Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In maart krijg ik een donorformulier... Wat nu?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In maart krijg ik een donorformulier... Wat nu?

Overwegingen rond orgaandonatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is maart 1998. De brievenbus kleppert. De post! Plotseling valt je oog op een opvallende envelop, je maakt hem open en leest. 'Wil je orgaandonor worden? ', vraagt de brief. Je kunt je wil kenbaar maken op het bijgevoegde donorformulier. Een vraag waar je misschien nog nooit over hebt nagedacht. Toch zal dat binnenkort veranderen. De overheid wil deze vraag bij alle burgers boven de achttien jaar onder de aandacht brengen. Vandaar deze campagne.

jij zult moeten nadenken over deze moeilijke vraag. Daarom hebben we de heer R. Seldenrijk enkele vragen gesteld over dit onderwerp.

Mijnheer Seldenrijk, kunt u kort aangeven wat er op dit moment eigenlijk precies speelt?

In mei 1996 is door het parlement de Wet op de orgaandonatie (WOD) aangenomen. In deze WOD worden regels gesteld over het ter beschikking stellen van organen en weefsels bij leven en na overlijden. Met ingang van 1 februari van dit jaar is deze wet in werking getreden. Een donorcodicil of donorformulier, waarop je kunt aangeven een of meer organen te willen afgeven bij overlijden, is nu een officieel document.

Bij deze wet hoort ook het 'Besluit donorregister'. In het donorregister staan alle namen van mensen die donor willen zijn. ledereen die achttien jaar of ouder is, wordt gevraagd naar zijn of haar persoonlijke mening, je kunt je wil op dit punt kenbaar maken op een donorformulier. Al deze formulieren worden verzameld op een centraal registratiepunt, namelijk het zogenaamde donorregister. Pas na de grootscheepse verzending van donorformulieren (maart 1998) en de registratie van de antwoorden kan dit donorregister dag en nacht door artsen worden geraadpleegd (september 1998). De minister van Volksgezondheid is verantwoordelijk voor het goede functioneren van dit register.

Waarom neemt de overheid deze maatregelen? Wat zijn doel en uitgangspunt van deze WOD?

Sinds 1967 is gewerkt aan een wettelijke regeling voor de transplantatiegeneeskunde. Inmiddels is die regeling vastgesteld. Opmerkelijk is dat deze wet heet 'Wet op orgaandonatie'. Het gaat om het garanderen van de belangen van de donor. Die garantie is heel belangrijk, omdat er veel meer vraag is naar organen dan aanbod. Als zo'n situatie het geval is, moet er worden gewaakt over het zorgvuldig omgaan met de belangen van de donor: handel in organen moet worden tegengegaan, vrije wilsbeschikking, optimale zorg voor de donor in zijn laatste levensfase en rechtszekerheid voor andere betrokkenen (zoals artsen en nabestaanden). Binnen het transplantatiecircuit hoopt men dat de uitvoering van deze wet bijdraagt aan het publieke vertrouwen en uiteindelijk tot een groter aanbod van organen zal leiden.

De WOD bepaalt dat er voor orgaanen weefseldonatie nadrukkelijk toestemming moet zijn gegeven. Er is dus géén sprake van dat iemand automatisch donor wordt tenzij hij of zij aangeeft het niet te willen zijn. De achterliggende gedachte hierbij is dat iedere Nederlander het recht heeft om zelf te bepalen wat er met zijn of haar lichaam gaat gebeuren na het overlijden. Daarom is gekozen voor een zogenoemde 'volledig beslissysteem'. Dit betekent dat men zijn toestemming maar ook zijn expliciete weigering kan laten registreren. Men kan ook laten vastleggen dat nabestaanden mogen beslissen. Het is tevens mogelijk op de donorverklaring te vermelden welke organen of weefsels men wel of niet wil afstaan. Met ingang van 1999 krijgt jaarlijks iedereen die achttien jaar wordt ook automatisch de donorverklaring thuis gestuurd.

En als je jonger bent dan jaar? achttien

In de Wet op de orgaandonatie is geregeld dat ook jongeren vanaf twaalf jaar toestemming kunnen verlenen voor orgaan-of weefseldonatie na overlijden, dan wel daartegen bezwaar kunnen maken. Echter, wanneer een jongere die toestemming gegeven heeft vóór zijn zestiende jaar komt te overlijden en één van de ouders of voogd heeft bezwaar, dan gaat de donatie niet

door ondanks het door de minderjarige ingevulde donorformulier.

Wanneer gaat men eigenlijk over tot het uitnemen van organen?

Organen van overleden donors worden uitgenomen na vaststelling van de dood. De dood kan op verschillende manieren worden vastgesteld. Als er geen ademhaling meer is, stopt ook de bloedsomloop. En daarmee was men vroeger overleden. Doordat we tegenwoordig mensen kunstmatig kunnen beademen, kan het lichaam zelfs langer leven dan de mens van dit lichaam. Als we de manier om te bepalen of iemand overleden is, gaan verfijnen, dan komen we uit bij het begrip 'hersendood'.

Wat is 'hersendood' precies?

Hersenen hebben doorlopend behoefte aan stromend zuurstofrijk bloed. Als de hersenen langer dan enkele minuten bij een normale lichaamstemperatuur en zonder beïnvloeding door medicijnen geen zuurstofrijk bloed krijgen, zijn ze onherroepelijk en totaal beschadigd. De hersendood wordt geconstateerd wanneer er sprake is van een volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengd^ merg. De hersendood is onomkeerbaar. Wanneer de hersendood is geconstateerd doordat de hersenfunctie is weggevallen, kan het lichaam nooit meer zelfstandig leven. Dan is de mens overleden, ondanks het feit dat zijn lichaam misschien nog enige tijd kunstmatig in leven wordt gehouden.

De 'Wet op orgaandonatie' bepaalt dat de dood moet worden vastgesteld door twee artsen die niet zijn betrokken bij het transplantatiegebeuren. Wanneer hiermee de hand zou worden gelicht, zou de transplantatiegeneeskunde hiervan de dupe zijn: door gebrek aan vertrouwen zouden minder mensen bereid zijn als donor beschikbaar te zijn en zich te laten registreren.

Kunt u kort de argumenten voor en . tegen op een rij zetten?

In mijn boek 'Organen en weefsels op reis' heb ik tal van overwegingen rond de transplantatiegeneeskunde genoemd, je kunt hier veel meer over dit onderwerp lezen. In het algemeen zijn tegenstanders bang dat het leven van de donor wordt opgeofferd aan het leven van de ontvangers, dus dat je eerder dood verklaard wordt dan je bent overleden, of dat er meer organen worden weggenomen dan waarvoor toe-

stemming verleend is. Wel is het zo dat de transplantatiegeneeskunde dreigt bij te dragen aan een technologische kijk op de mens en zijn gezondheid. Alsof de mens bijvoorbeeld een auto is, die je eindeloos kunt voorzien van nieuwe onderdelen om hem 'altijd' draaiend te houden.

De Bijbel is richtinggevend voor heel ons leven. Welke bijbelse lijnen zou je rond donorschap kunnen trekken?

Naast de genoemde bezwaren hebben tegenstanders met een christelijke achtergrond ook nog levensbeschouwelijke bezwaren. Door de transplantatiegeneeskunde is ons respect voor de doden veranderd. Een lijk wordt steeds minder gezien als een stoffelijk overschot (Genesis 3:19) van een eens levend mensenkind. Vanuit respect voor de integriteit van het menselijk lichaam zou het stoffelijk overschot gaaf moeten worden begraven in de verwachting van de wederopstanding. Maar hoe staat het dan met mensen die verminkt zijn of die geopereerd zijn in hun leven? Zou dat God in de weg staan (vergelijk 1 Korinthe 15)? En wat te denken van balseming van bijvoorbeeld de lichamen van vader jakob en jozef (Genesis 50)? Dan gebeurt er eigenlijk het omgekeerde van orgaandonatie: e organen verteren eerder dan de rest van het lichaam.

Het principe van de transplantatiegeneeskunde is in christelijke kring algemeen geaccepteerd met het accepteren van bloedtransfusie (de simpelste vorm van transplantatie). Donorschap kan worden gezien als een daad van christelijke liefde (Galaten 6:10), maar het is geen morele verplichting. Bovendien geldt dat wie in het geval van nood een orgaan wil accepteren, zelf bereid moet zijn voor anderen organen af te staan: oor wat hoort wat.

Concreet: ik als jongere sta nu voor de vraag: wat nu? Wat raad u mij aan?

Een eerlijke en verantwoorde afweging kan alleen in het gebed. Praat erover met je ouders en binnen je vriendenkring. Zo kan duidelijk worden wat voor jou een verantwoorde keus is.

De uitkomst van die eerlijke en verantwoorde afweging mag verschillend zijn: ij dragen onze eigen verantwoordelijkheid. Zo namen Ezra en Nehemia ook een verschillende beslissing in een gelijke situatie. Vanwege de eer van God weigert Ezra een militair vrijgeleide en aanbevelingsbrieven (Ezra 8:22, 23), terwijl Nehemia daar juist om vraagt. Als Nehemia die krijgt, ziet hij daarin de goede hand van God (Nehemia 2:7).

Mijnheer Seldenrijk, hartelijk bedankt voor uw toelichting.

Woerden jan de Wildt

Om verder te lezen: Dr. R. Seldenrijk, Organen en weefsels op reis; een medisch-ethische afweging van de transplantatiegeneeskunde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1998

Daniel | 32 Pagina's

In maart krijg ik een donorformulier... Wat nu?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1998

Daniel | 32 Pagina's