Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezing ds. C. Sonnevelt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezing ds. C. Sonnevelt

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Op wateren brood", waar denk je dan aan? Dan kun je denken aan gevangenen die in de bajes zitten. Of je kunt denken aan die steenrijke Amerikaan, die een slechte maag had. En die zijn leven lang heeft moeten leven op beschuit. Vanmorgen gaat het over vier jonge mensen die het in een ontzaglijk moeilijke tijd met de Heere hebben mogen wagen. Vier vrienden die alles kregen wat hun hart begeerde. Maar die om Gods wil 'nee' zeiden. En die toen op water en brood werden gezet.

Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijzen des konings, noch met de wijn zijns dranks. Daarom verzocht hij van de oversten der kamerlingen, dat hij zich niet mocht ontreinigen.

Jonge vrienden, in het boek Daniël gaat het om de machtige worsteling tussen het rijk van God en het rijk van de satan. In het derde jaar van het koninkrijk van Joakim de koning van Juda kwam Nebukadnezar de koning van Babel te Jeruzalem en belegerde haar. En dan zie je ze tegen over elkaar staan: Jeruzalem en Babel. Jeruzalem: de stad van God, de hoofdstad van het koninkrijk der hemelen. En Babel: het hoofdkwartier van het rijk van de duisternis. Jeruzalem en Babel, de grote tegenstelling van alle eeuwen: de strijd tussen de kerk en de wereld.

Tussen Christus en de anti-Christ, daar zitten wij tussen in. Gaat de satan niet rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij zou mogen verslinden? Ja, zegje, maar daar merk ik helemaal niets van. Des te gevaarlijker, want zo was het ook in Jeruzalem. "Wij hebben het huis van God en daar zijn de priesters en de offeranden en we kunnen bidden, we kunnen zingen, we kunnen danken, we kunnen geloven, we hebben een God aan onze kant: het kan niet mis gaan." En in tussen ging men door in de zonden. Het moest wel misgaan.

En de Heere gaf Joakim de koning van Juda in zijn hand en een deel der vaten van het huis Gods en hij bracht ze in het land Sinear, in het huis van zijn God en de vaten bracht hij in het slachthuis van zijn God. Hoor je het? Jeruzalem wordt ingenomen door de vijand. Gods toorn is ontbrand tegen het volk. Zijn hand is uitgestrekt tegen Israël. Ontzettend jonge vrienden, om door te gaan wanneer we in liefde zo gewaarschuwd worden. Daar komt de Heere een keer op terug. Dan zal het niet meevallen om voor God te moeten staan.

staan. Machteloos?

Jeruzalem wordt ingenomen en een deel van de vaten uit het huis Gods wordt als buit meegenomen door Nebukadnezar en geplaatst in de schathuis van de afgod van Babel. Wat moet dat een beproeving geweest zijn voor de ware Israëliet. Het lijkt als of er van God niets meer over is. Als of God het verloren heeft.

Toen de ark kwam in het huis van Dagon nam de Heere het nog op van de eer van zijn Naam. Toen stortte het beeld voorover. Toen daverde de aarde voor Israëls grote God. Hier davert de aarde voor Babel en het lijkt wel alsof God dood is. Wat een beproeving. Daar zit nu het volk in die grote stad waarvan Nebukadnezar het gezegd heeft: dit is het grote Babel dat ik gebouwd heb. Een stad die tot de hemel moest reiken, de bakermat van de oude beschaving. En daar staan nu die vaten van de tempel in die heidense tempel.

Wat doet God eigenlijk? Dat zeiden de mensen van Babel: "Kom maar eens mee en kijk maar eens in onze schatkamer, want daar staat nu jullie God: machteloos!" Waar is God? Dat is de vraag die ook vandaag gesteld wordt. Nu opnieuw de vaten worden weggeroofd uit de tempel. De kunst, de wetenschap, de literatuur, de muziek: eenmaal in dienst van het koninkrijk Gods. Nu gebruikt om de mens groot te maken. Waar is God? Misschien heb je het ook wel gedacht toen je naar die beelden keek van hongerend Afrika. Waar is God in dat leed, in dat onrecht en al dat schrijnend verdriet? Waar is God? Als we zien hoe onze samenleving ontkerstend en kerken worden afgebroken en de boze steeds weer oprukt, staat God dan machteloos? We horen zondags toch in de kerk? Het is maar te spreken en het is er, te gebieden en het staat er, maar wat zie je daar nu van?

Vrienden, wat zal dat een bange tijd geweest zijn daar in Babel, want die koning van Babel neemt niet alleen heilige vaten mee: hij wil ook heilige mensen. Hij doet een greep naar het leven, naar het jonge leven van Israël, want wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dan is die koning niet zo gauw tevreden want hij zoekt mensen uit het koninklijk geslacht, uit het huis van David de bloem van de natie. Die koning zoekt dus prinsen, die bovendien schoon van aangezicht zijn en een goed verstand hebben en onder hem zijn Daniël en zijn drie vrienden Hananja, Misaël en Azarja.

Wat een les ligt daar in. Satan is immers niet anders geworden? Hij zoekt nog steeds jonge mensen en hij is bezig een grote aanval te doen op de jeugd van de gemeente, die het teken van het verbond draagt. O, als hij ze maar wijs kan maken dat godsdienst iets is voor oude mensen en kleine kinderen en dat je bij die tijd moet blijven. Dan richt hij zijn vurigste pijlen op een jongen met een goed stel handen. Op een meisje dat er aardig uit ziet en er nog aardiger uit wil zien. Op een student die een hoge plaats gaat innemen in het maat-

schappelijke leven. Koning Nebukadnezar gebruikt geen geweld: hij stopt die mensen niet in een concentratiekamp. Dan zouden ze vuisten hebben gebald en hun tanden opeen hebben geklemd.

Ander eten

Maar de duivel is diplomatiek. Hij nodigt Daniël en zijn vrienden uit aan het hof. Dan krijgen ze een modelopvoeding van de beste soort. Wel gevoed en wel opgevoed zullen zij straks de hoogste dienaren van de koning mogen zijn. Is dat geen eer? Is dat geen bijzondere onderscheiding? Maar, wat voor het oog zo onschuldig lijkt, is een plan van de vorst der duisternis. Een gelijkschakelingsplan. Heel zachtjes, heel geleidelijk moeten ze ingewonnen worden voor het hof van Babel. Heel systematisch. Drie jaar lang gaan ze in opleiding. Niet op een school met de Bijbel, maar onder het toeziend oog van de jeugdwerkadviseur van het Babylonische rijk. En zo moeten zij doordrongen worden van een heidense geest.

Het wordt hun precies gedicteerd wat zij moeten doen en geloven. Eerst krijgen zij onderwijs in de boeken en de spraak van de Chaldeën, de Babyloniërs. Het wetboek van de Heere moet plaats maken voor boeken vol bijgeloof, horoscopen en astrologie. De tale Kanaans moet opzij voor de tale Babels. Dan krijgen ze ander voedsel. Ze mogen mee-eten van de tafels des konings. Niet langer meer eten volgens de spijswetten van Mozes. Mee-eten van het voedsel dat geofferd is aan de afgoden. Want dat is de regel in Baby-Ion. Hetzij dat gij eet of drinkt doe het ter ere van de afgoden. En tenslotte krijgen zij ook nog andere namen. Jonge vrienden, wat een troost dat die koning van Babel niet verder kan gaan. Want hij kan toch de naam van Israëls God niet wegnemen uit het hart van deze jongens. Dat wist die koning niet, dat hun namen opgeschreven stonden in het boek des levens. Maar je begrijpt: het wordt wel een bange tijd voor Daniël en zijn vrienden.

Wat is het boek Daniël actueel voor onze tijd. Je hart beeft wel eens als je hoort van de vreselijke dingen, die er gebeuren in landen waar christenen worden vervolgd. Dat is aangrijpend, maar veel gevaarlijker is het nog wat in ons eigen vaderland gebeurt. Daar gebruikt de duivel geen geweld. Nog niet. En misschien zal het niet eens nodig zijn, want daar is de geest van aanpassing.

Het gaat ons ook niet voorbij, de gelijkschakeling, zodat er geen onderscheid meer zal worden gezien tussen de kerk en de wereld. Want er moet gezegd worden: die wereld buiten God lokt. Die zet een tafel klaar met spijze en drank, met brood en spelen, o zo verleidelijk. En die koning van dat rijk der duisternis beschikt over middelen waar koning Nebukadnezar toen niet eens van kon dromen. Je hoeft niet eens meer in de paleizen van de wereld te komen om de verleidingen te zien. Ze komen van zelf je huiskamer binnen als je niet oppast. Je komt ze tegen op het internet, als je voor die open digitale snelweg hebt gekozen. Eén afslag maar. Is jouw hart er te goed voor om die ene afslag te nemen? " Doe wat je niet laten kunt. Je leeft maar een keer. En wat zit daar nu voor kwaad in? En iedereen doet dat toch? " Zo praat de wereld en ons hart praat mee.

Verborgen zaak

Maar als het goed is, is een christen te herkenen. Ook als je jong bent. Als een zoutend zout. En dan kun je strijd verwachten. Die strijd tussen Jeruzalem en Babel. Een strijd die alleen gestreden kan worden in de vreze des Heeren, want die strijd raakt ons hart, de binnenkant van ons leven. Die vreze des Heeren is het wonderlijke werk van de Heilige Geest in het hart. Dat is een verborgen zaak en toch een zaak die niet verborgen kan blijven. Dat zie je ook in die geschiedenis van Daniël en zijn vrienden.

Daar zijn een paar jongens van veertien, hooguit zeventien jaar die zich keren tegen het heidendom. We lezen van hen in vers acht: Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijze des konings, noch met de wijn des dranks. Daar is aan het hof iets geproefd van 'samen zijn'. Van een gemeenschap der heiligen. Ze hebben steun gehad aan elkaar, denk daar maar eens aan. Dat hebben wij ook zo nodig. Dat we samen met andere jongeren ons buigen over het Woord. Doe je dat wel eens? En zoek je Gods kinderen wel eens op? Leeft het wel

eens in je hart: Ik ben een vriend, ik ben een metgezel van allen die Uw Naam ootmoedig vrezen en leven naar Uw goddelijk bevel? Daniël wilde niet meedoen. Koppig, eigenwijs, nee, dat niet, maar Daniël kan niet meedoen. Want hij staat met God in rekening en niet met mensen.

Ach, Daniël was geen held, maar hij had er iets van geleerd: als ik zwak ben, dan ben ik machtig. En daarom zoekt hij zijn bidvertrek en hij legt alles voor de Heere neer. Gods verborgen omgang vinden, zielen waar zijn vrees in woont, 't Heilgeheim wordt aan zijn vrinden naar zijn vreeverbond getoond.

Wel, Daniël vreesde de koning en hij vreesde ook de Heere. En nu was er door goddelijke souvereine genade méér godsvreze in zijn hart dan mensenvrees. Dat is een wonderlijk geheim, vrienden. Die vreze des Heeren. Dat heeft niks te maken met een afschrik hebben voor God. Dat is een tere Godsvrees, die de mens aan de voeten van de Heere brengt. Weetje hoe? Kinderlijk, met diepe eerbied en ontzag, als een mens die God moet missen en die niet meer missen kan. Dan wordt de eer van God op ons hart gebonden. Dan komt er een wonderlijke betrekking op de wet des Heeren. Dan is het met Jozef: hoe zou ik zo'n groot kwaad doen en zondigen tegen God. Kom jonge vrienden, is dat jullie leven al? Gelukkige Daniël, hij mag een goede keuze doen. En dan wordt hij niet overmoedig en hij neemt geen martelaarshouding aan. Het geloof maakt wel vrijmoedig, maar niet vrijpostig. Opvallend, zijn bescheidenheid: hij wil een ander niet onnodig in de zorgen brengen. Daniël blijft niet brutaal weg bij het eten, maar hij doet een voorstel. Hij zegt: beproef toch uw knechten en men geve ons van het gezaaide te eten en water te drinken. En zie voor uw aangezicht onze gedaante en de gedaante der jongelingen die de stukken van de spijze van de koning eten. En doe dan met uw knechten naar wat gij zult zien. Hij weigert de tafel van Babel.

Bedorven

Er komt een betere tafel in zicht. Wat is het betere van die tafel? De eenvoud, dat ook. Eenvoud, want overdaad schaadt. Een eenvoudige maal kan uiteindelijk meer goed dan een groot diner. We hebben dat net ook gezien: de fastfood van Mac Donalds. Toch ligt er meer achter: Daniël had er iets van mogen leren: de mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle Woord dat uitgaat uit de mond des Heeren. 't Ging bij Daniël niet om de eenvoud van de tafel op zichzelf. Dat weten ze bij GroenLinks ook. Maar het ging om de zegen over die tafel. Hij voelde het dat hij de Heere niet mee zou krijgen aan die tafel van de koning en aan de andere kant: Zijn gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijze. En daarom weigerde Daniël en zijn vrienden de tafel van zijn koning. Er staat immers een andere tafel in hun leven.

Jonge vrienden, in Den Haag die tafel staat er nog. Ook vandaag! Dat is de tafel van zijn Woord waaraan hij een arm bedelaarsvolk Goddelijk verrast. Een tafel die hij aanricht voor allen die hongeren en dorsten naar zijn gemeenschap. Toe, zou je er geen zin in krijgen in die spijze, om die God te vreze. Dan ben je voorgoed bedorven voor het schijngeluk van deze wereld. Dan lust je de spijze van Babel niet meer. Dan ga je zeggen: Heere, één kruimeltje zou zo'n eeuwig wonder zijn! Och, dat ik een plaats mocht krijgen aan die tafel. Die tafel, die er staat op kosten van Christus. Vrienden, voor het oog van de wereld is dit maar een arme tafel, maar God doet er wonderen. Hij zegent mens en beest en doet zijn hulp nooit vruchtloos vergen.

Die de Heere vrezen, moeten door het strijdperk van dit leven. Dat kan zo moeilijk zijn als het weer maandag wordt. Botsingen op je werk misschien. Spot van de wereld. Weetje wat niet moeilijk is? Meepraten en mee-eten, dan vinden ze je nog een aardige vent. Waar best mee te praten valt, maar dan zijn we een dode vis: die drijft met de stroom mee. Een levende vis worstelt er tegen in. Gelukkig, als we die kracht van die tafel mogen kennen. Dan is juist de wereld buiten God zo arm. Wat blijft er over van de tafel van Babel? Niets dan enige, eeuwige armoede. En wat blijft er over van de tafel van Christus; alles! De zegen van de Heere maakt rijk en hij voegt er geen smart bij.

Hoe is het afgelopen met Daniël en zijn vrienden? Wel dat staat tenslotte in vers 9 en God gaf Daniël genade en barmhartigheid voor het aangezicht van de overste der kamerlingen en Nebukadnezar. De Heere deed het voor zijn kinderen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 2003

Daniel | 28 Pagina's

Lezing ds. C. Sonnevelt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 2003

Daniel | 28 Pagina's