Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begeerte naar het aardse goed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begeerte naar het aardse goed

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo koos Lot voor zich de ganse vlakte der Jordaan. GENESIS 1 3 : 11A.

Abram wil de minste zijn, zodat de vrede bewaard kan blijven.

Abram is vanwege de honger naar Egypte gegaan. Als een vreemdeling is hij daar geweest. Maar nu gaat hij terug naar het zuiden, dat wil zeggen naar het zuidelijk gedeelte van Kanaan. Het was voor het geestelijk leven van Abram in Egypte geen beste tijd. Hij had de Farao voorgelogen. Abram had gedaan alsof Saraï zijn zuster was! Nu gaat hij terug. Met schaamte vervuld! Pas in Beth-El komt hij tot rust. Dat is een voor Abram dierbare plaats vol herinneringen. Het is groot voor Gods kinderen, als ze eens teruggeleid mogen worden naar een plaats waar de Heere in het verleden zo liefelijk tot hun ziel gesproken heeft. Zo is het ook voor Abram: het oude mag weer eens nieuw worden. Wat een verwondering: in Egypte is hij in de zonde gevallen, maar de Heere heeft hem weer opgeraapt. God laat niet varen de werken Zijner handen!

Lot is meegegaan. Deze neef van Abram ging al mee vanuit Ur. Maar ook toog hij naar Egypte en nu weer met Abram terug naar Kanaan. Petrus schrijft in zijn brieven over Lot als een rechtvaardige man. Lot is tevens een welgesteld mens: hij had schapen en runderen en tenten. De Heere heeft zowel Abram als Lot rijk gemaakt. Maar nu komen ze in Kanaan en blijken ze veel te veel bezittingen te hebben om nog bij elkaar te kunnen blijven! Ze zijn immers niet alleen. Er waren al Kanaanieten en Ferezieten. Die hadden ook veel herders en kudden en er was maar een beperkt terrein: achter de weiden lag de woestijn!

En wat gebeurt er dan? Er komt twist tussen de herders van Abrams vee en de herders van Lots vee. Wat kan veel rijkdom toch veel onrust baren. Hier moet iets gebeuren. Abram en Lot gaan praten met elkaar! En dan blijkt Abram toch wel een wijs man te zijn. Hij zegt niet: "Lot, je weet toch wel dat ik de baas ben!" Nee, hij zegt: "Wij zijn mannenbroeders." En Lot? Die zegt niks. Maar hij denkt wel. Wat dan? Wel, hij zit met een probleem. Hij wil weide voor zijn vee! De begeerte naar het aardse goed heeft op dit ogenblik de overhand bij Lot!

En Abram? We zien dat Abram, die toch de oudste en de grootste is, hier de minste wil zijn, opdat de vrede bewaard kan blijven. En zo laat Abram aan Lot de keuze! Ze staan op een berg en ze kijken naar links en naar rechts. Links zien ze de vruchtbare vlakten van de Jordaan en rechts de hoogvlakten van het bergland van Judea. Wat een verschil. Maar Abram laat het aan Lot over. Abram beseft heel goed: het gaat toch eenmaal alles voorbij. En wat doe ik dan met al dat aardse goed? Abram was ook niet altijd zo gewillig en volgzaam in zijn leven. Maar hier wel. Abram kan het aan de Heere overlaten. Abram denkt aan de belofte, dat al dit land aan zijn zaad gegeven zal worden.

En Lot? Lot is toch ook een kind van God? Zeker, maar hij vergaapt zich op dit moment aan het zichtbare en tastbare. Hij gaat naar zijn begeerte wonen in de steden van de schone vlakte: Sodom, Gomorra, Adama, Zeboïm en Bela. Ja, zul je zeggen, maar Lot mocht hier toch kiezen van Abram? Dat is waar, maar Lot houdt hier geen rekening met het feit dat Abram de meeste is. Het vergaat hier Lot als Eva: ze zag de vrucht en begeerde die tot spijze. Zij nam en zij at. Adam evenzo en dat werd de ondergang. En toen Lot die schone vlakte zag, gaf ook hij toe aan zijn hoogmoedige begeerte. En hoogmoed komt voor de val!

Wat kunnen we ons toch vergrijpen aan de dingen van deze wereld. Wat zijn we toch uit de aarde aards. Want dat geldt niet alleen Eva. Of alleen Lot. Maar wij allen hebben een dwaze keuze gedaan: de dood boven het leven, de hel boven de hemel! Als we de nieuwe begeerte, die uit God is, niet leren kennen, eindigt het in de eeuwige dood. Dat we niet zouden rusten, voordat we langs de weg van wedergeboorte en bekering zouden begeren naar Gods wil te leven.

En nu is Lot wel een rechtvaardig mens, maar de begeerlijkheden van het Ur der Chaldeeën leven nog steeds in zijn hart. Hij ziet op de vruchtbare Jordaanvlakte. O, hoe schoon! Maarzo zal het niet blijven. Gods oordelen zullen straks vreselijk zijn. Dat geldt een ieder die het leven wenst door te brengen in het Sodom van de zonde. Maar we zijn nog in het heden der genade. Smeek dan de Heere te mogen vallen aan Zijn zijde. Om dan met Abram de HEERE een altaar te bouwen! Tot eer van Zijn grote Naam!

's-Gravenpolder, ds. J. Schipper

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 2002

Daniel | 30 Pagina's

Begeerte naar het aardse goed

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 2002

Daniel | 30 Pagina's