Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Een handreiking': lotgenotencontact

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Een handreiking': lotgenotencontact

Vereniging voor familieleden van psychisch zieken

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De broer van Kees-Jan tobt al jaren met zijn gezondheid. Nog niet zo lang weet de familie dat hij psychisch ziek is. Al die jaren heeft Kees-Jan met veel geduld en liefde zijn broer proberen te helpen. Enkele maanden geleden bleek een opname echter onvermijdelijk. Met veel pijn in zijn hart heeft hij zijn broer zien vertrekken naar de psychiatrische afdeling van het algemeen ziekenhuis (PAAZ). De eerste tijd leek er geen sprake van genezing, maar sinds vorige week merkt hij verandering. Zijn broer krijgt weer wat meer belangstelling voor zijn omgeving. Echter, in die jaren van spanning rond zijn broer merkt Kees-Jan dat hij er behoefte aan heeft om er met andere mensen over te praten. Mensen bij wie hij zijn verhaal kwijt kan en die hem begrijpen. Lotgenoten dus.

Voor mensen als Kees-Jan is er de vereniging 'Een handreiking', een reformatorische vereniging voor familieleden van psychisch zieken. Het is een nog vrij onbekende vereniging, die echter sterk groeit. De heer Raangs uit Staphorst en Jan en Gretha Simonse uit Meliskerke vertellen enthousiast en met liefde over hun vereniging. De heer Raangs is lid van het landelijk bestuur. Jan en Gretha maken deel uit van een regionaal bestuur.

 

Veel verschillen

Als je spreekt over psychisch zieken en hun familieleden, dan merk je dat iedere situatie verschillend is. leder familielid en iedere psychisch zieke bevindt zich in een andere situatie, beleeft de dingen anders en heeft andere behoeften. Niet ieder familielid heeft er behoefte aan om met andere familieleden ervaringen te delen. Voor patiënten kan het moeilijk zijn om te ervaren dat ze familieleden die behoefte geven om over de ervaringen met anderen te praten. Tijdens het gesprek met Raangs, Jan en Gretha merkten we hoe waardevol de vereniging 'Een handreiking' voor veel mensen kan zijn.

 

Het ontstaan van de vereniging

Bij veel mensen bestaat een zekere schroom om zich aan te sluiten bij de vereniging 'Een handreiking'. Volgens Gretha is dit logisch: "Want er speelt zich binnenshuis vaak veel af."

Raangs: "Over somatische ziekten praat je gemakkelijker. Maar met psychische ziekten, zoals schizofrenie of manische depressiviteit, daar weten de mensen vaak geen raad mee. De behoefte aan een vereniging voor familieleden van psychisch zieken ontstond naar aanleiding van een vraag van een echtpaar uit Zuid-Holland. Die mensen voelden zich niet thuis bij een algemene vereniging. Op 16 maart 1996 werd de vereniging 'Een handreiking' opgericht."

 

Bijeenkomsten

In de loop der tijd heeft de vereniging een meer structurele vorm gekregen. Naast het landelijk bestuur zijn er vier regionale besturen, de regio's Zuid, West, Midden en Oost. Op regionaal niveau worden drie avonden per jaar georganiseerd. Een keer per jaar is er een landelijke ontmoetingsdag.

Raangs: "Het grondvlak van de vereniging wordt gevormd door de regio's. Het doel van de vereniging is lotgenotencontact voor familieleden en andere mensen die sterk betrokken zijn bij psychisch zieken, het geven van advies en voorlichting en belangenbehartiging." Hierin probeert 'Een handreiking' in een behoefte te voorzien.

Over de activiteiten in regio Zuid vertelt Jan het volgende: "Tijdens een verenigingsavond houden we altijd een lezing. We nodigen meestal sprekers uit die behoorlijk onderlegd zijn in de problematiek waar onze leden mee te maken hebben. Dat zijn B-verpleegkundigen, een pastoraal werker, een maatschappelijk werker of een psychiater bijvoorbeeld."

Gretha: "Pas geleden werd er een lezing gehouden over het thema 'Omgaan met jezelf in de omgang met de patiënt'. De spreekster ging in op de vraag hoe je zelf grenzen aan moet geven richting de patiënt. Het gevaar is groot dat je zoveel aandacht geeft aan de patiënt, dat je jezelf vergeet. Je dreigt afhankelijk te worden van de patiënt."

Jan: "Er is veel variatie in de thema's. Een ander thema was: 'Op een Bijbelse manier omgaan met psychisch zieken'. Dit vanuit de gedachte: als iemand je vraagt één mijl met hem mee te gaan, ga dan met hem twee mijlen. Met een psychisch zieke kan het soms nodig zijn om vier mijlen mee te gaan. Weer andere thema's zijn: manische depressiviteit en medicijngebruik. Meestal is er na de pauze gelegenheid om vragen te stellen, soms praten we in groepjes aan de hand van stellingen."

Gretha: "Door de mensen in groepjes te laten praten, geef je hen gelegenheid om elkaar te spreken. Het gaat wat gemakkelijker, omdat het informeler is."

 

Informatie voor de familie

Op de verenigingsavonden in Kapelle-Biezelinge zijn er documentatiemappen aanwezig, met daarin allerlei informatie over instellingen, verenigingen, maar vooral over allerlei ziektebeelden. Jan merkt op dat dit nodig is, omdat er bij veel familieleden onwetendheid is over de ziekte van de patiënt.

In veel instellingen is het verhaal van de patiënt vaak de enige informatie voor de hulpverlener. Maar de patiënt kijkt, vanwege zijn ziekte, door een andere bril naar zichzelf dan zijn familie. Wel is het waar dat zonder toestemming van de patiënt het voor de hulpverlener vaak niet mogelijk is om de familie bij de behandeling te betrekken of specifieke informatie over de patiënt te verstrekken. Het kan dan heel schrijnend zijn als je ziet dat je dierbare familielid in chaotische omstandigheden verkeert en het als hulpverlener en als familielid niet mogelijk is in te (laten) grijpen - vanwege wettelijke beperkingen.

 

Psychisch ziek-zijn en geloof

Uit onderzoek is gebleken dat in de gereformeerde gezindte net zo goed psychisch zieken voorkomen als in de rest van de samenleving. Maar niet meer dan bij andere bevolkingsgroepen.

Raangs: "Het heeft dus niet per se te maken met de 'zware' godsdienst, zoals hulpverleners in niet-christelijke instellingen ons soms willen doen geloven."

Cretha wijst erop dat een psychische ziekte en de spanningen, die dit met zich mee brengt voor de patiënt en de familie, mensen juist dicht bij de Heere kan brengen. "Het kan ook een middel zijn, waardoor je de Heere gaat zoeken."

Raangs: "Je kunt er steun aan vinden: aan het geloof in Gods voorzienigheid. Maar het kan ook zijn als je jarenlang in de zorgen zit, omdat je man of vrouw psychisch ziek is, dat je menselijke aard meer boven komt, die zegt: 'Bekijk het maar'. En als een hulpverlener dan ook nog eens zegt: 'Je hebt toch ook een eigen leven, je moet meer om jezelf denken', dan kan toch de Heere je ervan weerhouden om bepaalde stappen te doen."

 

Rol van de familie: 'er zijn'

Gretha legt uit dat je als familielid geneigd bent om de patiënt aan alle kanten te helpen. Maar hoe help je? Je helpt in ieder geval niet door de patiënt allerlei adviezen te geven. Goedkope raadgevingen brengen hem alleen maar dieper in de put.

De diepte waarin een psychisch zieke verkeert, vergelijkt Gretha met een put. Een put waarvan de bodem breed en modderig is, en de opening hoog en smal. De wanden lopen schuin naar boven en zijn met groene zeep ingesmeerd. In zo'n put zit je naaste. Hij wil er wel uit, maar kan er niet uit. En nu ga jij je als familielid over de rand buigen en adviezen geven. Daar help je niet mee! Nee, je moet naast de patiënt gaan staan. Je moet ook in de put afdalen en zeggen: 'Ik weet ook niet hoe het moet, maar zullen we dan samen proberen die steile wand te beklimmen? 'Voor de patiënt betekent die houding zo ontzettend veel. 'Daar is tenminste iemand waar ik iets mee deel.' Dat is 'er zijn'. Meer hoef je niet te doen.

 

Sociale contacten

Als er in je familie een psychisch zieke aanwezig is, vallen veel sociale contacten weg. Ze worden in ieder geval minder. De patiënt vraagt veel aandacht, je bent er intensief bij betrokken, waardoor het een grote druk op jezelf legt.

Gretha: "In het begin van een ziekte is er vaak veel belangstelling voor de patiënt, maar als het langer duurt, valt dat weg. De familieleden van de patiënt komen sowieso wat minder aan bod. Je krijgt het meeste medeleven van 'collega-familieleden': mensen die zelf ook een ziek familielid hebben of gehad hebben."

 

Geen kinderen en patiënten

Wanneer een ouder van een gezin psychisch ziek is, legt dat een enorme druk op het gezinsleven. De kinderen kunnen dan niet alle aandacht krijgen die ze nodig hebben, en zien tegelijkertijd veel dingen gebeuren, die ze moeten verwerken.

Jan: "In geval van een zieke vader of moeder komen ze erg veel te kort. Zeker als er sprake is van een opname van één van de ouders: er wordt meestal haastig gegeten in verband met de ziekenbezoeken, de aandacht van de andere ouder verslapt, er komen vaak andere mensen over de vloer (gezinshulp en dergelijke)."

Volgens Raangs kan het voor het latere leven van een kind gevolgen hebben als zij teveel geconfronteerd worden met bepaalde uitingen van de ziekte van een ouder. Binnen 'Een handreiking' wordt nog geen speciale aandacht gegeven aan jonge kinderen. Hij vindt het verblijdend dat bijvoorbeeld het Riagg in Zwolle gespreksgroepen organiseert voor kinderen van een psychisch zieke vader of moeder.

Op de verenigingsavonden zijn ook geen patiënten aanwezig. Dit is een bewuste keuze. Gretha: "In onze regio adverteren we regelmatig in kerkelijke bladen. We krijgen wel eens de reactie: 'Mag je ook als patiënt komen?' En dat is begrijpelijk: voor de patiënten zelf is er niets, geen vereniging of iets dergelijks."

Raangs vertelt dat er binnen het landelijk bestuur inmiddels wel over wordt gesproken.

 

Pastoraat

Pastorale begeleiding wordt erg gewaardeerd door zowel de patiënt als de familie. Toch is het voor veel ambtsdragers moeilijk om met psychisch zieken en hun familie om te gaan. Alleen het brengen van een jaarlijks huisbezoek is niet genoeg in geval van een psychisch zieke. Jan meent dat ambtsdragers vaak te hoge verwachtingen hebben van zichzelf bij hun bezoeken en de gesprekken. Dat kan tot teleurstelling leiden.

Raangs is er blij mee dat er tegenwoordig cursussen voor ambtsdragers zijn over onderwerpen die met psychische ziekten te maken hebben. Hij benadrukt dat ambtsdragers moeten weten dat het belangrijk is om er alleen al te zijn. Men moet niet proberen om een oplossing aan te dragen.

Gretha vult hierbij aan: "Als de patiënt zegt: 'Je hoeft niet meer komen,' dan moet je als ambtsdrager toch trouw blijven gaan. Want de patiënt waardeert het als je hem of haar de moeite waard vindt en er wilt zijn, maar voelt zich snel tot last voor anderen."

Raangs zegt dat Bijbellezen en bidden niet altijd in elke situatie mogelijk is, bijvoorbeeld als op een bepaald moment een situatie uit de hand dreigt te lopen.

Raangs: "Wanneer een patiënt in de voorbede opgedragen wordt, doet me dat erg goed." De familieleden worden op zulke momenten nog wel eens vergeten. Alledrie pleiten ze voor een persoon in de kerkenraad, die van de problematiek op de hoogte is. Raangs: "Met depressiviteit bijvoorbeeld moet heel voorzichtig omgesprongen worden. Mensen, ook ambtsdragers, leggen het snel uit als zondekennis, terwijl zondekennis en depressiviteit dingen zijn die heel dichtbij elkaar liggen, maar toch heel verschillend zijn."

 

Luisterlijn

Raangs: "Wij zijn geen hulpverleners. Mensen denken dat wel eens. We kunnen echter alleen een luisterend oor bieden." De vereniging staat dus duidelijk naast de hulpverlening. Gretha: "Je hoort vaak kritiek op bijvoorbeeld De Vluchtheuvel of het GPZ. Mensen verwachten vaak teveel van de instellingen, doordat ze vaak al zo'n tijd aangetobd hebben voordat ze de stap naar de hulpverlening nemen."

Raangs vertelt dat bij de Stichting gereformeerde geestelijke gezondheidszorg Eleos (voorheen GLIAGG, GLIBW en GPZ) de zorgverlening vanuit Bijbelse normen centraal staat. De hulpverlener zal in die instelling er dan ook naar moeten staan om barmhartigheid en een zekere warmte naar de patiënt uit te stralen.

Jan en Gretha: "Het ervaren van die barmhartigheid doet je heel goed. Als je ziet en hoort hoe het er in een algemene instelling aan toegaat, dan denk je weieens: 'Laten we dan maar wat verder moeten rijden'. Het geeft een meerwaarde als je kunt praten met een hulpverlener vanuit je christelijke achtergrond."

Volgens Raangs kan een algemene instelling adviezen of therapieën geven die tegen de Bijbel indruisen. Te denken valt aan bijvoorbeeld echtscheiding, of een therapie waarin gevloekt wordt. Hij vindt het de meerwaarde van Eleos, dat men rekening probeert te houden met Bijbelse normen.

De vereniging heeft voor leden, maar ook voor niet-leden een speciaal telefoonnummer. Dit nummer is bedoeld voor mensen die hun verhaal willen vertellen, of gewoon iets meer van de vereniging willen weten. De heer Raangs, die de telefoon vaak bemant, vertelt: "Oorspronkelijk was het telefoonnummer alleen voor leden bedoeld, maar ik vind persoonlijk dat we ook voor andere mensen beschikbaar moeten zijn. Toch kun je vaak niet meer doen dan doorverwijzen."

Dit is ook de ervaring van Jan en Gretha. Zij krijgen dankzij hun secretariaatsfunctie veel telefoontjes, bijvoorbeeld naar aanleiding van advertenties.

Gretha: "Als mensen met problemen komen waar je niet zoveel van afweet, dan kun je doorverwijzen naar een pastoraal werker, een huisarts of een predikant."

Jan: "In het bestuur van onze regio zijn de bestuursleden zelf niet meer zo emotioneel betrokken bij de situatie. We zijn als het ware een stapje verder. Je bent dan ervaringsdeskundige. Daardoor kun je er denk ik ook iets rustiger mee omgaan. Je reageert relativerender op de verhalen van mensen."

 

Verlichting

In de loop van de tijd heeft de vereniging meer structuur gekregen, het is zakelijker geworden. In de begintijd was er veel directer contact tussen de mensen onderling, de vereniging was kleiner. Toch vindt Jan dat je het in de huidige vorm langer volhoudt. "Uit een enquête die we pas hebben gehouden, blijkt dat ongeveer dertig procent van de mensen vooral voor de contacten komt, terwijl zeventig procent komt voor de informatie. Daar moet je rekening mee houden in je programma."

Jan: "Je kunt beter met vreemden over je problemen praten dan met bekenden. Schaam je er vooral niet voor! Het is juist heel veel waard dat je er met anderen over kunt praten en dat je er niet alléén voor staat. We merken dat mensen veel aan de contacten op de vereniging hebben."

Raangs: "Je bent er om elkaar een handreiking te doen." Hij moet denken aan de Schotse prediker Thomas Boston, die een vrouw had die psychisch ziek was. Ook Boston was niet sterk. "De vrouw van Thomas Boston, Katharine, zat geestelijk en psychisch vaak in de diepte. Maar ze mocht er geestelijk uitkomen en in haar psychische ziekte verlichting ontvangen. Daar moet ik zo vaak aan denken. De Heere is bij machte om verlichting te geven, maar dat betekent niet altijd genezing."

 


Voor meer informatie: 
Vereniging 'Een handreiking', Postbus 80, 7950 AB  Staphorst. Telefoon (0522) 46 54 58. Fax: (0522) 46 39 14.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2000

Daniel | 32 Pagina's

'Een handreiking': lotgenotencontact

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 2000

Daniel | 32 Pagina's