Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Strijden tegen de zonde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Strijden tegen de zonde

De strijd tegen de zonde is voor Gods Kerk op Golgotha beslecht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af; wat ontbreekt mij nog? vroeg de rijke jongeling. En Jezus, hem aanziende, beminde hem, en zeide tot hem: en ding ontbreekt u; ga heen, verkoop alles, wat gij hebt, en geef het de armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij (Mattheüs 19:20 en Markus 10:21). Als we in de Bijbel iemand zoeken die de geboden Gods stipt onderhouden heeft en gestreden heeft tegen de zonde, dan is de rijke jongeling een treffend voorbeeld. Maar de liefde ontbrak hem. Liefde tot God en tot de naaste. Daarom handhaafde hij zichzelf en kon hij zijn boezemzonde - gierigheid - niet loslaten. Als God het niet verhoed heeft, is hij ermee verloren gegaan.

Alles wat afwijkt van God, Zijn Woord en Zijn Wet is zonde. De Heere heeft concreet laten opschrijven wat Hij bedoelt met zonde. Want in Zijn Woord zegt Hij hoe Hij wil dat we voor Hem zullen leven. Hij heeft dat in de Wet samengevat in tien geboden. Deze Wet kennen we allemaal. Hij wordt tenslotte elke zondagmorgen voorgelezen in de kerk. Waarom heeft de Heere déze geboden gegeven en geen andere? Omdat deze geboden rechtstreeks voortvloeien uit Wie God is. Zij houden direct verband met Zijn eigenschappen, Zijn deugden. Dus Hij vraagt van ons zo te leven, zoals bij Hem past. Omdat wij door God naar Zijn Beeld geschapen zijn en wij als schepselen van God op Hem lijken. Dat daar de zonde tussen is gekomen en dat we daardoor niet meer naar Gods wil kunnen leven, doet aan de eisen van Gods Wet helemaal niets af.

Zonde is alles wat afwijkt van God, Zijn Woord en Zijn Wet. In ons denken, spreken en doen en laten. Er is in feite niets te bedenken waar geen zonde in voorkomt. De besmetting zit overal. Niet alleen aan de buitenkant, maar vooral in ons mens-zijn. Heb je zó wel eens over de zonde nagedacht? In de zondeval zijn we onze heiligheid en rechtvaardigheid, die horen bij het beeld van God, kwijtgeraakt. Daar zit de bron waar de zonde uit opwelt. Daardoor kunnen we van nature en uit onszelf niet anders dan zondigen.

Hoe is de zonde in ons leven gekomen? Daar is een helder antwoord op: oor het begeren in de zondeval. De eerste zonde van Eva en Adam was de begeerte, naar de verboden vrucht en naar het als God-zijn. Het tiende gebod is: ij zult niet begeren. In het begeren ligt de wortel van alle kwaad. De apostel Petrus zegt het zo: .. het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid (2 Petrus 1:4). En Jakobus brengt het als volgt onder woorden: aar een iegelijk wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt, daarna de begeerlijkheid ontvangen hebbende baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde baart de dood. (Jakobus 1:14 en 15).

Boezemzonde

Simson was een bekeerde man en zelfs een Nazireeër (Richteren 13:5). Dit alles heeft hem niet weerhouden van grote zonden. Hij had een kwetsbare plek in zijn hart, een boezemzonde: artstocht en zinlijkheid. Hij gaat eerst een huwelijk aan met een Filistijnse, bezoekt daarna een hoer in Gaza en slaapt tenslotte in de schoot van Delila (Richteren 16). Bij Simson zien we hoe het spelen met deze boezemzonde hem zijn ambt als richter en zijn haren en ogen kost, ook al bewijst de Heere hem aan het einde van zijn leven een grote genade.

Een boezemzonde is een zonde die ons

speciaal bezet en waar we maar niet vanaf willen of kunnen. Die we ten diepste vasthouden en soms zelfs koesteren. Een boezemzonde is ons eigen, past bij ons, hoort bij onze persoonlijkheid. Je kunt daarbij denken aan gierigheid, onmatigheid, hoogmoed, seksuele zaken, roddelen, te rap met je mond zijn, maar ook te lang zwijgen, driftigheid, lafheid, laksheid, eigenwijsheid, enzovoorts. Je merkt wel: een boezemzonde is verweven met wie je bent.

Een boezemzonde kun je koesteren, maar je kunt er ook heel veel last van hebben. Ondanks het feit datje er wel vanaf zou willen, val je steeds weer in diezelfde zonde.

Donkeren dood

De manier waarop gestreden wordt tegen de zonde hangt nauw samen met de vraag of je bekeerd of onbekeerd bent. Als je onbekeerd bent, leef je buiten Christus en dus ook zonder God (zie bijvoorbeeld Efeze 2:1 en 12). Dat is aangrijpend: e zijn van nature slaaf van satan en van de zonde. Vanaf het moment dat je bekeerd wordt, komt er een vereniging met Christus door het geloof. Christus is dan Koning in je leven. Maar, bekeerd zijn bewaart je op zichzelf niet voor de zonde. Het door God gewerkte geloof kan namelijk heel zwak zijn en ook een kind van God kan in grote zonden vallen. Denk aan Simson, maar ook aan David en de volkstelling en zijn overspel met Batseba. Ook aan Asa, vergelijk 2 Kronieken 14 en 15 eens met 2 Kronieken 16. Hoe konden deze kinderen van God toch zo in de zonde vallen? Zij leefden niet meer dichtbij God en verlangden niet meer naar de levende omgang met de Heere Jezus. Het was donker en dood in hun hart. En ze hadden er geen last van. Ongeloof is daarvan het gevolg.

De Heere moet Zijn kinderen voortdurend vasthouden anders slaan ongeloof en zonde toe.

Jozef wordt door de vrouw van Potifar langere tijd verzocht en bijna gedwongen tot gemeenschap. Maar hij weigert met als hoofdreden: oe zou ik dan dit een zo groot kwaad doen, en zondigen tegen God (Genesis 39:9). Het is bijna onbegrijpelijk dat Jozef hier staande is gebleven. Hij kende blijkbaar iets van een afhankelijk leven, dichtbij de Heere als een arme zondaar die geen stap kan zetten zonder Hem. Dan zijn de levenswegen wel diep en krom, maar de Heere staat in voor de uitkomst!

Onbekeerd strijden?

Je denkt misschien: Ik ben onbekeerd, dus ik kan toch niet strijden. Dat is waar. En het is niet waar. Bij de zondeval zijn we niet veranderd in hout of steen. We zijn verantwoordelijke mensen gebleven en we weten dat ook best. De Heere heeft Zijn algemene genade en goedheid nog niet teruggetrokken en geeft nog besef van waar-

den, normen en grenzen. Je hebt bovendien een geheugen gekregen om te onthouden wat er in de kerk over je levensstijl is gezegd! Je kiest er toch zelf voor als je met vrienden naar een zondige plaats gaat, als je in de kerk niet luistert, als je cd's en dvd's koopt die de Heere niet mag horen en zien, als je geen zin hebt om eens een goed boek te lezen en ga zo maar door. Het probleem zit bij ons niet zozeer vast op bet niet kunnen, maar op het niet willen strijden tegen de zonde. Niemand kan zichzelf levend maken - een nieuw hart geven - maar lig je al aan de voeten van de Heere om dat dan aan Hem te vragen? Als dat werkelijk zo mag zijn, dan ben je niet af van je zondige aard, maar dan begint er een strijd die met alle kracht door je gestreden wordt. Net alsof je die strijd zelf kunt winnen. Het is namelijk zo erg om te zondigen tegen God die niets anders dan goed deed en doet.

Goede Vrijdag

Er wordt helaas vaak verkeerd gestreden. Denk aan de rijke jongeling. Het is goed om elke dag eerlijk onze zonden na te gaan aan de hand van Gods Wet, ook als we onbekeerd zijn. Toch ligt de oplossing niet in mijn strijd tegen de zonde - ook al moet er wel gestreden worden-, maar in de verzoening voor de zonde die er bij God te verkrijgen is. Daarbuiten loopt de strijd verkeerd af. Ook kinderen van God strijden maar al te vaak in eigen kracht en volgens eigen inzicht. Denk aan Simson. De geur en de geest van Christus ontbreekt dan, evenals juist inzicht in Zijn Borgwerk.

Toen de Heere Jezus aanraadde om een zwaard te kopen, toonden de discipelen er twee (Lukas 22:35-38). Ze begrepen niet dat het ging om de geestelijke oorlogsvoering. Daar staan ze met hun zwaarden in de hof van Gethesemané. Klaar voor de strijd. Petrus slaat met een mislukte slag het oor van Malchus eraf. En zo wordt de drinkbeker van het lijden van de Borg weer verder gevuld (Johannes 18:10 en 11). Want de drinkbeker die de Vader aan de Middelaar geeft te drinken is gevuld door de schuld en zonde van Zijn kinderen. Ook de schuld van de zwaardslag van Petrus.

De strijd tegen de zonde is voor Gods Kerk op Golgotha beslecht en daar is voor de zonde betaald. Uw vrucht is uit Mij gevonden (Hosea 14:9; zie ook 13:5a). Dat is de vrucht van Goede Vrijdag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2004

Daniel | 32 Pagina's

Strijden tegen de zonde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 april 2004

Daniel | 32 Pagina's