Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

RECENSIES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

RECENSIES

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. C. Harinck: Pniël, een worsteling met God. Uitg. Den Hertog, Houten; 88 pag.; prijs f 19, 90.

Het leven van aartsvader Jakob was een veelbewogen leven. De gebeurtenis te Pniël neemt daarbij wel een heel bijzondere plaats in. In Jakobs leven gaat het steeds weer erover hoe hij omgaat met mensen; vooral gaat het over zijn verhouding tot en Heere en de belofte aangaande de Messias. De meest wezenlijke zaken in een mensenleven zijn hier aan de orde. De geschiedenis van Pniël is in het leven van Jakob daarom zo bijzonder en zo belangrijk omdat het daar tot 'afhandeling' komt omtrent dé levensvraag in zijn leven. De zaken tussen de Heere en Jakob komen tot een oplossing; en in de verre schaduw daarvan ook de zaak tussen Jakob en Ezau. Jakob zelf zegt ervan: "Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en mijn ziel is gered geweest." Ds. C. Harinck schrijft op bijbels-pas-

torale wijze over Jakob te Pniël. De gegevens van de Schrift legt hij uit; de worstelingen van het hart beschrijft hij helder. Het bevindelijke leven, en vele worstelingen die daarin voorkomen, wordt duidelijk en pastoraal getekend. Ds. Harinck neemt zijn uitgangspunt in wat de Schrift erover zegt en benadrukt daarbij hoe de mens een en ander ervaart.

De dogmatiek overheerst niet; de heilsorde wordt er niet 'bijgesleept' en 'ingelegd'. We vinden in dit boekje op bijbels-pastorale wijze het geestelijke leven verwoord. Bevindelijke termen worden niet zozeer benoemd; maar bevindelijke zaken worden besproken. Voor de begrijpende lezer wordt het helder dat er standen zijn in het genadeleven. Duidelijk komt naar voren dat er een ontwikkelingslijn is in het geestelijke leven van Jakob en dat Bethel en Pniël daarin belangrijke momenten zijn, waarop wezenlijke dingen gebeuren. Naar voren komt dat er verschil is tussen Bethel en Pniël; in Pniël heeft afhandeling plaats. In dit boekje worden wezenlijke zaken niet bediscussieerd, maar levensecht op bijbels-pastorale wijze uitgelegd. Het boekje is rijk en leerzaam van

inhoud. Daarbij leest het gemakkelijk. Daarom mijn advies: lees en herlees, en laat onze bede maar zijn of de Heere ook onder ons veel zulk genadewerk wil verheerlijken.

Dr. C. van SIiedrecht en J.A. van Sliedrecht-Hoksbergen: Is het wel voor mij? Uitg. IJ. Groen - jongbloed BV, Heerenveen. 76 blz.; prijs f 19, 95.

Door de hervormde predikant dr. C. van Sliedrecht en zijn echtgenote mevrouw J. A. van Sliedrecht-Hoksbergen is een boekje geschreven over "geloofs(on)zekerheid vanuit de verkiezingsleer". Dominee Van Sliedrecht schrijft over de theologische zijde aan de hand van Romeinen 8-11.

Mevrouw Van Sliedrecht laat ons meelezen in dagboeknotities die ze in tijden van persoonlijke worsteling over deze vragen maakte en in briefwisseling die ze over deze vragen voerde. Hoewel zo eigenlijk twee boekjes door elkaar heen gevlochten zijn, is het toch een gemakkelijk leesbaar geheel geworden.

De probleemstelling van het boekje is dat een verkeerde voorstelling aangaande de uitverkiezing veel kerkmensen in het onzekere brengt en laat. Wanneer dan vervolgens hieromtrent oplossingen worden aangereikt, komen er bij mij heel wat vragen naar boven. Uit de citaten uit de briefwisseling komt nu niet direct het beeld naar voren dat problemen vastzaten op de verkiezing. Vooral krijg je de indruk dat men moeite heeft zich te ontworstelen aan het geestelijk klimaat waarin men opgroeide. Een geestelijk klimaat dat door de orde en de drieslag van de Catechismus werd bepaald. Juist om die orde en het eerste stuk van de drieslag wordt in de beantwoording heen gegaan.

Zo blijven mijns inziens de echte vragen onbeantwoord.

In het theologisch gedeelte wordt uitgelegd dat het in de genoemde hoofdstukken van de Romeinenbrief gaat over Gods weg met Israël en de heidenen. Daarbij wordt de duidelijke belij-«MWMWiiiimmMM denis van Gods souvereiniteit niet ontkend, maar eigenlijk in wat vaagheid gehuld. Terwijl de vrijmacht Gods hoe dan ook in Romeinen 9 : 11, 15, 18 - 22, en ook bijvoorbeeld in 1 Thessalonicensen 5 : 9; 1 Petrus 2 : 8, ja in het geheel der Schrift, overduidelijk naar voren komt. Zo helpt een goed bedoelde pastorale handreiking niet veel. Temeer niet wanneer daarmee gesuggereerd wordt dat we kritisch tegenover een grondgedachte van de Dordtse Leerregels (de verwerping) moeten staan. Liever zou ik maar te rade gaan bij de Dordtse Leerregels zelf. Deze geven (bijvoorbeeld concreet in I, 12 en 16; V, 11, 14 en 15 en ook in het Besluit) zowel schriftuurlijk als zeker ook pastoraal betere raad.

De gesuggereerde vraagstelling is voor mij vaak weinig herkenbaar. Zo wordt op blz. 11 het begrip 'uitverkorene' dat voor velen een struikelblok zou zijn, weggehaald. Maar zou voor mensen die met deze vragen tobben het woord 'gelovige' niet het volgende probleem vormen? In dit boekje is dat kennelijk niet zo. Gaat geloven dan zo gemakkelijk?

Vervolgens wordt het houvast gelegd in het geroepen zijn. Aan het onderscheid tussen uitwendige en inwendige roeping gaat de schrijver geheel voorbij. Is hier het gevaar niet heel groot dat de mensen getroost worden met een ruime voorstelling: het heil is er voor iedereen, ook voor u. Maar de vastheid ligt toch niet in de ruime mogelijkheid, maar in de persoonlijke toepassing. Het is de Heere Zelf Die Zijn heil uitwerkt in de harten. Was dat niet zo, dan werd er nooit iemand zalig. Gods genadeverbond ligt vast in Christus Die de zaligheid verdiend heeft, maar ook toepast door Zijn Geest en Woord.

Deze vastheid en daarbij het werk des Geestes komen niet uit de verf. Zo blijft ook de noodzaak van een wonderwerk Gods in ons leven onderbelicht en lijkt het geloof soms teveel een menselijke werkzaamheid. Helaas mis je in dit boekje de doorleefde taal van bijvoorbeeld een Kohlbrugge: van de mens is toch niets te verwachten. Ook niet zoiets als dat we er eigenlijk toch wel bij willen horen. Zalig worden is een zaak van pure genade, eenzijdig door God verheerlijkt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1998

Daniel | 32 Pagina's

RECENSIES

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 juni 1998

Daniel | 32 Pagina's