Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De dood... gewoon?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De dood... gewoon?

Gesprek met jongeren

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je raakt er aan gewend dat er elke dag rouwadvertenties in de krant staan, je kijkt of het geen bekende is en je gaat weer over tot de orde van de dag. Hoe zou dat komen? Is de dood gewoon geworden? Is hij niet meer de koning der verschrikking? Of schrik je pas op wanneer er een gruwelijke gebeurtenis plaatsvindt, zoals op de eerste kerstdag in Wageningen? Denk je daar nog enkele dagen of uren over na? Is het gewoon geworden dat duizenden in het verkeer omkomen? En wat te denken van de miljoenen die omkomen door honger, ziekten en rampen.

Met enkele jongeren had ik een gesprek over deze ingrijpende zaken. Ik stel ze aan jullie voor. Arco Struik uit Papendrecht, Bob van Zomeren uit Den Haag, Niels van Pelt uit Oud-Beijerland, Irma Hubers (vwo 5). Marina Noordzij en Leontien de Braai uit Hendrik-Ido-Ambacht. Ze zitten bijna allemaal in de examenklas en hopen dit jaar te slagen voor het havodiploma.

Als laatste noem ik Arnoud den Hollander, die eerstejaars student is aan de Hogeschool te Ede. In meer of mindere mate hebben zij te maken gehad met een sterfgeval, al dan niet in de naaste omgeving.

Hoort de dood bij het leven?

Irma: De dood hoort, denk ik, eigenlijk niet bij het leven. Toen wij het leven van God kregen, was daar de dood niet bij.

Arnoud: De dood is voor ons mensen een 'gewoonte' geworden. We zijn geschapen om te leven, maar worden geboren om te sterven. De dood hoorde er vanaf het begin niet bij. Marina: Als je nu tegen het leven aankijkt, denk ik dat de dood er wel bij hoort. Maar als je de Bijbel openslaat, ziet het er anders uit. In Genesis 2 lezen we dat de mens geschapen is tot een levende ziel, dus om te leven, maar in Genesis 4 is dat al veranderd, daar sterft de eerste mens. Sinds de zondeval is de dood, denk ik, een onontkoombaar feit. Bob: Het geeft me een beklemmende gedachte. Vooral als je psychisch in een 'dip' zit. Je kunt het leven niet los zien van de dood. Je moet er mee rekenen, of je wilt of niet. Je kunt je haast niet voorstellen, dat de dood er eens niet is geweest.

Heb je wel eens in je naaste omgeving te maken gehad met het overlijden van iemand?

Marina: Uit mijn familie-en kennissenkring zijn er in de afgelopen tijd verschillende mensen overleden (oma, overgrootoma, neefje en een 'buurjongetje'). Die sterfgevallen, de een meer de ander minder, hebben me erg aangegrepen.

Arnoud: Toen ik 12 of 1 3 was is mijn oma overleden. Het sterven op zich heeft me niet zo aangegrepen. Ik mag wel geloven dat zij een kind van God was.

Arco: Wij waren op vakantie toen 's morgens de politie voor de deur stond. Op geen andere manier had de familie ons kunnen laten weten dat oma overleden was. Ik weet wel dat ik toen erg geschrokken ben. Dat beeld blijft lang bij je hangen. Niels: Ik heb van nabij het sterven van een plaats-en schoolgenoot meegemaakt, die in 1996 overleden is. Wij hadden vrij veel contact met elkaar. Zijn getuigenis heeft me wel laten denken, maar toch is er niet veel veranderd.

Irma: Mijn neefje is door zijn vader om het leven gebracht, toen ik dertien jaar was.

Bob: Mijn oma (zij is 102 jaar oud mogen worden). Wij hebben haar lang in huis gehad. Zij is erg oud geworden. Toch heb je een gevoel van machteloosheid. Je denkt erover na hoe het met jezelf zal zijn wanneer het sterven wordt. Tegelijkertijd openbaarde zich bij m'n moeder een gezwel, dat gelukkig later niet kwaadaardig bleek te zijn. Een ander sterfgeval is dat van een jongen uit mavo 3. Hij kreeg vlakbij school een ongeluk en is een week later overleden.

Durf je erover te praten, hoe en met wie?

Bob: Eerst niet, doordat mijn moeder die boodschap kreeg, later we). Met mijn ouders en ook met vrienden. Arnoud: Ik doe het wel, maar het is niet mijn favoriete onderwerp. Met mijn kamergenoten praat ik bijvoorbeeld wel eens over de dood, maar ook over het leven na de dood.

Soms spreek ik er ook met mijn ouders over.

Leontien: Met een onkerkelijke vind ik het veel moeilijker om er over te praten. Zij zeggen (zoals mijn buurman een paar weken geleden): dood is dood. Dan weet ik niet wat ik moet zeggen. Met kerkelijke mensen zit je ongeveer op dezelfde golflengte en dat praat veel gemakkelijker. Dan hoef je ook niet zo diep in je eigen hart te laten kijken, want die weten wel wat je bedoelt, onkerkelijken niet. Met vriendinnen en thuis kan ik goed over dit onderwerp praten. Marina: Eerst komt bij mij de vraag op: 'Wat is durven? ' Op zich denk ik dat ik er wel over durf te praten, maar ik kan 't niet. Dit zal wel met m'n karakter te maken hebben. Als ik erover zou praten, zal ik dat met iemand doen die ik vertrouw en van wie ik weet dat hij of zij mij serieus neemt. Ook denk ik dat ik bij vriendinnen terecht kan.

Irma: Soms wel, met m'n vriendinnen. Ik kan er wel over praten, tenminste nu wel! Dat is de eerste tijd wel anders geweest. Alleen als ik de naam van mijn neef noemde, ging ik al bijna huilen. Maar je zegt niet tegen iedereen hoe je er zelf van binnen, tegenaan kijkt. Dat doe ik eigenlijk alleen met mijn vriendinnen. Zelfs niet met mijn ouders. Dat komt misschien omdat m'n vader niet kerkelijk is. Hij ziet het anders dan ik.

Hou je rekening met de dood en ben je er (wel eens) bang voor? Arco: Wanneer alles zo z'n gewone gangetje gaat, denk je er weinig aan. je wilt er vaak ook niet aan denken, je kunt je er niet zoveel bij voorstellen. je zou het niet moeten wegstoppen en naar de achtergrond schuiven. Eigenlijk is dat niet goed. Want sterven kan jou ook ieder ogenblik overkomen.

Niels: Ik weet dat de dood komt, maar eigenlijk hou ik er te weinig rekening mee...

Bob: Ik vind het moeilijk. Van mezelf denk ik er niet aan. Soms word je onder de preek stilgezet. En ga je er aan denken. Ongemerkt ben je er toch wel mee bezig. Leven is tijdelijk, je weet dat aan het hier en nu een einde komt.

Leontien: Ik weet wel dat er een dood is en dat ik ook een keer moet sterven. Maar in mijn levensplanning denk ik er (bijna) nooit aan dat de dood wel eens een streep door kan gaan zetten. Diep in mijn hart denk ik dat ik heel oud zal worden. Maar dat is meer een hopen dan een denken. Maar als ik 's avonds de balans opmaak, dan bid ik of de Heere me Zelf wil voorbereiden. Zeker als je gelukkig bent met elkaar, samen iets aan het doen bent, dan denk ik wel eens: 'Stel je nu eens voor dat een van ons 'spelbreker' zou worden, iemand zou sterven. Dat zou ik heel erg vinden.' Dan kan het best wel even benauwd bij je worden. Marina: Ja vooral 's avonds en 's nachts denk ik er veel aan. Dan denk ik: zou ik nog wel wakker worden? Het kan nu afgelopen zijn en wat dan? Dan ga ik m'n bed maar weer uit en bid ik wel, maar het lijkt zo

weinig te helpen. Maar ook overdag denk ik ook wel eens: als er nu dit of dat gebeurt, ben ik er niet meer. Vorige week dinsdag bijvoorbeeld reed ik samen met Leontien van school naar huis. Bij de kruising gebeurde een ernstig ongeluk. Leontien en ik schoten de stoep op en bleven ongedeerd, maar als de auto drie seconden eerder was geweest, was die zo op ons ingereden. Dan besef je dat een ongeluk en ook de dood in een klein hoekje zitten. Dit overkomt me ook vaak bij het lezen van de krant. Ik ben soms ook bang voor de dood. Het weten niet te kunnen sterven zonder vergeving van al je zonden, maakt mij vaak bang, omdat ik weet dat de dood dichtbij is en ik niet kan sterven. Arnoud: Ik hou te weinig rekening met de dood. Ik sta te veel stil bij het leven en hoe je daar door moet. Toch heb ik ook wel eens tijden dat ik bang ben voor de dood. ledereen moet sterven, dus ik ook. Ben ik dan voorbereid? Ben ik in het reine gekomen met God? Ik mag dat niet op mijn eigen manier proberen. Bijbellezen, gebed en gesprek met anderen kunnen hulpmiddelen zijn. Maar de Heere kan het alleen goed maken. Irma: Ik weet dat het niet goed met me is als ik nu sterf. Dat geeft angst en je bent best wel eens bang. je houdt er wel rekening mee, zeker als je bang bent. Soms op bed, dan denk ik: 'Straks word ik morgen niet meer wakker, en dan? ' Dan voel je zelf wel dat het niet goed zit, anders ben je ook niet bang. Dan ga je bidden, maar als dan de volgende morgen wakker word, denk je er allang niet meer aan. Dat is natuurlijk niet goed.

De angst voor de dood komt dus voort uit een on verzoend zijn met God, het onbekende van het sterven en het los moeten laten van alles wat je op aarde bindt! Hoe kijk je aan tegen het leven na de dood?

Bob: Voor mij is het altijd nog iets vaags. Iets engs. Ik spreek met mijn beperkte en eindige verstand. Nooit meer een einde, altijd voortdurend, dat maakt me soms duizelig. Al is het bij de Heere altijd goed, maar ik kan me er nog niet zo veel bij voorstellen. Arnoud: Ik weet dat mijn oma een ander leven kende. Zij mag dus eeuwig bij God zijn. Dan heb je uitzicht en eeuwig leven. Ik ben daar de laatste tijd best mee bezig, maar 't is er voor mij alleen maar ingewikkelder door geworden.

Niels: Eigenlijk wil ik er nog niet aan denken. Nu nog niet. Je stelt die vragen steeds maar uit.

Arco: Je kijkt er liever niet tegenaan. Je wilt er ook niet aan denken. Irma: In de Bijbel lees je verschillende keren hoe het er na dit leven uit zal zien: of hemel of hel. Er is geen tussenweg. Als je dan over de hel hoort, wil je toch graag naar de hemel, omdat we bang zijn voor de straf, maar dat is uiteindelijk ook niet goed. Marina: Vanuit Gods Woord weet ik dat er uitzicht is, maar eigenlijk word ik er bang van. Want als ik nu zou

sterven, is er geen leven of uitzicht, maar alleen de eeuwige dood. Maar wanneer je mag weten te kunnen sterven, denk ik dat je niet bang hoeft te zijn, omdat er een uitzicht is. Al moet je wel al de aardse dingen achterlaten. Dan zal de dood geen dood zijn, maar een doorgang tot het eeuwige leven.

Waarom spreekt het ene sterfgeval je meer aan dan het andere?

Arnoud: Dat heeft alles te maken of het dichtbij of veraf is. Of je een band had met de overledene of niet. De leeftijd is voor mij niet doorslaggevend of ik het erger vind of niet. Ik zou het verschrikkelijk vinden als mijn opa of oma zou sterven. Ik heb met hen een hele goede band. Niels: Je weet dat oude mensen moeten sterven en jonge mensen kunnen sterven. Dat heb je gezien aan die vriend van me. Het speelt ook een rol hoe iemand overleden is, onder welke omstandigheden. Heeft hij/zij nog een getuigenis gegeven van de hoop op God? Is iemand bekeerd of onbekeerd gestorven. Dat zal ook de verwerking van het sterfgeval gemakkelijker maken. En ook een aansporing voor je zelf om de Heere te zoeken.

Leontien: Mij sprak een bepaald sterfgeval heel erg aan, en toch durfde ik niet te 'kijken'. Ik ben zelfs niet eens naar de begrafenis geweest. Eigenlijk vind ik dat achteraf niet goed van mezelf. Het is de 'laatste eer' die je iemand kunt bewijzen, en dat heb ik niet gedaan. Maar goed, dat is gebeurd en jammer genoeg nemen gedane zaken geen keer. Nu zou ik het wellicht wel gedaan hebben. Bob: Bij mij spreekt sterk aan de manier waarop iemand om het leven is gekomen, bijvoorbeeld een goede bekende, die onder de tram kwam. Dat is me lang bijgebleven en nog... Marina: Ik denk dat er verschillende factoren een rol spelen: wie is er overleden, op welke leeftijd en hoe oud ben je zelf. Uit mijn familie en kennissenkring zijn er verschillende mensen overleden. Opa en oma zijn al langer overleden, ik was toen nog erg jong en kan me er niet veel van herinneren en het spreekt mij daarom ook niet zo aan. Maar toen 2'A jaar geleden m'n neefje en negen maanden later mijn overgrootoma, ging ik er veel meer over nadenken en het heeft mij ook niet echt meer losgelaten. Ik ging zien dat er tussen mijn neefje van één en m'n oma van 97 een groot gat zit. Dat m'n oma zou overlijden was 'normaal'. Het moest menselijkerwijs gesproken toch een keer 'ophouden'. Maar dat van m'n neefje, dat snap ik niet. Waarom moest hij sterven? Wat heeft hij nu verkeerd gedaan? Kijk, dat ik nu zou moeten sterven, dan zeg ik: ik heb alles verkeerd gedaan, maar hij? Ook het overlijden van het jochie van de buren zette me daar weer bij stil.

Hoe komt het dat velen de 'gewoon' vinden? dood

Irma: Ik denk omdat veel mensen

niet meer geloven in God en de Bijbel. Ze geloven de schepping niet en ontkennen dus ook de zondeval. De zonde hoorde er dan voor hen ook niet bij dus dood is gewoon dood. Geen straf op de zonde. Niels: Omdat ze een bepaalde angst voor de dood hebben. Ze proberen door ontkennen de angst te verdrijven.

Arco: Veel mensen vinden de dood gewoon omdat ze er eigenlijk niet aan willen denken. Dus er 'gewoon' over doen. We zien wel. Zo hebben ze geleefd, zo zullen ze ook sterven. "Gewoon".

Marina: Het is ingeburgerd in de samenleving. Men zegt: dood is dood. Anders komt er een bevolkingsoverschot. Men denkt in termen van plant, dier en ook de mens.

Hebben jullie nog een opmerking? laatste

Arnoud: Laat de 'sleur' van ons kerkelijk leven geen verhindering vormen om ook met deze dingen bezig te zijn. We hebben een taak en een roeping om ons daadwerkelijk in te zetten voor het Koninkrijk Gods. Bijvoorbeeld omkijken naar onze naaste in nood. Laten we voortdurend bidden en Gods Woord ter hand nemen voor persoonlijke bijbelstudie om zo in het spanningsveld van niet te kunnen in eigen kracht en toch innerlijk gedrongen om bezig te zijn het voor honderd procent van Hem verwachten, maar je ook voor honderd procent inzetten. En uitzien naar een opwekking in kerk en staat door Zijn genade.

Bob: Ik vind het jammer dat wij als refo-jongeren zo weinig stilstaan bij de dood. Er wordt te weinig serieus over gepraat. Het zou uit de taboesfeer moeten. We moeten samen openhartig over deze zaken kunnen spreken. Laat geen kans onbenut. Hoe dat komt? Angst, ongeïnteresseerdheid. Soms wil je wel, maar je kunt het niet of je durft het niet. Ik vind ook een teken aan de wand dat steeds meer gekozen wordt voor crematie in plaats van begraven. Daar zit vaak ook een ontkenning in van het leven na de dood. Zo heeft Christus het ons niet geleerd! Hij is gestorven, begraven... en ten derde dage opgestaan uit de doden. Leontien: Door orgaandonatie worden we zeer bewust met de neus op de feiten gedrukt, je wordt gedwongen om over je eigen dood na te denken. Ik zou alle lezers willen aansporen om het geloof te zoeken in de Heere jezus Christus. Dan alleen is er een waarachtig leven na de dood. Maar het begint hier op aarde al.

Niels: Als je God kent, jezelf en de Heere jezus dan kun je pas echt verlangen naar de dood en het eeuwige leven. Zonder bang te zijn, zonder angst!

Arco: Praat over deze belangrijke zaken met anderen. Al is de dood vaak afschrikwekkend. We moeten het niet uitstellen, niet laten rusten tot later.

Marina: Ook jij moet een keer sterven en dan is het van tweeën één, waar de boom valt zal hij voor altijd blijven liggen. Daarom verhard je niet, maar laat je leiden. Dan zal door het geloof de dood geen verschrikking meer zijn, maar een doorgang tot het eeuwige léven!

Jongelui bedankt voor jullie bereidwilligheid, eerlijkheid en openhartigheid. Het onder ogen zien van de dood, kan door de HEERS gebruikt worden tot heiI van je ziel. Om hier al iets te mogen kennen van de eeuwige gelukzaligheid en om straks Hem volmaakt, zonder zonde te mogen dienen in Zijn tempel! Dat wens ik jullie van harte toe! Dan is er leven uit en na de dood!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1999

Daniel | 32 Pagina's

De dood... gewoon?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 januari 1999

Daniel | 32 Pagina's