Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tranen over Jeruzalem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tranen over Jeruzalem

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als Hij nabij kwam en de stad zag, weende Hij over haar, zeggende: ch, of gij ook bekendet, ook nog in deze uw dag, ^ hetgeen tot uw vrede dient. LUKAS19 : 41-42.

Een bitter wenen dat getuigt van een geweldige smart, die te vergelijken is met de smart van een moeder die weent aan het sterfbed van haar kind.

Ziet uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig en Hij is een Heiland; arm en rijdende op een ezel. In Lukas 19 is het woord van de profeet Zacharia werkelijkheid geworden. Grote scharen drommen zich juichend om Jezus heen. Onder het zingen van hun optochtsliederen trekken zij, met in hun midden Jezus gezeten op een ezelsveulen, naar Jeruzalem om het Paasfeest te vieren. Onder het luide roepen van hun hosanna's, bestrooien ze Hem met hun palmtakken en meien.

De schare juicht, maar Jezus weent. En als Hij nabij kwam en de stad zag, weende Hij

over haar. Over de wangen van de Schoonste van alle mensenkinderen vloeien bittere tranen. Jezus weent over haar zonde en wereldzin; over haar goddeloosheid, haaronbekeerlijkheid en blindheid. Hij is gekomen tot het Zijne en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Hij weent over de verschrikkelijke rampen die Jeruzalem straks als Godsoordeel treffen zullen.

Jezus weende. De Schrift bedoelt hier een luid snikkend en heftig wenen, waarbij het hart als in stukken breekt. Een bitter wenen dat getuigt van een geweldige smart, een liefdesmart, die te vergelijken is met de smart van een moeder die weent aan het sterfbed van haar dierbaar kind. En zo luidt en heftig snikkend breidt Hij hart en handen uit naar Jeruzalem en roept haar toe: "Och, of gij ook bekendet, ook nog in deze uw dag, hetgeen tot uw vrede dient."

Sinds de mens zijn Schepper in het paradijs de oorlog verklaarde, is de ware vrede van de aarde geweken. De vrede die heerste tussen God en mens in gemeenschap met zijn Schepper is moedwillig verbroken. Onrust en onvrede, verdreven uit de gemeenschap van God, doen de mens om eigen schuld dolen als balling over deze aarde. Zonder God en zonder Christus, zonder hoop en vreemdelingen van de verbonden der belofte.

De vrede waar Christus hier van spreekt, wil veel meer zeggen dan wij onder aardse vrede verstaan. Het is de vrede van de hemel in de herstelde gemeenschap met God. Het is de vrede van die God Die naar Zijn eeuwig welbehagen gedachten des vredes gedacht heeft over een volk in zonde en schuld verloren voor God.

Och of gij ook bekendet. Ja, dat is de weg waarin Hij die vrede doet smaken. Een weg van waarachtige bekering en oprecht berouw, van oprecht bekennen en belijden van onze zonden tegenover een heilig en rechtvaardig God. Een weg van verbrokenheid en verslagenheid en droefheid naar God, omdat wij tegen Hem gezondigd hebben. En in dat verloren en bedroefde hart gaat God die Vredevorst openbaren in

Wie alles ligt voor tijd en eeuwigheid. Die met Zijn bloed de schuld voor God bedekt. Dan wordt met de bruid uit het Hooglied de taal van het hart: "Toen was ik in zijn ogen als een die vrede vindt."

Jongens en meisjes, zoek de Heere. Midden in deze rusteloze wereld vol onvrede en verloren in zonde en schuld, roept de Heere nog met grote ernst: "In deze uw dag." Morgen kan het misschien niet meer. Deze uw dag is de door God geschonken genadetijd. Na de genadetijd zal er geen tijd meer zijn. Dan is ook onze genadetijd voorbij. Jeruzalem zal nooit kunnen zeggen dat zij het niet geweten heeft. Ontzettend om als een kind van het Koninkrijk buitengeworpen te worden. O die tranen van de wenende Borg zullen eens onze tranen in grote stromen doen vloeien, indien wij op zo'n grote zaligheid geen acht geven. Dan zullen de onze ogen geopend worden, maar het zal zijn: te laat, te laat, voor eeuwig te laat. Ook nog in deze dag klinkt Zijn heilstem: Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij uw hart.

Mogen de woorden van de wenende Christus voor de deur van ons hart ons brengen aan Zijn gezegende voeten, zoals de dichter zong:

Welzalig die Gij hebt verkoren, die G'uit al d' aards gedruis, doet nad'ren en Uw heilstem horen, ja wonen in Uw huis.

Apeldoorn, ds. J. M Kleppe

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's

Tranen over Jeruzalem

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 2002

Daniel | 30 Pagina's