Profeet van Gods goedertierenheid

Micha kondigt het oordeel aan over de steden Samaria en Jeruzalem. Opvallend is het dat Micha daar ook de kleinere steden in betrekt. Micha stelt de zonden aan de kaak. Zijn profetie heeft diepe indruk gemaakt. Nog in de tijd van Jeremia zijn de oudsten van het land bekend met zijn oordeelsprediking over Jeruzalem (Jeremia 26:18 en 19). De overeenkomst met de prediking van Jeremia valt hen op.

Tegenover zich vindt Micha de valse profeten die de leidslieden en het volk stijven in het kwaad. Maar hij is vol kracht van de Geest des HEEREN. De valse profeten hebben het bij het verkeerde einde, als ze met een beroep op de bewijzen van Gods goedertierenheid denken dat hen niets kan gebeuren.

Niettemin tekent Micha de heerlijke toekomst van Sion en de komst van het rijk van de Messias. Anders dan de valse profeten, die dat zondermeer verkondigen, ligt er bij hem echter wat tussen. De Heere zal dit heil voor Sion geven in de weg van Zijn gerichten. De Heere is zeker een goedertieren God. In het verleden heeft de Heere Zijn verbondstrouw aan het volk bewezen in de uittocht uit Egypte en de reis door de woestijn. Maar dat is geen vanzelfsprekendheid.

Nu moet de Heere het volk oordelen, omdat het bij alle uiterlijke godsdienst niet voldoet aan Gods rechtmatige eis. De Heere stapt niet over Zijn recht heen en zal het volk straffen. Maar in de weg van het oordeel dat het volk zich waardig maakt, blijft de Heere het volk trouw. De Heere zal Zijn volk in die weg vasthouden en herstel geven.

Vanuit de wachttoren van het geloof spreekt de profeet een rijke geloofsbelijdenis uit. De profeet buigt hartelijk onder de weg van gericht. Hij ziet ook uit naar het ogenblik dat de Heere het heil voor Zijn volk zal bewerken en de overwinning op de vijanden zal geven. Zijn boek eindigt met het roemen in God vanwege de goedertierenheid en trouw die Hij in deze weg aan Zijn volk bewijst. In de geboorte van de Heere Jezus in Bethlehem heeft God vele eeuwen later de profetie van Micha vervuld. De leidslieden van het volk zijn dan nog niet veel veranderd. Ze weten wel de profetie van de Messias aan te wijzen, maar leveren Hem daarmee meteen uit aan Herodes: n gij Bethlehem, gij land van Juda, zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israël weiden zal (Mattheüs 2:6). Juist hierin blijkt de spankracht van Gods goedertierenheid. In de volheid des tijds geeft de Heere Zijn Zoon als Borg en Leidsman voor een schuldig volk. In Zijn komst schittert Gods goedertierenheid. Hij heeft Gods geschonden recht bevredigd en de schuld van Zijn volk voldaan. Hij werkt in hen door Zijn Geest dat buigen onder Gods oordeel en het uitzien naar Gods heil. 'Wie is aan onze God gelijk? Die armen opricht uit slijk' (Psalm 11 3:4, berijmd)

Informatie

Schrijver: Micha (zijn naam betekent: wie is aan God gelijk? ) is afkomstig uit Morescheth-Gath, een kleine plaats in de buurt van Gath. Hij is niet dezelfde als Micha, de zoon van Jimla.

Werkterrein: Juda. Zijn profetie betreft zowel het noordelijke als het zuidelijke rijk.

Tijd: Van Jotham, Achaz en Hizkia. In die tijd is er de dreiging van Assyrië (ca. 730 v. Chr.).

Tijdgenoten: Jesaja en Hosea. Amos profeteerde eerder.

Inhoud

Thema: Wie is aan God gelijk in goedertierenheid?

1-2 Gods gericht over Samaria en Jeruzalem; heilsbelofte

3 Aanklachten tegen de leiders van het volk

4-5 Sions heerlijke toekomst; belofte van de Messias

6-7 Gods rechtmatige eis aan het volk; heilsbelofte

Kerntekst Micha 6:18-20

Wie is een God gelijk Gij, Die de ongerechtigheid vergeeft en de overtreding

van het overblijfsel Zijner erfenis voorbijgaat? Hij houdt Zijn toorn niet in eeuwigheid, want Hij heeft lust aan goedertierenheid. Hij zal Zich onzer weder ontfermen; Hij zal onze ongerechtigheden dempen; ja, Gij zult al hun zonden in de diepten der zee werpen. Gij zuitJakob de trouw. Abraham de goedertierenheid geven, die Gij onze vaderen van oude dagen gezworen hebt.

Leeswijzer

Tegen de valse profetie 2:6:3:5-7 Roepingsbesef van de profeet 3:8 De twistzaak van God met Zijn volk 6:1-8 Klacht van de profeet 7:1-6 Geloofsverwachting 7:7-10 Messiaanse heilbeloften 2:12 en 13; 4:1-8; 5:1-14; 7:11-17 Loflied op Gods goedertierenheid 7:18-20

Aangehaald in het Nieuwe Testament

Mattheüs 2:6; 10:21, 35-36; Markus 13:12; Lukas 12:53.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen