Voorzienigheid
Wij geloven, dot die goede God, nadot Hij alle dingen geschapen had, deze niet heeft laten varen; noch aan het geval of de fortuin heeft overgegeven, maar ze naar Zijn heilige wil alzo stuurt en regeert, dat in deze wereld niets geschiedt zonder Zijn ordinantie (bevel). (Ned. Gel. Bel., art. 13)
22/11 De Heere zal het voorzien. Genesis 22:1-19.
23/11 Heilig zijn o God, Uw wegen. Psalm 77.
24/11 De Heere regeert. Psalm 93.
25/11 God zorgt. 1 Petrus 5.
26/11 Voorzienigheid, werk van God. Nehemia 9:1-15.
27/11 Ik, de Heere, doe al deze dingen, jesaja 45:1-13.
28/11 Gids voorzienigheid gaat over alle dingen. Psalm 103.
29/11 De mens wikt, God | beschikt. Spreuken 16:1-17.
30/11 In tegenspoed geduldig. Micha 7:1-10.
1/12 In voorspoed dankbaar. jesaja 63:7-19.
2/12 Vertrouwen in de toekomst. Psalm 37:1-17.
3/12 't Alwijs bestuur bevestigt 's vromen gangen. Psalm 37:18-40,
4/12 Een vrolijke kruisdrager. Romeinen 8:18-30.
5/12 Gij zult mij leiden door Uw raad. Psalm 73.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1998
Daniel | 32 Pagina's