Welmenend en oprecht

God, Die geen lust heeft in je dood en daar ook een eed op aflegt

Wat vale dat mee, als je deze bekende tekst zo op het eerste gezicht leest. Je mag wandelen in de wegen van je hart. Doen dus waar je zin in hebt. Wandelen ook in de aanschouwing uwer ogen. Het lijkt wel of deze tekst een vrijbrief geeft om te doen en te laten wat er in je op komt. En om je ogen maar goed de kost te geven. Daar is volop gelegenheid voor. Daar hoef je de deur niet eens meer voor uit te gaan. Met een beetje handigheid kom je via computer en internet - al of niet gefilterd - bijna overal. En volgens de Bijbel mag het nog ook!

Mijn jonge vriend(in)! Wil je alsjeblieft ook lezen wat er verder staat in deze tekst? Maar wéét, onthoudt het, denk eraan, dat God de Alwetende, Die onze gedachten en diepste gevoelens kent en de nieren proeft, de Overaltegenwoordige, Die de schuldige geenszins onschuldig houdt. God, je Schepper, Die recht op je heeft, krachtens schepping en ook nog eens krachtens het Genadeverbond, waarvan je het teken je aan je voorhoofd draagt...God Die je nawandelt met goedertierenheden en Die geen lust heeft in je dood en daar ook een eed op aflegt. Die God, die ook jou onder Zijn Woord bracht en onder de nodigingen van het Evangelie en Die zo eindeloos méér te bieden heeft dan deze arme wereld, ja, Die zijn eigen Zoon schonk aan verlorenen en het water des Levens, klaar als kristal je prediken laat. Welmenend en oprecht! Maar weet, dat God om al deze dingen! Om alles! Wat je opzocht en las en zag en hoorde en deed! U! Jullie en mij. Zo heel persoonlijk! Zal doen komen voor het gericht. Dat is wat. Dat zal gebeuren! Daar is geen ontkomen aan. Doen komen! Of we willen of niet! Hij, De Almachtige God, Die ons met zoveel geduld heeft gedragen en verdragen, zal eens onze Rechter zijn. En Hij zal ons, jullie, mij, doen komen! Dat zal wat zijn. In ons sterfuur. Persoonlijk voor God. En op de oordeelsdag. Als de engelen ons zullen halen en doen komen voor het gericht. Als de boeken zullen worden geopend. Ook óns levensboek. Als alles wat verborgen was, openbaar wordt. Voor het gericht. Zo heilig! Zo onweerlegbaar! Daar is geen hoger beroep tegen mogelijk. Daar worden geen vergissingen gemaakt.

Wat ingrijpend, als dan zal blijken dat we door de aanschouwingen van onze ogen verblind werden door de schijnglans der wereld en blind bleven voor de eindeloze schatten der genade, voor een God van zaligheden (meervoud!) in Christus. Wat vreselijk als we ondanks alle roepstemmen en nodigingen wel gretig dronken van de modderige en uiteindelijk vergiftige wateren van deze wereld, en nooit zaligmakend leren buigen voor onze Rechter. Leerden drinken uit genade door Gods Geest van de wateren des Levens om niet, klaar als kristal. Wat zal ons dat eeuwig berouwen, wél in de wegen van ons hart gewandeld te hebben, ons bedrieglijk, goddeloze hart gevolgd te hebben, maar nooit in 's HEEREN wegen en wetten en inzettingen, Die ons heil beoogden, gewandeld te hebben.

Zalig daarentegen die jongen, dat meisje, dat hier mag leren dorsten en hongeren naar de levende God... En die gaat leren zelf nooit iets goeds meer te kunnen voortbrengen maar totaal onbekwaam is tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Die hier zijn Rechter om genade mag leren smeken en Hem als Redder te mogen leren kennen. Wiens ogen geopend mogen worden voor Hem, Die gezegende Middelaar Die Zich vrijwillig in hét gericht Gods begaf, de straf en de vloek wegnam voor Zijn uitverkorenen. Maar ook des HEEREN wet volkomen vervulde en in Zijn weg wandelde, volmaakt en zó een eeuwigdurende Gerechtigheid teweegbracht voor al diegenen die hier als arme verlorenen tot Hem de toevlucht mogen nemen. Wat een wonder als Hij dan aanschouwd mag worden door het geloof.

Nee, zij begeren niet te wandelen in de aanschouwing van hun zondige wegen, maar door genade in het licht van Zijn Aanschijn! En die 's HEEREN Wet, blijmoedig, (hoor je dat? ) blijmoedig, dag en nacht bepeinst, herdenkt en ijverig betracht. Wat een zoetheid en een wonder. Zij gaan bédelen om 's HEEREN Geest om te wandelen in Zijn wegen. En wat een wonder: aan hun kant alles tekort. Schuld. Schuld. Maar als dan eens gezien mag worden op die Borg, Die Zich nu voor hen, vervloekten, in het gericht Gods begaf. Om ook voor hen een eeuwige zaligheid te verwerven in Zijn Bloed. Gedenkt dan toch aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap! En: Zoek de HEERE en leeft!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen