De twee zonen (5)

We gaan onze bijbelstudies over de gelijkenis van de twee zonen afronden. We hebben stil gestaan bij het bevel van een vader, die sprak met autoriteit. We hebben gezien dat dit bevel ten diepste slaat op de prediking van Johannes de Doper. Zijn boodschap was een oproep tot bekering en geloof. We hebben daarna ook het antwoord van de zonen bestudeerd. Tweeërlei antwoord op dezelfde roepstem. Het zal duidelijk zijn dat deze gelijkenis ook vandaag nog grote betekenis heeft. Er komt altijd een antwoord op de prediking. We hebben geprobeerd aan te tonen wat het is om door genade ingewonnen te worden, gehoor te geven aan de roepstem van God in het Evangelie ons verkondigd. De laatste keer hebben we overdacht wat toch de motieven kunnen zijn om in ongehoorzaamheid (want dat is het!) eigen gekozen wegen in te slaan en daarin te volharden.

Veroordeling ongeloof

We willen ter afsluiting nog eenmaal vers 32 bezien. Want Johannes is totu gekomen in de weg der gerechtigheid, en gij hebt hem niet geloofd; maar de tollenaars en de hoeren hebben hem geloofd; doch gij, zulks ziende, hebt daarna geen berouw gehad om hem te geloven. Deze gelijkenis is een veroordeling van het ongeloof. Scherp en overtuigend stelt de Heere Jezus de eigengerechtigheid en volharding in de zelfhandhaving aan de kaak. Let er eens op dat de Heere Jezus in de 'toepassing' een dubbele beschuldiging uit aan het adres van de ouderlingen en oversten van het volk. Want Johannes is tot u gekomen... en gij hebt hem niet geloofd. Dit is het eerste. Maar de hoeren en de tollenaars hebben de boodschap wél geloofd! Doch gij, zulks ziende (!) namelijk de vruchten van geloof en bekering in die mensen, hebt daarna geen berouw gehad om hem te geloven. Dit is de tweede beschuldiging. De ouderlingen en oversten van het volk hebben dus twee keer'nee' gezegd! Het woordje voor 'berouw' in het oorspronkelijke duidt op betering - een uitwendig berouw zelfs. Zou de Heere Jezus misschien willen zeggen: Ik heb zelfs dat niet gezien? !

Om over na te denken

Om over na te denken! Ja, dat is nog steeds de bedoeling van deze gelijkenis. Herinner je nog het begin? Maar wat dunkt u? Hoe staat het met ons antwoord? Laten wij onze ja-woorden eens nagaan... Ik denk aan het ja-woord datje misschien onbewust geeft. Je hoort de boodschap van Gods Woord. Je bent het ermee eens. Je zegt dat het waar is watje hoort: de noodzaak van de bekering tot God. Je voelt dat het waar is: ik moet breken met de zonde! Maar toch ga je door. Je doet 'nee.' De ernst van het leven en de ontzaglijkheid van de eeuwigheid duw je weg. Let op! Mijn eeuwigheid twisten met den mens! Geest zal niet in

Je deed al belijdenis. Je ja-woord klonk voor God en Zijn gemeente. Je beloofde onder meer je belijdenis te zullen versieren met goede werken. Maar in de praktijk van het dagelijks leven kan niemand aan je zien of horen dat jij geheel anders bent. Je zei 'ja' en je doet dus 'nee.'

U die dit leest gaf misschien het ja-woord bij de doop van uw kind(eren). U beloofde ze op te zullen voeden in de voorzeide leer naar uw vermogen. Maar u spreekt nooit met uw kind over geestelijke zaken. U laat dat over aan kerkenraad of predikant. Voor de rest zorgt u dat uw zoon of dochter er netjes bijloopt en geen opspraak veroorzaakt in de kerk of maatschappij. U zei dus 'ja' maar doet 'nee.'

Ja' gezegd en 'ja' gedaan

Misschien voel je schuld. Ik ben zo'n ongehoorzame! Is jouw naam genoemd? Ben jij de schuldige, ongehoorzame jongere? Zeg dan niet: het is buiten hoop! Ik zou je nog willen wijzen op Eén, Die 'ja' gezegd heeft, en 'ja' gedaan heeft. Toen de vraag werd gesteld: Wie is Hij die met Zijn hart Borg worde om tot Mij te genaken? is Hij genaderd. Jezus Christus. Hij heeft gezegd: Zie Ik kom. En die eed, dat ja-woord, heeft Hij nooit meer ingetrokken. Ook niet toen de lijdensbeker Hem is aangereikt. Hij heeft 'ja' gezegd en 'ja' gedaan. Hij heeft Zijn Woord gehouden tot het laatste toe. Gebukt en geslagen onder de zondelast heeft Hij niet gezegd: Vader, Ik ga niet! Ik wil niet! Nee: Doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. Onder valse beschuldigingen in de zaal van Kajafas en in het rechthuis voor Pilatus is Hij dóór gegaan! Hij heeft alles volbracht.

En uit dat volbrachte werk mag de Kerk des Heeren leven. De Zaligmaker was getrouw tot de dood, maar Hij is ook getrouw! En omdat Hij zo getrouw is als sterk, zal Hij Zijn werk ook voleinden. En dat in harten van on-trouwen. Van nee-zeggers. Van mensen meteen geestelijk strafblad. Daarom was er zelfs hoop voor die jongen die zo cru had gezegd: "Ik ga niet." Hoeren en tollenaars geloofden. En zo jij Zijn stem dan heden hoort... verhard je niet maar laatje leiden.

Lorna Alta, ds. H. Hofman

Gespreksvragen 1. Wat was de bedoeling van de Heere Jezus toen Hij de gelijkenis van de twee zonen uitsprak? 2. Wanneer heb jij 'nee' gezegd en 'ja' gedaan? 'Ja' gezegd en 'nee' gedaan? 'Ja' gezegd en 'ja' gedaan? De meditatie De Heere de hand geven nummer is geschreven door ds. W. Si/fhout. in het vorige

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen