Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schuldvergeving is bittere noodzaak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schuldvergeving is bittere noodzaak

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Ik wil het je wel vergeven, maar kan het niet vergeten!" Het kan zomaar gebeuren dat deze woorden klinken als iemand zijn naaste om vergeving vraagt. Soms bedoelt men dan te zeggen: ik zal het niet vergeten, en als het nog eens gebeurt... Ja, dan worden 'oude koeien uit de sloot gehaald' en zeggen we: laat nu eerst maar eens zien dat het je ernst is, voordat ik je vergeef. Wat denken jullie? Is dan écht vergeven? En doet de Heere ook zo? Laten we eens zien.

"De Heere komt er nóóit meer op terug als Hij schuld vergeeft"

"Vergeef ons onze schulden gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren". Dat is de vijfde bede uit hec volmaakte gebed. Een bede die nogal eens klinkt, thuis en in de kerk, en daarom vertrouwd in onze oren klinkt. Maar deze bede wordt weinig écht beleefd. Want het heeft twee kanten: vergeven worden en anderen vergeven. Twee kanten van één zaak, die niet los van elkaar staan.

Vergeven worden, dat is bittere noodzaak in ons leven. Want het spreekt over schuld. Schuld die wij voor God hebben. Sinds wij in Adam de Heere hebben verlaten, kunnen we niet anders dan schuld maken bij de Heere. En door zonden in gedachten, woorden en werken wordt onze schuld dagelijks groter. Schuld maken is óns werk.

Maar schuldenaar worden en schuld vergeven is Góds werk. En een groter wonder is niet denkbaar. Want de Heere kan met de zonde géén gemeenschap hebben. De catechismus leert ons in navolging van Gods Woord dat Hij de zonde naar lichaam en ziel met tijdelijke en eeuwige straffen moet straffen. Want God is rechtvaardig. Door de zonde kan niemand voor Hem bestaan.

Maar het wonder is dat de Heere met zondaren wél gemeenschap wil hebben. Niet om henzelf, maar om Zijn Zoon Christus wil, Die Hij gezonden heeft en Die gekomen is om de schuld Zijns volks te betalen. Daartoe is Hij op Golgotha van God en mensen verlaten geweest. Door Hem is het mogelijk dat de grootste schuld vergeven kan worden.

Onmisbaar Hoe de Heere dat doet? Wel, als er geen schuld beleefd wordt, is er ook geen plaats voor schuldvergeving. Daarom leert de Heere Zijn kinderen in de bekering altijd eerst schuld beleven. Als Hij ontdekt aan de schuld voor God, bindt Hij op het hart: betaal wat u Mij schuldig zijt. Maar we moeten leren dat we die schuld niet betalen kunnen, hoezeer we dat ook proberen door ons leven te beteren.

Dan kan het niet anders of schuld wordt ook beleden. Niet zoals Kaïn en Saul, die ook wel bekenden gezondigd te hebben, maar die niet beleden dat ze tegen Gód gezondigd hadden. Zo mocht David het wél doen: 'Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden'. En hoe dieper dat beleefd wordt, hoe groter ook de droefheid in

ons hart wordt omdat we tegen een goeddoend en heilig God gezondigd hebben. We leren dan iets verstaan van Zijn heilig recht tot straffen. Dan worden we het met God eens als Hij ons voor eeuwig wegdoet omdat we voor Hem niet kunnen bestaan.

Zo leren we met David belijden: "k Erken mijn schuld die U tot straf bewoog. Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig'. Dan kunnen we niet meer rekenen op schuldvergeving. Dat worden we onwaardig. En is dat niet een groot gebrek in onze dagen? Dat juist dit aspect zo weinig wordt beleefd? Toch is het onmisbaar wil er plaats komen voor de kennis aan de schuldvergeving! Dan kan de duivel wel aanvechten en zeggen: je hebt te lang en te zwaar gezondigd. Maar weet je wat dat volk tóch niet laten kan? Te smeken: 'Delg, delg toch uit mijn schuld en al mijn zonden, en spreek mij vrij van mijne gruweldaad'. Ja, 'verzoen de zware schuld die mij met schrik vervult'. Lees maar eens wat ds. G.H. Kersten daarover schrijft in zijn verklaring op zondag 51.

Vergeten

In die weg wil de Heere de schuld vergeven. Hoe? Door te wijzen op Christus Die de schuld voor zulken gedragen heeft! Dan krijgen we lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Door Woord en Geest wil de Heere daar ook kennis aan geven. Dat doet Hij door een bepaald gedeelte uit de Bijbel dat slaat op

de schuldvergeving, met kracht in de ziel af te drukken. Onvergetelijk ogenblik als de Heere die weldaad schenkt aan een zondaar die alles verzondigd heeft.

Weet je hoe die schuldvergeving in Gods Woord genoemd wordt? Uitdelgen van de schuld, niet meer gedenken van de schuld en het werpen van de zonden in de diepten der zee. Dat wil zeggen dat de Heere er nóóit meer op terugkomt als Hij schuld vergeeft. Voor Hem is het dan vergeven én vergeten.

En wat denk je, als wij iets weten mogen van schuldvergeving, zouden we dan ook onze naaste niet van harte willen vergeven? Ja toch! Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Zondag 51 zegt daarvan dat het ons ganse voornemen wordt onze naaste van harte te vergeven. Dan zeggen we niet meer: ik wil het wel vergeven, maar kan het niet vergeten.

Alles betaald

Als Petrus in Mattheüs 1 8 tot Jezus komt met de vraag hoe menigmaal hij zijn broeder zal vergeven als hij tegen hem zondigt, krijgt hij het ontdekkende antwoord: Ik zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot zeventigmaal zevenmaal. Daarmee wil Jezus zeggen: Telkens als uw broeder komt met de vraag om vergeving, moet u hem vergeven. En dat maakt Jezus duidelijk met de gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. Hem was door de koning 10.000 talenten kwijtgescholden. Een onbetaalbare schat. Maar hij wilde zijn naaste niet eens honderd penningen kwijtschelden, hoewel dat in verhouding tot zijn eigen schuld maar weinig was. Het gevolg was dat de koning hem aan de pijnigers overleverde totdat hij alles betaald had.

Dat is het ontzettende gevolg voor hen die wél vergeving willen ontvangen, maar niet bereid zijn anderen te vergeven. Wat een les! Als we zelf behoefte krijgen aan schuldvergeving en daar iets van mogen kennen, zullen we ook onze naaste van harte willen vergeven. Ik weet, dat is niet altijd gemakkelijk. Daarom spreekt de catechismus ook over een "voornemen om onze naaste van harte te vergeven." Dat kost strijd. Maar het mag onder biddend opzien wel worden geleerd!

Gelukkig als je daarvan weten mag. Dan is het niet: vergeven, maar niet vergeten. Maar vergeven én vergeten. Als de Heere op mijn zonden nimmermeer terugkomt, mag en zal ik het ook niet bij anderen doen als vergeving gevraagd en geschonken wordt. 'Dus wordt des Heeren volk geleid door 't licht dat nu ontstoken is tot kennis van de zaligheid in hunne schuldvergiffenis'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2007

Daniel | 26 Pagina's

Schuldvergeving is bittere noodzaak

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2007

Daniel | 26 Pagina's