Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bij je naam genoemd!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bij je naam genoemd!

De bediening van het verbond der genade

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En opdat mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en geloof in Christus, de Gekruisigde (Dordtse Leerregels hfst 1, 3). In de duisternis van deze verloren wereld laat God de boodschap brengen van het Evangelie van Jezus Christus. Verloren mensen kunnen alleen worden behouden door het geloof in het bloed van Christus. Het Evangelie moet worden gepredikt. De prediking is de bediening der verzoening. De prediking is een van de belangrijkste elementen van de bediening van het verbond der genade. Mensen worden daardoor geroepen tot bekering en geloof in Christus de Gekruisigde!

Eerste lezing winterconferenties

3Belangrijk

Het verbond is een belangrijk bijbels thema. Uit de concordantie blijkt dat het verbond een grote plaats in neemt in de Bijbel. In het Oude en het Nieuwe Testament kunnen we er van lezen. Mozes schreef over het verbond (Genesis 6:18, Genesis 17:2, Exodus 6 : 3, Deuteronomium 4:13). De profeten wijzen op Gods verbond (Jesaja 54 : 10, Jeremia 11:10, Ezechiël 34 : 25). De apostelen herinneren aan Gods verbond (Handelingen 3 : 25, Romeinen 9 : 4, Hebreeën 8 : 8). Het verbond is een steeds terugkerend thema in de boodschap van de Bijbel. Heel algemeen gesteld betekent, verbond een overeenkomst tussen twee of meer partijen, waarbij wederzijdse rechten en plichten worden vastgesteld. Er zijn in de Bijbel verbonden tussen mensen (bijvoorbeeld Genesis 26 : 28). Er wordt ook gesproken over een verbond tussen God en mensen. Daarop richt zich in dit artikel de aandacht.

Werkverbond

In de Schrift komen we de gedachte tegen van een verbond dat God maakte, voor de zondeval, met Adam en in hem met al zijn nakomelingen. In de staat der rechtheid was er dus een verbondsrelatie, een afspraak tussen God en Adam, over de eeuwige bestemming van mensen. In Genesis lezen we dat God aan Adam eisen stelt en beloften doet. In de weg van gehoorzaamheid kon Adam komen tot het onverliesbare eeuwige leven. Het werkverbond was een verbond van Gods gunst. Het is door de zondeval gebroken. Wij allen leven ondereen gebroken werkverbond. De eis van dit verbond (gehoorzaamheid aan God) en de straf (de drievoudige dood) raakt alle mensen. Wij zijn adamskinderen. En Adams zonde wordt ons toegerekend (Romeinen 5:12). Sterven is de bezoldiging op de zonde. Het werkverbond brengt zondaren niet meer het eeuwige leven. Dat is de aangrijpende realiteit van elk mensenleven.

Genadeverbond

Het genadeverbond is de grote inhoud van de Bijbel. In plaats van het werkverbond gaf God, eenzijdig en soeverein, het genadeverbond. De Heere heeft, van eeuwigheid, gedachten des vredes over verloren mensen. Over het genadeverbond wordt op vele plaatsen in de Bijbel gesproken. De eerste openbaring van dit verbond is te vinden in Genesis 3 : 15. En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. In dit verbond belooft God aan verloren mensen de eeuwige zaligheid. Dit verbond is van eeuwigheid opgericht met Christus en in Hem met al de uitverkorenen ten leven. De Bijbel leert ons een heel directe band tussen verbond en uitverkiezing. En al de kinderen van God gaan door wedergeboorte over in het verbond der genade. Ds, A. Hellenbroek zegt in zijn catechisatieboekje dat het genadeverbond die weg is waarlangs God door Christus het eigendom wordt van de zondaar, en hij een eigendom van God. Laten we heel nadrukkelijk vasthouden dat alleen de wedergeborenen ware bondelingen zijn. Paulus heeft ons reeds gezegd dat niet elke Israëliet ook een ware Israëliet is, een kind van God (Romeinen 9 : 6).

Bekendheid

Het genadeverbond is dus een overeenkomst tussen God en Christus, en in Hem tot zaligheid van al de uitver-

korenen. Dit verbond is niet aan alle kinderen van Adam bekend. De heidenen die van het Evangelie niet weten, zijn ook onbekend met de verbonden der belofte. Grote delen van de mensheid, zijn door de eeuwen heen, vanwege onbekendheid met het Evangelie verloren gegaan. Een aangrijpende, maar wel voluit bijbelse gedachte. Op de plaatsen en aan de mensen waar God Zijn Woord laat prediken en de sacramenten laat bedienen, komt Gods heilsboodschap openbaar.

Helaas zijn ook niet alle hoorders van het Evangelie gehoorzaam aan Gods boodschap. De Heere Jezus heeft Zelf gezegd dat velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren. Steeds opnieuw vinden we in de Bijbel de gedachte dat slechts een overblijfsel, een rest de boodschap van het Evangelie, door het geloof aanvaardt. Er zijn gelovigen en ongelovigen; er zijn ware kinderen van God en er zijn niet ware kinderen van God. Er zijn gedoopten en er zijn besnedenen van hart! In de Bijbel zien we daarvan talloze voorbeelden. We lezen over Izak en Ismaël; Jacob en Ezau; Orpa en Ruth; Judas en Petrus; Paulus en Demas. Paulus zegt dat alle Israëlieten in Mozes gedoopt zijn; allen dezelfde geestelijke spijs gegeten hebben; en allen hebben gedronken uit de geestelijke steenrots (Christus) die volgde (1 Korinthe 10 : 1 - 5). Maar niet alle Israëlieten waren echte kinderen van God. Daarom moeten wij, in het nadenken over het verbond, onderscheiden in het wezen van het verbond (de ware kinderen van God) en de openbaring (alle gedoopten; alle hoorders van het Woord). De openbaring van het verbond omvat uiteraard veel meer mensen dan het wezen van het verbond. Het belangrijkste is echter dat wij bekend zijn geworden met de boodschap van Gods vrije genade in Christus.

Openbaringsvormen

De geschiedenis van de mensheid verloopt volgens een door God vastgesteld plan. Hij leidt de geschiedenis en brengt de geschiedenis tot voltooiing. De geschiedenis van de mensheid is voorbij als Christus wederkomt op de wolken des hemels. Dan gaat de tijd weer definitief over in de eeuwigheid. Door de loop der eeuwen is Gods boodschap niet op gelijke wijze bij alle volken bekend geweest. Eeuwen lang hebben grote delen van de mensheid in geestelijke duisternis gewandeld. De eerste periode van de wereldgeschiedenis heeft God Zijn heilsbedoelingen slechts bekendgemaakt aan particuliere personen. De heilsboodschap ging over van persoon op persoon. Er loopt een lijn van Adam naar Abraham. We spreken van de particuliere openbaringsvorm van het genadeverbond. Vanaf Abraham tot Mozes openbaart de Heere zijn verbond in het nageslacht van Abraham, de patriarchale periode.

Heel belangrijk is de tijd dat het genadeverbond openbaar komt in Israël. Eeuwen lang heeft Gods heilsboodschap slechts geklonken onder één volk. Het Joodse volk was uitverkoren om eeuwenlang Gods boodschap te mogen horen. Het is ook uitverkoren om de Messias, de Heere Jezus, voor zover het vlees aangaat, voort te brengen.

Na de pinksterdag gaat het Evangelie uit naar alle volken en natiën. De kerk is geroepen om de heilsboodschap wereldwijd en zonderonderscheid bekend te maken. Jood en heiden moeten horen van het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus. Het is de taak en de roeping van de kerk om het Evangelie ook daadwerkelijk te brengen tot het einde der aarde. Een kerk die deze roeping niet verstaat, heeft haar bestaansrecht verloren!

Bediening

Het genadeverbond heeft ook een bediening. De bediening van het genadeverbond brengt ons bij de wijze

waarop God het Evangelie bij verloren mensen brengt. Die bediening is in de loop der eeuwen wel enigszins veranderd. Adam en Abraham wisten eenvoudig minder van Gods heilsopenbaring dan wij die leven in de tijd van de nieuwe bedeling. In het Oude Testament werd het genadeverbond onder andere bediend door beloften, profetieën, offeranden, de besnijdenis en het paaslam. In deze ceremoniële en profetische bediening hebben de gelovigen van het Oude Testament de heilsboodschap duidelijk en krachtig mogen zien en horen. Alles in het Oude Testament wijst tenslotte heen naar Christus en Dien gekruisigd. In het Nieuwe Testament wordt het genadeverbond bediend in de prediking van het Woord en de bediening van de sacramenten. God brengt Zijn boodschap niet meer door dromen en gezichten tot mensen. Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God (Romeinen 10:17). Laten we ons houden aan het eenvoudige Woord van God. De Heilige Geest past het Woord krachtig en onwederstandelijk toe. De prediking is bediening van de verzoening,

Prediking

De prediking van het Woord van God is geen vrijblijvende zaak. In de prediking komt God met Zijn boodschap tot verloren mensen. In de Bijbel wordt gewezen op de twee wegen. Er is een weg der zonde en een weg des behouds in Christus. In het Evangelie roept God zondaren tot behoud. De uitwendige roeping komt tot allen, die het Woord horen. Zij roept tot bekering; zij nodigt tot de zaligheid; zij biedt verloren zondaren Christus aan. God Zelf nodigt daardoor de zondaar en Hij zendt Zijn knechten, die met heilige ernst en getrouwheid, alsof God door hen bade, bidden van Christus' wege: aat u met God verzoenen (2 Korinthe 5 : 20). De prediking wordt gedragen door de algenoegzaamheid van het offer van Christus. En daarom is Christus, door last van Zijn Vader gevolmachtigd het verbond der genade aan een iegelijk van het ganse menselijk geslacht, de zondaren van het geslacht van Adam, zonder uitzondering, aan te bieden (T. Boston). In het voetspoor van Boston hebben onze gemeenten in 1931 uitgesproken dat de verantwoordelijkheid van iedere hoorder van het Evangelie groter wordt naarmate God bemoeienissen met hem maakt In het bijzonder wordt die verantwoordelijkheid groter door de ernstige aanbieding van Christus en de verbondsweldaden in het Evangelie. Christus en de verbondsweldaden moeten aan alle hoorders worden aangeboden. Weliswaar wordt het genadeverbond alleen opgericht met de uitverkorenen, dat neemt echter niet weg dat de aanbieding van de zaligheid uitgaat naar alle hoorders onder het Evangelie. Niemand is voor God te verontschuldigen. Toch blijft een wonder van Gods genade nodig in het leven. Niet allen immers die het Woord horen, ontvangen het zaligmakend geloof. Daarom is het nodig dat we onszelf onderzoeken. De Heere opende het hart van Lydia dat ze acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. Die wedergeboorte is ons allen nodig. En de Heere wil dat ook in 2001 nog werken, door Zijn Woord en doorZijn Geest.

De sacramenten

De sacramenten zijn tekenen en zegelen van God. De kinderdoop wordt in de Heidelberger Catechismus het teken van Gods verbond genoemd. De kinderdoop wordt bediend op grond van het verbond Gods en de beloften van God. Uiteraard moeten we waken tegen onderschatting en overschatting van de Doop. Toch is het van grote betekenis dat wij het teken van de Doop mogen dragen. Paulus schrijft dat het eerste voorrecht van de besnijdenis (doop) is dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd. De Doop maakt niet zalig. Toch hebben we grond om aan de Heere het behoud van onze ziel te smeken. Ds. L. G. C. Ledeboer zegt in zijn bekende vragenboekje voor kinderen: Hebben wij grond om te bidden om de Heilige Geest? Ja, in onze doop.

De doop is niet de bekering, maar het is wel een pleitgrond om de Heere te manen op Zijn eigen Woord! Laat de Heere je gedoopte voorhoofd maar zien. Laten we waken tegen automatismen. Er is een nieuwe geboorte nodig. De Heere echter wil dat werken. Daarvan getuigt de kinderdoop. En daarvan mogen Gods kinderen zingen:

God zal Zijn waarheid nimmer krenken,

Maar eeuwig Zijn verbond gedenken, Zijn Woord wordt althoos trouw volbracht,

Tot in het duizendste geslacht,

't Verbond met Abraham, Zijn vrind,

Bevestigt Hij van kind tot kind.

Amersfoort, ds. W. Visscher

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 2001

Daniel | 32 Pagina's

Bij je naam genoemd!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 maart 2001

Daniel | 32 Pagina's