Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Regionale vergadering te Brakel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Regionale vergadering te Brakel

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus, niet mijn eigen kracht, Niet het werk door mij volbracht, Niet het offer, dat ik breng, Niet de tranen, die ik pleng. Schoon ik ganse nachten ween, Gij kunt redden, Gij alleen!

Op 6 oktober jongstleden waren we, samen met velen uit de omgeving, te gast in Brakel, waar we heel hartelijk werden ontvangen. Ouderling De Boef, die deze avond de leiding had, heette iedereen van harte welkom. Hij opende met het zingen van Psalm 25:8, las Markus 5:21 tot het einde en ging voor in gebed.

Hij bepaalde ons bij de opwekking van het dochtertje van Jaïrus. De Heere Jezus kwam uit het land der Gadarenen. Want immers, de Gadarenen baden de Heere Jezus of Hij uit hun landpalen wilde vertrekken. En dat gebed werd verhoord. Hij vertrok vandaar!

De Gadarenen hadden liever de dingen van de wereld. Ze hadden liever de zwijnen dan dat er iemand genezen werd.

Zijn er sommigen, die Christus verwerpen, er zijn anderen die Hem verwelkomen!

Er kwam tot Hem Jaïrus, één van de oversten van de synagogen, en viel Jezus nederig aan Zijn voeten. Wat deed hem tot Jezus gaan? Er waren grote zorgen! Zijn enige dochter was ernstig ziek. De voortekenen van de dood waren in zijn huis gekomen. Jaïrus had echter gehoord van de grote wonderen! Deze overste bad Jezus zeer zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; ik bid U, dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven. Hier kwam een vijand van Christus, want dat was hij van nature en wij ook, tot Jezus. Van Hem moesten de Joden niets van hebben, want zij erkenden Jezus niet. Hij ging dus niet naar de priesters, niet naar de synagoge, maar naar de Heere Jezus. Dan mogen we toch geloven dat deze overste ingeleefd had dat niemand anders kon redden en het kind genezen dan de Heere Jezus alleen. Hij boog zich voor Christus! Hij lag daar als een vijand van Goddelijke genade, smekend of zijn dochter genezen mocht worden. Hij had ingeleefd dat er buiten Christus geen redding was.

Is dit geen beeld van de zondaar die naar God gaat vragen? Die gaat inleven dat hij sterven moet en God ontmoeten? En dat kan niet. De trekkende liefde van de Vader brengt hem daar. Want niemand komt tot Mij, tenzij dat de Vader Die Mij gezonden heeft, hem trekke, zegt de Heere Jezus. De nachten brengt hij door met klagen en zuchten tot God om bekeerd te mogen worden.

We lezen: En Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij verdrongen Hem. Maar een bloedvloeiende vrouw, die overal gedokterd had en er een lege portemonnee aan had overgehouden, kwam tot Hem en raakte Zijn kleed aan. Jezus werd gewaar dat er kracht van Hem uitging, want Hij zag rondom wie dat gedaan had. De bloedvloeiende vrouw was terstond genezen en de Heere Jezus zei: Dochter, uw geloof heeft u behouden; zijt genezen van deze uw kwaal. Dit was voor Jaïrus een oponthoud. Jaïrus moest immers nog geholpen; zijn dochter moest nog gered worden! Daar kwamen echter enigen van het huis van de overste en zeiden: Wat zijt gij de Meester moeilijk, uw dochter is gestorven I

Ziekte en dood zijn in de wereld gekomen door de zonde en de ongehoorzaamheid van de eerste Adam, maar ze worden overwonnen door de genade van de tweede Adam. Nu gaat de Heere Jezus triomferen over de dood. Toen de droeve tijding tot Jaïrus kwam, werd de hoop bij hem afgesneden. Zolang er leven is, is er hoop, maar als de dood is ingetreden, is alles voorbij, alles afgesneden!

Maar God gaat door, ondanks dat alles is afgesneden. En terstond zei de Heere: Vreest niet; geloof alleenlijk. Toen ging Hij naar het huis van Jaïrus om het dochtertje te redden. Jezus zei tot haar: Talitha kümi, hetwelk is, overgezet zijnde: Gij dochtertje, Ik zeg u, sta op. En terstond stond ze op en wandelde en zij ontzetten zich met grote ontzetting. Daarna zei Jezus, dat men haar te eten zou geven, een teken dat het kind levend en gezond was.

Uit deze geschiedenis mogen we leren dat ook wij met al onze noden en zorgen naar lichaam en ziel tot Hem de toevlucht mogen nemen, want bij Hem zijn uitkomsten, zelfs tegen de dood. Dan kan het nooit om iets uit ons, maar dan is het alles uit Hem. De enige grond is Jezus en Die alleen. Daarna hield de heer Z. Klaasse uit Beekbergen een indringend referaat over 'Ziekte en zorgen in het gezin'. Indringend omdat er zoveel herkenning is. Wiens deur gaat het voorbij? Vroeg of laat worden we er allemaal mee geconfronteerd. Na de beantwoording van de vragen gingen we naar huis, met heel veel stof om over na te denken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 2004

Daniel | 40 Pagina's

Regionale vergadering te Brakel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 november 2004

Daniel | 40 Pagina's