Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toch Mijn volk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toch Mijn volk

BIJBELSTUDIE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welke Hij ook geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uitdeJoden, maar ook uit de heidenen. Gelijk Hij ook in Hosea zegt: k zal hetgeen Mijn volk niet was, Mijn volk noemen, en die niet bemind was, Mijn beminde. En het zal zijn, inde plaats, waar tot hen gezegd was: ijlieden zijt Mijn volk niet, aldaar zullen zij kinderen des levenden Gods genaamd worden. En Jesaja roept over Israël: l ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden. ROMEINEN 9:24 - 27.

BIJBELSTUDIE zooi- ; c

Misschien datje de profetie van Hosea herinnert. Hij moest trouwen met Gomer, een overspelige vrouw en kreeg kinderen: Lo-Ammi en Lo-Ruchama. De apostel Paulus komt op deze profetie terug in de verzen van onze bijbelstudie die we vandaag bespreken. Hij herinnert ons eraan dat 'Lo-Ammi' betekent: 'Niet-Mijn-Volk' en 'Lo-Ruchama', 'Niet-Ontfermd' of 'Niet-Bemind'.

Probeer je eens in te denken hoe het zou overkomen als je naar het gemeentehuis gaat om de geboorte van een kind aan te geven en je zou bij het loket zeggen dat het kind heet: 'Onbemind' of 'Niet-Geliefd'. De ambtenaar zou vreemd kijken en misschien wel weigeren de naam te noteren. Toch moest Hosea zijn kinderen zulke namen geven om duidelijk te maken dat Israël - en de wereld - het onwaardig is om door God bemind te worden. We kunnen voor elkaar misschien wel aardige en lieve mensen lijken, voor God zijn we dat van nature niet. Zijn we het daar mee eens geworden?

Het is een wonder dat de profeet die namen later kon veranderen, want de Heere wilde het begin van deze namen laten vallen. Daarom heetten de kinderen 'Mijn-Volk' en 'Beminde'. Vooral de betekenis van deze naamsverandering is heerlijk. De Heere zal een volk dat het Zijne niet meer was toch weer Zijn Volk maken. Die Niet Bemind waren toch beminnen (vers 25). Zowel uit Israël als uit de volken zal de Heere Zijn beminde volk halen. Voor Joden en heidenen (zie vers 24) zal het een wonder zijn dat de Heere Zich in vrije genade neerbuigt over onwaardigen.

Voor een 'hoog-bekeerde' Jood was het niet eenvoudig om zo diep te bukken dat hij overal buiten kwam te staan. Als je zo trots bent op je afkomst als Volk-Van-God en je moet onbekeerd en volk-af worden, wordt er diep in je vlees gesneden. Maar: wat een heerlijke evangelie als je mag horen dat zulke mensen toch kinderen van de levende God kunnen worden. Er worden zo veel goden gediend die dood zijn. Ze kunnen absoluut niet helpen. De Heere daarentegen is de levende God. Wat heerlijk om een kind van de levende God te mogen zijn en door God zo genoemd te mogen worp den. Stel eens voor dat de Heere wat tegen je zeggen wil en je toefluistert: Gij zijt Mijn Volk, je bent Mijn kind. Geen pen kan beschrijven welke vreugde er in het hart oprijst als God zo gehoord mag worden. Je eerst zo verloren te hebben gevoeld, veroordeeld te zijn door de wet en nu dit te ontvangen!

Ik lees in deze verzen hoe de Goddelijke pottenbakker uit het leem 'vaten ter ere' maakt. Van onwaardig klei maakt de Heere een kind van de levende God. Komt de Heere daar niet alle eer van toe? Hij gaat heilig onverstoorbaar door en haalt uit Jood en heiden één volk van God.

Hier zijn we bij een van de thema's van de Romeinenbrief. De Heere ziet alle mensen of ze nu Jood zijn of heiden als verloren zondaren, en Hij bekeert zich uit deze beide groepen een en hetzelfde volk. Jood en heiden zijn in zichzelf niet meer dan de 'wereld' en uit die zondige wereld haalt de Heere Zijn kinderen.

Naast een profetie uit Hosea, komt Paulus onder leiding van de Heilige Geest ook met enkele woorden van Jesaja. Al ware het getal der kinderen Israëls gelijk het zand der zee, zo zal het overblijfsel behouden worden. In Jesaja 10:22 hebben de Statenvertalers ingevoegd in schuine letters: och maar. Een juiste verklaring is. Het verband van Jesaja 10 laat geen andere interpretatie toe: l zijn er nog zo veel, toch zullen er maar weinig van worden behouden.

De nadruk ligt weer op het wonder. Al zal er een grote schare zalig worden-zo groot dat niemand ze kan tellen - het is toch een groot wonder dat er nog gezaligd worden. Gelukkig heeft de Heere een overblijfsel dat Hij zalig maakt. Elia heeft ook een tijd gehad dat hij erg ontmoedigd was over de toekomst van de Kerk. De Heere heeft hem bemoedigd door te zeggen dat er nog zevenduizend over waren. Zo zijn er ook nu nog die de knie voor Baal niet willen buigen. Ze kunnen en willen dat niet meer. Zo heeft de Heere nog een overblijfsel uit Jood en heiden. Velen daarvan zijn al tot bekering gebracht en nog is de Heere niet klaar met Zijn werk. Hij zal het volle getal van dat overblijfsel zaligen. Dat is geen ontmoedigende boodschap!

Chilliwack, ds. P. van Ruitenburg

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 2002

Daniel | 34 Pagina's

Toch Mijn volk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 oktober 2002

Daniel | 34 Pagina's