Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het 'skelet' van de Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het 'skelet' van de Kerk

Kerkvaders en hun betekenis voor de kerk van vandaag

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoals Willem van Oranje 'vader des vaderlands' genoemd wordt en Abraham 'vader der gelovigen', zo dragen verschillende mensen uit de vroege kerk de naam 'kerkvader'. Waarom heten deze mensen vader van de kerk? Wat hebben wij met hen te maken?

Wanneer we de Kerk vergelijken met een gebouw, dan is het fundament van dit gebouw de het Woord van God, de leer van de apostelen en profeten. De hoeksteen waarop het hele gebouw rust is Christus. Zo schrijft Paulus aan de gemeente van Efeze: Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers en heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere; op Welken ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest (Efeze 2:

19-22). Maar met alleen een fundament heb je nog geen gebouw. Alle ware gelovigen samen vormen het hele gebouw. Als het fundament gelegd is, wordt er eerst een constructie gebouwd, een skelet, dat het gebouw draagt. Met zo'n skelet, wat op het fundament gebouwd is en wat de grove lijnen van het gebouw aangeeft, zou je de kerkvaders kunnen vergelijken. Zij zijn het die in de ontmoeting met christenen, heidenen en ketters de Bijbelse leer hebben doordacht en verwoord. Zij hebben de hoofdlijn van de Bijbelse leer aan ons doorgegeven.

Wanneer het over kerkvaders gaat, gaat het over die mensen die in de eerste zes eeuwen van onze jaartelling hebben geleefd. In het Latijn worden ze 'patres' (vaders) genoemd, vandaar dat woorden als 'patrologie' en 'patristiek' gebruikt worden voor mensen die studie doen naar de kerkvaders.

Leven en leer

Niet iedere christen uit deze zes eeuwen eeuw is een kerkvader. Een eerste vereiste is dat een kerkvader zuiver is in leven en leer. Hij moet een heilig leven hebben geleid. Aan zijn levenswandel moesten de christenen een voorbeeld hebben en door zijn levenswandel moesten heidenen tot jaloersheid gewekt worden. Maar ook de leer van een kerkvader moet zuiver zijn. Dat betekent dat wat hij gesproken en geschreven heeft in overeenstemming moet zijn met wat Gods Woord ons leert

Er zijn een aantal kerkvaders die niet aan deze criteria voldoen, maar die toch kerkvader genoemd worden, vanwege hun grote betekenis voor de kerk. Een voorbeeld is Origenes, die een groot theoloog was, maar ook een aantal dwalingen leerde.

Een ander vereiste voor een kerkvader is dat hij van grote betekenis is voor de kerk. Ze moeten hebben bijgedragen aan de verdediging en ontwikkeling van de christelijke leer. Dit gebeurde op drie fronten: in het contact met mede-christenen, in de confrontatie met de heidenen en in de discussie met ketters.

Voor de christenen was het nodig dat de leer op een heldere wijze en in overeenstemming met de leer van de apostelen geformuleerd werd. Zo heeft de kerkvader Lactantius (ongeveer 250-320) voor het eerst in het Latijn een totaaloverzicht van de christelijke leer geschreven, een soort dogmatiek. Daarnaast moesten mensen die christen wilden worden onderwijs ontvangen in de christelijke leer, een soort catechisatie.

Kritisch

Tegenover de heidenen moesten de kerkvaders het recht van het bestaan van het christelijke geloof bewijzen. Het christendom was geen nieuwe godsdienst, maar ging terug op het Oude Testament. Ook hebben ze laten zien dat de christenen geen dwaze mensen zijn, die zomaar van alles geloven, kinderen eten en allerlei andere gruwelijkheden bedreven. Voor de heidenen was het christendom een abstract en vaag geloof. Justinus de Martelaar (ongeveer 100-165) verdedigt de christelijke leer met rationele argumenten verdedigd en heeft Tertullianus (ongeveer 160-230) het christendom verdedigd tegen allerlei aanklachten over kindermoord en ontucht. Ten opzichte van de ketters was het nodig om de leer kritisch tegen het licht te houden om te zien of het inderdaad de bijbelse leer was. Daarnaast werd 'dankzij' de ketters de leer duidelijker en helderder geformuleerd. Zo heeft Athanasius (ongeveer 295-373) gestreden tegen Arius.

Er bestaat een lange lijst waarop alle kerkvaders staan. Deze lijst telt meer dan 300 personen. Al deze kerkvaders worden vaak in twee groepen ingedeeld, gebaseerd op de taal waarin ze schreven. Een deel van de kerkvaders schreef in het Grieks, het andere deel in het Latijn.

Enkele bekende Griekse kerkvaders zijn Justinus, Irenaeus (ongeveer 140-200) en Athanasius. Zij leefden vooral aan het begin van de kerkgeschiedenis. In de loop van de derde eeuw werd de belangrijkste taal in de kerk het Latijn. Aan het begin van deze overgang staat Tertullianus; daarna zijn er nog vele gevolgd zoals Ambrosius (ongeveer 340-397) en Augustinus (354-430).

Het 'skelet'

Het grote belang van de kerkvaders is dat ze onder de leiding van de Heilige Geest de brug van de gemeente uit het Nieuwe Testament naar de kerk van nu hebben geslagen. Toch zijn ook zij ondergeschikt aan het Woord van God. Ze zijn geen bron naast de Bijbel, maar een middel om het water uit de bron tot ons te nemen.

De belangrijkste documenten die wij nog uit de tijd van de kerkvaders hebben zijn de drie vroegchristelijke belijdenisgeschriften: de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Geloofsbelijdenis van Nicea en de Geloofsbelijdenis van Athanasius. Hoewel de belijdenissen uit de vroege kerk al oud zijn, zijn ze niet achterhaald. Het belang van deze geschriften neemt juist toe. Dit komt allereerst omdat de kerk steeds meer verdeeld lijkt te worden, terwijl de belijdenissen komen uit de tijd dat de kerk één was. Daarnaast komen er weer allerlei meningsverschillen naar boven die veel doen denken aan de thema's van de discussie uit de vroege kerk: de drie-eenheid van God en de Godheid en mensheid van Christus staan ook nu weer ter discussie. Tenslotte zijn deze belijdenissen van groot belang omdat ze de kern van het christelijk geloof bevatten. Wat in deze belijdenissen staat geschreven, is nodig om te geloven met het hart en te belijden met de mond om zalig te worden.

Daarnaast zijn er nog veel geschriften van kerkvaders bewaard gebleven die het ook nu waard zijn om te lezen. Veel van deze geschriften zijn in het Nederlands vertaald. Boeken van Augustinus, zoals De belijdenissen en De Stad Gods, worden nog steeds veel gelezen. Maar ook werken van Athanasius, Justinus en anderen blijven de moeite waard.

Eén Kerk

'Ik geloof één heilige, algemene Christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen', belijden we elke zondag, in overeenstemming met de kerk van alle tijden en plaatsen. Het is de Kerk van profeten, apostelen en kerkvaders. Het is de Kerk die nu, ondanks alle droevige verdeeldheid, haar voltooiing nadert. De muren staan er al. Er wordt al aan het dak gewerkt. Je kunt als het ware al bijna zien waar de laatste stukken moeten worden ingepast. Het lijkt maar een wankel bouwwerk, maar toch is het onwankelbaar. Het is immers Gods bouwwerk!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 2007

Daniel | 36 Pagina's

Het 'skelet' van de Kerk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 2007

Daniel | 36 Pagina's