Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sterven en dan...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sterven en dan...

De troost van de wederkomst

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het jaar 2001 loopt alweer naar het einde. Uren, dagen, maanden en jaren vliegen als een schaduw heen. Hoewel ze ons als toegerekend blijven. Zo gaat het met heel het leven. Het gaat niet onopgemerkt, maar heel snel voorbij. Als je jong bent en uitziet naar de toekomst, kan wachten lang duren. Maar vroeg of laat ervaren we de waarheid van Gods Woord. Dat wijst op onze vergankelijkheid en de kortstondigheid van ons menselijk leven.

Gezet

In de Hebreeënbrief wordt ons dat duidelijk geleerd: het is de mensen gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel. Dat zet ons stil bij onze persoonlijke levensgang. Die eindigt niet door een grillige speling van het lot. Het is ook geen natuurlijk eind van ons leven. Nee, het is ons gezet... I Door God Zelf. Als een oordeel over onze zonde: Ten dage dat ge daarvan eet, zult ge de dood sterven. We kozen immers de dood boven het leven.

Het is ons gezet, dat we zullen sterven. Ook wanneer wij zullen sterven. Op welke leeftijd dus, al is ons dat onbekend, 't Is ons gezet of wij plotseling zullen sterven of na een ziekbed.

Eenmaal

Gezet eenmaal te sterven. Dat betekent niet alleen, dat er een eind aan ons leven komt, maar ook dat dit maar eenmaal plaatsvindt. We leven maar één keer en daarbij zijn we maar één keer jong. Er is geen herkansing en geen reïncarnatie. Als volstrekt onbijbels moeten we zulke gedachten, die vanuit de oosterse religie onder ons volk terrein wint, afwijzen.

Het oordeel

En daarna het oordeel. Dat onderstreept de hoge waarde van ons leven. Het leven is kort. Toch vallen daarin beslissingen van eeuwige betekenis. In deze tekst worden we vooral gewezen op de wederkomst van Christus op de jongste dag. Dat neemt uiteraard niet weg dat er ook bij ons sterven een oordeel plaats vindt. In ons stervensuur voltrekt zich een aanvankelijk gericht. En dan zijn er maar twee mogelijkheden: het is een ingaan in de hemelse vreugde of een voor eeuwig 4 Daniël verloren gaan. Dit oordeel is een voorlopig oordeel, dat bekrachtigd wordt bij Christus' wederkomst. Dat zet ons leven onder hoogspanning.

Beleven

Wanneer de Heilige Geest dit in ons hart inscherpt, leren we hoe kostbaar ons leven is. Het is de genadetijd. Dan is er geen tijd voor recreatie naar de snit van de wereld. Pluk de dag. Ik doe wat ik wil. Of: later zal ik nog wel eens zien. Want ik moet rekenschap geven! Van alles. Bovendien leert de Heilige Geest de zonden in hun ware aard zien. Dat ze tegen de Heere zijn bedreven. En Hij is rechtvaardig maar ook lankmoedig en geduldig voor mij geweest. We krijgen goede gedachten van de Heere. Zelfs gaat ons hart naar Hem uit. En toch moeten we Hem door onze schuld missen. Dat wordt onverdraaglijk. Daarom roepen we om genade, om vergeving. Om die verdiende straf te ontgaan en weer met God verzoend te worden. Om zo ook straks zonderverschrikking Hem te ontmoeten.

Genade

Wat een wonder als de Heere licht geeft, niet alleen over ons leven maar ook over de genade, die bij Hem in Christus is. Dat er bij de Heere meer genade is dan bij ons zonden. Zo breekt het licht door van de Zon der gerechtigheid. Het eerste ochtendgloren van deze Zon geeft al hoop op God, verruiming in ons gemoed. Er is uitzicht op de nieuwe dag. " Eén ding weetik, " zegt de blindgeborene, "dat ik blind was en weerzie."

Al is helder en klaarder zien onmisbaar voor ons hart, hier ligt toch het begin van ware troost. Van het zich aan de Heere overgeven.

Hoop

Waar geloof is, is ook hoop. Daar is ook liefde. Deze drie behoren bij elkaar. Maar ze zijn niet altijd even krachtig aanwezig. Toen de Heere Jezus opgestaan was, was er liefde bij de vrouwen en de discipelen. Maar weinig geloof en hoop. Die leken vervlogen, 't Was zo anders gegaan, dan zij verwachtten. De Heere leert dan, dat hun verwachtingspatroon op het Woord gegrond moet zijn. En niet op hun gevoelens en inzicht. Daar wordt hun verstand voor geopend. De Schriften gaan leven. Hun geloof wordt gefundeerd in wat de Heere gesproken heeft. Wat de profeten hebben voorzegd. Het anker van de hoop wordt geworpen in een vaste ankergrond. Het hecht Zich in Gods toezegging en beloften. Zo kent het geoefend geloof het uitzien naar de toekomst. Een toekomst die het eind inhoudt van het zondigen op aarde, het kruis en de verdrukking, die wordt ondervonden. Deze hoop wordt niet beschaamd, omdat door de Heilige Geest de liefde in ons hart is uitgestort (Romeinen 5 : 5). En de liefde verlangt naar de ontmoeting en nabijheid van de Heere.

Uitzien

Zal dit verlangen werkelijkheid worden, dan is de wederkomst van de Heere Jezus noodzakelijk. Daarvan spreekt ook de tekst, die enerzijds handelt over het sterven en het oordeel. Maar anderzijds ook toezegt dat Christus, Die eenmaal geofferd is om veler zonden weg te nemen, ten andere maal zonder zonde gezien zal worden door degenen die Hem verwachten tot zaligheid (Hebreeën 9:28). Deze tekst doet denken aan het werk van de hogepriester in Israël. Als hij zijn werk in het brengen van de offers

had beëindigd, dan keerde hij terug uit het heilige der heiligen. Dan verscheen hij aan het volk, dat biddend stond te wachten. Hij verscheen dan 'ten andere maal'. Nu niet met het bekken vol bloed dat sprak van zonde en dood. Nee, nu verzoening gedaan was gedaan voor de zonden van het volk, trad hij, zonder met de zonden van het volk beladen te zijn, naar buiten. Als vrucht van de aangebrachte verzoening legde hij het volk de zegen op.

Toen de Heere Jezus op aarde was, werd Hij beladen met de zonden van Zijn volk. Maar als Hij wederkomt, komt Hij als de verheerlijkte Christus. In de glorie van Zijn verhoging. Omringd door tienduizend maal tienduizenden engelen. En dat om de Zijnen te regeren met eeuwige zegeningen van zaligheid en heerlijkheid.

Troost

Hij zal worden gezien van allen die hem verwachten tot zaligheid. Er is dus geen algemeen uitzien, geen algemeen verwachten. Voor velen zal het een verschrikking zijn. In hun wanhoop zullen ze uitroepen tot de bergen en tot de steenrotsen: Valt op ons en verbergt ons van het aangezicht Desgenen, Die op de troon zit en van de toorn des Lams. Want de grote dag Zijns toorns is gekomen en wie kan bestaan? Maar dit gebed zal niet worden verhoord. Als we op de grote zaligheid, die ons nu nog wordt verkondigd, geen acht slaan wacht ons een vreselijk lot. Maar hier staat de troost van Christus' wederkomst voorop. Hij komt om allen, die Hem tot hun zaligheid verwachten, tot Zich te nemen. De bruid van Christus verwacht Hem tot zaligheid. Het volle geluk van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Daar is geen zonde meer. Geen gebrek is aanwezig. Geen satan, die benauwt en aanvalt. Geen strijd behoeft te worden gestreden. Geen afdwaling zal worden gekend. Geen duisternis ondervonden. Maar een eeuwig in-en uitgaan voor het aangezicht des Heeren.

Geloofsverwachting

De echte geloofsverwachting kent de spanning van het uitzien naar die toekomst en de werkelijkheid van het heden. En hoe meer in de werkelijkheid van dit leven de kracht van de zonde, de zwaarte van het kruis, het gewicht van de verdrukking ondervonden worden, zal deze het uitzien aanwakkeren. De genieting van de voorsmaak van het hemelleven door het geloof, doet het verlangen toenemen. Daarom moet de lijdzaamheid beoefend worden en de onderworpenheid aan de wil van God. Op Zijn tijd zal Christus de vervulling schenken van wat Hij beloofde. Ja, Ik kom haastiglijk, Amen!

Kenmerken

De christelijke geloofsverwachting wordt gekenmerkt door soberheid, want we houden ons binnen de grenzen van de openbaring. Maar deze soberheid doet niets af van de zekerheid die aan deze verwachting eigen is. De beloften aangaande de toekomst zullen heerlijk vervuld worden. De geloofsverwachting is daarom een zekere verwachting.

Het is ook een troostrijke verwachting. Ze is vol van troost voor de gelovigen, want de Rechter is de Redder. Even dezelfde, Die Zich tevoren om mijnentwil voor Gods gericht gesteld en al de vloek van mij weggenomen heeft tot een Rechter uit de hemel verwacht.

Hij is onschuldig ter dood veroordeeld en daarom ontvangt Gods gemeente in het gericht de vrijspraak. Behoeven wij dus het laatste oordeel niet te vrezen? Neen, omdat wij voor geen andere Rechterzuilen moeten verschijnen dan die onze Pleitbezorger is en onze zaak in handen heeft genomen om haar te verdedigen, zegt Calvijn in zijn catechismus. In 1 Johannes 4 : 17 is zelfs sprake van vrijmoedigheid op de dag van het oordeel. De geloofsverwachting is een vreugdevolle verwachting. Christus neemt mij met alle uitverkorenen tot Zich in de hemelse blijdschap en heerlijkheid. Treffend is in dit verband de ondertitel die een theoloog gaf aan zijn boek over de toekomst: en blij vooruitzicht voor wie gelooft. Zó mogen we het zien, want het is de dag van de beloofde verlossing en de gelovigen zullen de vrucht van de door Christus' aangebrachte bevrijding werkelijk en volkomen genieten, naar ziel én lichaam. Het lichaam zal op die dag weer met de ziel verenigd worden en gelijkvormig zijn aan het heerlijk lichaam van Christus.

Gespannen verwachting

De verwachting van de wederkomst van Christus dient een gespannen verwachting te zijn. Dat blijkt duidelijk uit de woorden van Petrus: Verwachtende en haastende tot de toekomst van de dag

Gods {2 Petrus 3 : 12). Het mag echter overspannen geen verwachting worden, zoals bij sommigen in de gemeente ven Thessalonica. De aardse roeping dienen we getrouw te vervullen, maar we mogen ons anderzijds ook weer niet te zeer aan de aarde hechten. We moeten ervoor waken dat we niet (weer) verstrikt raken in een wereldse stijl van leven en verlangend uitzien naar de beloofde verlossing van dit ellendige leven. De verwachting van Christus' wederkomst moet aansporen tot een heilige levenswandel. Het is opvallend dat de wederkomst hiermee vaak in verband wordt gebracht. De christen dient nuchter te leven. Deze nuchterheid komt tot uiting in soberheid en matigheid. Hij dient ook ijverig te zijn in goede werken. Het mag ons echter niet ontgaan dat er in de vrijspraak sprake is van de beërving van het Koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld (Mattheüs 25 : 34).

Waakzame verwachting

De geloofsverwachting is een waakzame Daarom, zijt ook gij bereid, verwachting. want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen (Mattheüs 24 : 44). Het komt ons niet toe om het precieze tijdstip van Zijn komst te weten en het is ook niet nodig. Dat Christus zeker komt, is af te lezen uit de tekenen der tijden, die niet gegeven zijn om de exacte plaats van het tijdsgewricht in de geschiedenis aan te geven, maar om voorbereid en waakzaam te zijn en met lijdzaamheid Zijn komst te verwachten. In die tekenen horen we de naderende voetstappen van de komende Koning en de bruid van Christus begroet daarin met vreugde de komst van haar Bruidegom, terwijl ze met verlangen uitziet naar het moment waarop ze Hem zal ontmoeten. Naarmate de geloofsverbondenheid met Christus hechter is, zal ook het verlangen naar zijn glorieuze komst groter zijn. In ons gebed moet de bede om de weder-Waakt komst een vaste plaats hebben. dan te aller tijd, biddende, dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen die geschieden zullen, en te staan voor de Zoon des mensen (Lukas 21 : 36). Het is dus ook een verwachting Maranatha, met gevouwen handen: eere Jezus. kom

Daarom venvachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus onze Heere. Helaas leeft de Kerk van Christus vaak veel te weinig vanuit deze troostvolle verwachting. Hoe dat komt? Verschillende dingen zijn te noemen: ongeloof, gebrek aan geloofszekerheid, verachtering in de genade, een verkeerde bevatting van de dag van het oordeel, de jacht van de tijd en een zoeken van de dingen die beneden zijn.

Gebed van Calvijn

We sluiten af met een gebed van Calvijn, dat kenmerkend is voor de reformatorische eschatologie: enerzijds het sterke roepingsbesef om in deze wereld de goede strijd te strijden tot het einde toe en anderzijds het uitzien naar de volkomenheid van het rijk van Christus. Almachtige God, hemelse Vader, aangezien wij gedurende de gehele loop van ons leven hebben te strijden, ja zelfs op verschillende manieren, en daar de krachten ons ontbreken, verleen ons deze weldaad, dat wij, ondersteund door Uw kracht, zullen volharden tot het einde, en dat wij nooit zullen verslappen, maar dat wij zullen leren ons boven heel de wereld te verheffen en het oog te richten op die zalige eeuwigheid, waartoe U ons uitnodigt, en dat wij niet twijfelen, dat Uw Zoon Jezus Christus (in Wiens hand en kracht onze overwinning ligt) zodanig voor ons strijdt, dat Hij ons altijd zal ontvangen in de compagnie en de participatie van de overwinning die Hij voor ons heeft behaald, totdat Hij eindelijk op de laatste dag ons ook tot Zich zal vergaderen in de genieting van de triomf, waarheen Hij ons is voorgegaan. Amen'

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2001

Daniel | 32 Pagina's

Sterven en dan...

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2001

Daniel | 32 Pagina's