Profeet van Gods heiligheid (1)

Jesaja is de eer$, tftvan de grote profeten. Hij wordt door de Heere geroepen in het sterfjaar van koning Uzzia. Jesaja ziet de Heere zitten op Zijn troon en wordt vervuld met diep ontzag voor Gods heiligheid. Onder de indruk van dit gezicht roept hij uit: ee mij, want ik verga... (Jesaja 6:5). Jesaja beseft dat Zijn eigen mond te onrein is om deze hemelse lofprijzing te kunnen overnemen en dat het volk waartoe hij behoort te onrein is om deze te kunnen aanhoren. Maar de Heere neemt deze bezwaren bij hem weg. Eén van de serafs neemt een gloeiende kool van het hemelse (reukoffer-)altaar. Hij gaat ermee langs de mond van Jesaja om deze te reinigen. Maar dat niet alleen. Ook om deze tot Gods lof en dienst bereid te maken.

Dan roept de Heere Jesaja om Zijn knecht te worden. De Heere zegt: Wien zal Ik zenden en Wie zal voor Ons heengaan? (vers 8). De Heere Zelf maakt Jesaja gewillig en bekwaam tot het werk waartoe Hij hem roept. Jesaja antwoordt gehoorzaam: Zie, hier ben ik, zend mij heen.

Maar daar blijit het niet bij. De Heere geeft een lastbrief. Lees maar: Horende hoort, maar verstaat niet, en ziende ziet, maar merkt niet. Maak het hart dezes volks vet en maak hun oren zwaar en sluit hun ogen... (vers 10). Dat kan toch niet waar zijn! Is dat de opdracht van Jesaja? Moet hij echt het oordeel van God over Zijn eigen volk gaan verkondigen? Ja, hij moet het oordeel van de ballingschap gaan aankondigen aan het volk. Geen wonder dat Jesaja het uitroept: Hoe lang, Heere? (vers 11). Welk mens kan dat doen? Maar dan maakt de Heere hem ook bekend dat Hij door Zijn gerichten heen Zijn volk zal vasthouden. Een overblijfsel zal wederkeren. Ze zullen delen in Gods heil.

Dit visioen heeft de hele prediking van Jesaja gestempeld. Hij noemt in zijn boek de Heere meermalen 'de Heilige Israëls'. Uit kracht van zijn roeping en zijn zending heeft hij zijn werk als profeet mogen doen. Anders was die last voor mensenschouders niet te dragen geweest. Hij heeft Gods heiligheid in het uitvoeren van Zijn gerichten over de zonde verkondigd, maar ook Gods heiligheid in het bewerken van Zijn heil voor Sion in de komende Messias. In dit profetenboek schittert de zaligheid die God voor Zijn volk bereid heeft in de Heere Jezus Christus tegen de donkere achtergrond van Gods oordelen over de zonde van Zijn volk. In beide is God heilig.

Zo kan Jesaja de 'evangelist van het Oude Testament' genoemd worden. Onder dezelfde prediking mag jij ook elke zondag zitten. Want ook vandaag zendt God in Zijn goedertierenheid verkondigers van deze boodschap van gericht en van genade. Door Woord en Geest verzamelt de Heere ook nu nog een volk dat Gods heiligheid in Zijn oordelen en in het brengen van Zijn heil leert kennen. Als de Heere hen door die donkere nacht van Zijn gerichten brengt aan de voeten van de Zaligmaker, zingen ze het: Ik weet, o HEERE, dat Uw gerichten zijn gerechtigheid, en Gij mij liet verdrukken uit enk'le trouw. Och, dat Uw gunst verschijn"(Psalm 119:38, berijmd).

Informatie

Schrijver: esaja, de zoon van (een onbekende) Amoz. Zijn naam betekent: e HEERE is heil/ heeft heil gegeven. Zijn vrouw is een profetes (8:3). Zijn zonen hebben symbolische namen: chear-Jaschub (een overblijfsel keert weer) en MAHER-SCHALAL-CHAZ-BAZ (haastig buit, spoedig roof).

Werkterrein: Tijd: Jesaja woont en werkt in Jeruzalem. Hij profeteert tijdens de regering van Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia (aan het einde van de achtste eeuw). De macht van Assyrië is in opkomst. In 722 wordt Samaria, de hoofdstad van het Tienstammenrijk, door hen ingenomen en de bevolking van het noordelijke rijk in ballingschap gevoerd.

Tijdgenoten: Hosea is een (oudere) tijdgenoot in het Noorden; Micha is een tijdgenoot in het Zuiden.

Thema: Gods heiligheid

Inhoud

1-39 Gods heiligheid in de weg van Zijn gerichten: Jesaja's profetie en werkzaamheid tot de ballingschap.

40-66 Gods heiligheid in de weg van Zijn heil: Jesaja's profetie over de terugkeer uit de ballingschap en de heerlijkheid van Sion.

Kerntekst Jesaja 1:18

Komt dan, en laat ons tezamen richten, zegt de HEERE: ai waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw: al waren zijn rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol.

Aangehaald in het Nieuwe Testament

De profetie van Jesaja wordt ongeveer twintig keer aangehaald in het Nieuwe Testament. Maar daarnaast wordt er vele malen op de woorden van Jesaja gezinspeeld. Veel gebeurtenissen uit het leven van de Heere Jezus worden voorzegd: Zijn ontvangenis en geboorte, Zijn verwerping en lijden, Zijn opstanding en heerlijkheid (onder andere Jesaja 7, 9. 11 en 53).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen