Volmaakte verzoening voor de zonde

We kunnen al/een van het oordeel, dat op ons rust vanwege de zonde, verlost worden als de Heere ons daarvan vrijspreekt. Als Hij ons voor rechtvaardig verklaart, ondanks dat wij zondaren zijn. Dat noemen we de 'rechtvaardiging'. Daarbij spreekt God de zondaar vrij van zijn schuld en straf en geeft hem het recht op het eeuwige leven. Die vrijspraak wordt door het geloof gekend en aanvaard. Daardoor is zondaar weer rechtvaardig voor God. Het wil zeggen, dat hij in overeenstemming is met het recht van God. Dit is niet minder dan een wonder. Want Hij is onze Schepper en heeft ons volmaakt geschapen. Daarom kan Hij van ons eisen dat ons handelen en ons hele leven beantwoorden aan Zijn heilige wet. Maar door de zonde is dat niet meer mogelijk. Toch blijft de Heere van ons eisen wat wij konden doen. Daar doet ons schuldig onvermogen niets aan af. Nu laat de Heere in Zijn Woord verkondigen, dat Hij Zelf voor een volmaakte voldoening voor de zonde heeft gezorgd door het verlossingswerk van Zijn Zoon. Zijn eigen liefde zorgt voor de voldoening aan Zijn recht.

Jesaja spreekt daarvan: De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door Zijn striemen is ons genezing geworden [...] God heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. Daardoor herstelt Hij de rechtskrenking die door de zonde tot stand kwam. Gods Zoon verwierf voor al de Zijnen de vrijspraak van al hun zonden en het recht op het eeuwige leven. De grond van de rechtvaardiging van Gods Kerk ligt dus in de persoonlijke voldoening van Christus als de plaatsbekledende Borg en Zaligmaker.

De kennis van onze zonde is geen voorwaarde waaraan eerst voldaan moet worden om door God gerechtvaardigd te kunnen worden. Maar het is wel de weg waarlangs Hij zondaren rechtvaardig verklaart. Want zo ontneemt de Heere ons de gedachte om de gronden voor het rechtvaardig zijn voor God in onszelf te vinden. Die neiging leeft in ons aller hart. "In ons aller hart leeft een paap, " schreef Luther. De Farizeeër behoeven we niet ver te zoeken. Het ontdekkend licht van de Heilige Geest is nodig om ons het faillissement over ons leven te leren aanvaarden.

Maar daar laat de Heere het niet bij. Door hetzelfde werk van de Heilige Geest leert Hij de zondaar tot God in Christus te vluchten om Zijn genade. Die zoekt hij niet tevergeefs. Zo ging ook de tollenaar gerechtvaardigd naar zijn huis.

De grond van de rechtvaardiging ligt dus in de zuivere rechtsverhouding, die uit God is en die in Christus Jezus is geopenbaard. Daar valt alle nadruk op. Christus is gekomen om aan Gods recht te voldoen. Hij draagt de straf en betaalt de schuld. Hij volbrengt alle gehoorzaamheid. Op grond van Zijn verdienste wordt Zijn gerechtigheid de Zijnen toegerekend. Dat geschiedt zo volkomen alsof zij nooit enige zonde hadden gehad of gedaan. Ja, als hadden zij alle gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor hen volbracht had.

De gerechtigheid van Christus wordt niet ingestort. We hebben hier met de uitspraak van een Rechter te doen. Hij spreekt allen die in Christus leren geloven, vrij. Daarom mag door het geloof geweten worden, dat Zijn betaling onze betaling is en Zijn verdienste onze verdienste. Daar kan geen bijdrage van welk mens ook bij gerekend worden.

Veel verzet is tegen deze bijbelse gedachtegang gerezen. We hebben hier een ingrijpend verschil met Rome. Rome zegt: 'Als je gedoopt bent, dan wist dat doopwater je erfzonde af.. Je bent weer helemaal rein, al heb je dan nog wel een boze aard en een boos hart. Maar je kunt zoveel genade verkrijgen dat je daardoor heilig wordt en daarmee ben je weer rechtvaardig voor God'. Maar Gods Woord weet daar niet van. Als we de grondbetekenis van het woord 'rechtvaardigen' opzoeken, dan wordt het altijd gebruikt voor het rechtvaardig verklaren in een rechterlijk vonnis. Dat betekent, dat Gód het is Die rechtvaardig verklaart.

Denk ook aan de opvattingen van Karl Barth, die zo'n grote invloed op het theologisch denken in ons land heeft uitgeoefend. Hij leert, dat de persoonlijke toepassing van Christus' verdienste en de aanvaarding ervan door het geloof niet nodig is. Het gaat dus niet meer om de rechtvaardiging van de goddeloze, maar daarom dat ieder mens reeds als schepsel door God is aangenomen. Het geloof is het laten gelden van deze werkelijkheid. Maar Gods Woord wijst ons de juiste weg.

De Reformatie heeft ons opnieuw de juiste betekenis van de rechtvaardiging door het geloof leren verstaan. En dit als het hart van het Evangelie doorgegeven. Daar hoop ik volgende keer nader op in te gaan. Wat moet ons hart erop gezet zijn erin te delen. Daarom, zoek de Heere terwijl Hij te vinden en roep Hem aan terwijl Hij nabij is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen