellig het ook lijkt. Maar als de Heere komt, wat dan? Weet: zalig zijn de doden, die in de sterven."

Riet veegde over haar ogen. Ellis zag het, en 't werd stiller in haar.

Ze gingen die zaterdag naar Imst. Mooi kleurig stadje. Blauwe, gele en rood-roze huizen wisselden elkaar af. Alleen was het jammer dat de winkels zo vroeg dicht gingen.

"Ze gaan zich voorbereiden zondag", had jurjen gezegd, op de

't Had een discussie op gang gebracht over het roomse Tirol. Ellis was twee jaar terug met vader en moeder in Zwitserland geweest. Daar hadden ze 's zondags een Duitstalige protestantse dienst bijgewoond. Zij had niet alles kunnen volgen, maar vader zei dat de preek echt calvinistisch geweest was. Hier zag je af en toe een bordje met 'Evangelische gottesdienst 9.00u'. jurjen wist te vertellen dat het meer evangelisch dan calvinistisch was. "Da's ook geen wonder", zei Han. "Ze hebben hier amper reformatie gehad." Dat bracht een nieuwe discussie op gang. Of het mogelijk was dat er hier bekeerde roomse mensen leefden. En even had Ellis aan de vrouw bij het kamphuis gedacht.

Toen was daar die begraafplaats geweest. Ellis was achter de groep aan gesjouwd. Veel zin in een begraafplaats had ze niet, maar Han vond dat je er toch best even over heen kon lopen. Als een stukje bezinning. En het had er gestaan, precies bij de uitgang, als een teken van hoop: "Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven." Marieke had gespot dat al die roomsen natuurlijk 'selig' waren. En dat er dus weinig viel te waarschuwen. En Ellis spotte mee. Keihard. Ze lachten erom, de anderen. Behalve een paar. Henrikes ogen hadden iets. Ze keken Ellis aan, lang en doordringend. En Ellis mopperde, binnensmonds, op dat gekke kind, dat ze nooit mee hadden moeten laten gaan.

Wakker gaf het huiswerk op. Vier bladzijden plus de opdrachten. "En denk er nog maar eens over na, jongens."

Ze gingen de klas uit, stiller dan anders. Ergens achteraan kwam Ellis. Ze had opeens geen zin meer in de reünie. Geen zin meer in 't foto's kijken bij Marieke thuis. Geen zin meer in al die leuke, gezellige dingen. Hoe zei Wakker het net ook alweer? Dat je soms zo'n spijt kon hebben van dingen. Echt oprecht, diep in je hart. En dat je daarmee naar de Heere moest gaan. Ze wist het, ze wist het misschien wel te goed met dat verstand van d'r.

"Wie zijn zonden belijdt èn laat..." Bij de Heere was vergeving. Dankzij die ene Mens, Die als de Enige heilig leefde op aarde, en stierf, zoals nog nooit een mens gestorven was. Vergeving, voor haar...? "Ellis, kom je nog? "

Marieke stond bij de kapstokken te gillen. Een paar zesdeklassers trokken hun neus op. "Dat is Havo-5", zei er één. "Worden vanzelf wel ernstig, joh", meende zijn vriend. "Nee, ik kan niet."

Ellis frommelde haar jack in haar tas. "Andere keer, graag."

"Dan niet."

Marieke verdween. Helemaal alleen reed Ellis naar huis.

Rotterdam, september 1997

Hoi Henrike, Je zult wel heel verbaasd zijn dat je een brief van mij krijgt. Ik wou het ook helemaal niet doen. Ik wou niks meer met je te maken hebben. Je zelfs geen uitnodiging voor de reünie sturen. Omdat ik je maar een saai, degelijk mens vond. Maarre, nou ja, d'r is wat gebeurd, waardoor ik heel erg aan de vakantie terug heb moeten denken. En niet alleen aan de leuke dingen.

Wil je me asjeblieft vergeven, dat ik je toen voor sukkel uitschold? En dat ik spotte om het opschrift op de begraafplaats van Imst? En dat ik je de hele vakantie links heb laten liggen, en eigenlijk een heel stel tegen je heb opgestookt? Wat moet je het moeilijk gehad hebben - zie ik nu pas. Wil je het me vergeven, Henrike?

Ik heb gezien, dat het waar was wat die vrouw in Flirsch zei. Je hebt het vast niet gehoord, maar ze zei tegen ons dat ze gedacht had dat we anders waren. En toen spotte ik over heilig, enzo. Dat vond ze heel erg. Ze praatte over een heilig leven. Zoiets zag ik bij jou. En dat wilde ik niet. Was iets voor m'n ouders, maar niet voor mij. Snap je dat? Maar toen hadden we godsdienst, na de vakantie, en toen moest ik een tekst lezen, waarin het ook over 'heilig' ging. En toen was er een meisje in de klas, die net zo was als jij. Nou ja, ik hoef alles niet uit te leggen. Maar 'k ben erachter gekomen, dat ik niet alleen jou verdriet gedaan heb, maar ook, en da's nog veel erger, de Heere. Want Hij vraagt van ons een heilig leven... Kun jij dat, heilig voor de Heere leven? Ik niet, met geen mogelijkheid...

Schrijf je me terug?

Ellis

Nunspeet

Ada Schouten-Verrips

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1997

Daniel | 32 Pagina's

De heilige van Flirsch

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1997

Daniel | 32 Pagina's