Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

“Eten of gegeten worden”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

“Eten of gegeten worden”

Charles Darwin tweehonderd jaar geleden geboren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe ontstaan levende wezens? Een vraag die mensen steeds heeft beziggehouden. Tot tweehonderd jaar geleden leefde bij veel wetenschappers de gedachte aan een scheppende God. Maar er rees twijfel. De ontwerper van de evolutieleer, Charles Darwin, liet de opvatting los dat God alle levende wezens rechtstreeks had geschapen.

Bij Darwin rees er twijfel over Gods Schepping. De Schotse geoloog Charles Lyell wees erop dat processen in de aardkorst vaak heel traag verlopen. Er worden niet ineens complete bergen opgetild en ergens anders neergesmeten. En denk aan langzame processen, die miljoenen jaren in beslag nemen, zoals de vorming van kegels in druipsteengrotten. In de ogen van Darwin moest de ene soort uit de andere zijn ontstaan door een erg geleidelijke ontwikkeling. Dat sloot mooi aan bij de gedachte van Lyell. Hoe stelde Darwin zich die evolutie voor? Niet alle levensvormen zien er hetzelfde uit; er is in de natuur een enorme variatie. Er zijn bijvoorbeeld witte en zwarte vlinders. Laat iemand zwarte vlinders los in een wit terrein, dan zullen ze worden uitgeroeid. Op lichtgekleurde boomstammen vallen zwarte meer op en dus kunnen ze niet ontkomen aan roofdieren. Dit wordt ‘natuurlijke selectie’ genoemd. En zo, redeneerde Darwin, zullen er heel geleidelijk steeds volmaaktere levensvormen komen, die het beste zijn aangepast aan de omgeving waarin ze leven. Uiteindelijk is uit dat proces de mens ontstaan. Hij is dus niet geschapen naar Gods beeld, maar een product van evolutie uit een aapachtige voorouder.

Vergissing
Darwin had nog geen juiste voorstelling van de oorzaak van de variaties in de natuur. Rond 1865 kwam de monnik Gregor Mendel met zijn erfelijkheidsleer. Wat hij ontdekte, leek de genadeklap voor de evolutietheorie. Want de erfelijkheid maakt slechts gebruik van reeds bestáánde eigenschappen die via de ouders worden doorgegeven. Behoorlijk voorspelbaar dus. Er ontstaat niet iets nieuws, zoals de vin van een vis die heel geleidelijk in een poot verandert. Een slecht bericht voor de leer van Darwin, die had gedacht dat met de erfelijke eigenschappen wel oneindig te variëren was. Wie de evolutietheorie vergelijkt met een automotor, kon zeggen dat die motor in het begin van de twintigste eeuw hard toe was aan verse ‘olie’.

Strohalm
Om de machine in beweging te houden, werd er iets nieuws verzonnen. Er bleek dat af en toe een verandering in de erfelijke gegevens op kon treden, waardoor een dier ontstond met andere kenmerken: bijvoorbeeld een vliegje met heel kleine vleugels. Zoiets heet een ‘mutatie’, maar dit mooie woord kan niet verhullen dat het niet meer is dan een ordinaire ‘fout’. Het dier, dat als gevolg van die ‘vergissing’ ontstaat, kan zich meestal niet handhaven, zodat die variant zal uitsterven. Maar, zeiden wetenschappers, ‘meestal’ is niet hetzelfde als ‘altijd’. Want soms verschijnt er een afwijkende vorm, die – bijna onvoorstelbaar! – juist wel kan overleven en zelfs de bestaande soort zal overtroeven en verdringen! Aan deze strohalm klemden ze zich vast. En zo kwam de motor weer puffend en rokend op gang. Deze aanpassing van de evolutieleer heet ‘neodarwinisme’.

Slopen
Volgens Darwin moest er in de natuur een geweldige rijkdom aan organismen zijn geweest. Daarbij dacht hij vooral aan zogenaamde ‘overgangsvormen’, zoals tussen vissen en reptielen en tussen reptielen en vogels. Omdat de evolutie een zeer geleidelijk proces is, zouden de aardlagen vol moeten zitten met de overblijfselen daarvan. Darwin was zelf wel zo eerlijk om te zeggen: “Als die tussenschakels niet worden gevonden, is dat funest voor mijn theorie!” Zijn die overgangsvormen ontdekt? Integendeel, ondanks alle speurwerk: er zijn nog talloze ‘missing links’. Toch hangen de meeste wetenschappers het neodarwinisme aan, met de atheïstische Richard Dawkins als felle propagandist. Maar er komen meer kritische geluiden. Onderzoek heeft veel geleerd over het bijna ongelooflijke mechanisme van de erfelijkheid (DNA). De hele wereld blijkt zo’n perfecte structuur te hebben, dat de natuurkundige Paul Davies ervan heeft gezegd: “Het lijkt wel of iemand hierover heeft nagedacht!” De evolutionist Michael Denton schreef: “Sinds 1859 is er niet één bewijs voor evolutie geleverd.” En nog onlangs schreef iemand dat - om het beeld van de motor vast te houden - het darwinisme dringend toe is aan ‘groot onderhoud’.

En die opmerkingen komen echt niet van orthodoxe christenen. Is de theorie van Darwin binnenkort rijp voor de sloop? Maar zelfs al zouden wetenschappers tot die conclusie worden gedwongen, dan nog zal men weer naar een vervangende theorie gaan zoeken. Immers, Gods Woord (Romeinen 1: 25) leert ons, dat de natuurlijke mens erop is gericht om het schepsel te eren en te dienen boven de Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid. Amen.

---
Toch een plan?
Charles Darwin wordt geboren op 12 februari 1809 als zoon van een arts. Hoewel hij algemeen wordt beschouwd als de bedenker van de evolutieleer, zijn er vóór hem anderen geweest die met die gedachte hebben ‘gespeeld’. De grootvader van Darwin zei tijdens de maaltijd vaak: “Het is eten of gegeten worden.” In 1831 heeft Charles net zijn opleiding tot geestelijke in de Anglicaanse Kerk achter de rug. Dan krijgt hij de kans om aan boord te gaan van de Beagle, met een expeditie, waarbij een groot deel van de wereld zal worden bezocht. Tijdens deze reis komen zijn ideeën over de geleidelijke ontwikkeling van het leven langzaam tot rijping. Overal in de natuur meent hij bewijzen voor evolutie te zien. Lyell, die weet dat Darwin met het ontwikkelen van een evolutietheorie bezig is, waarschuwt hem haast te maken met de publicatie. Ook andere onderzoekers werken er immers aan! In 1859 verschijnt zijn geruchtmakende boek: Over de oorsprong der soorten. Grote opschudding, vooral in kerkelijke kringen, is het gevolg. Bij één openbare discussie wordt een aanhanger van Darwin gevraagd of hij van grootmoeders of van grootvaders kant van een aap afstamt. Maar binnen tien jaar hebben de meeste wetenschappers de leer van Darwin omarmd. Toch heeft Darwin ook periodes van twijfel gekend. Hij werd geplaagd door het onrustige vermoeden dat zijn theorie wel eens onwaar zou kunnen zijn en dat er in de natuur een duidelijk ‘plan’ aanwezig is. Deze gedachten heeft hij nooit helemaal van zich af kunnen zetten. In 1882 overlijdt deze man, wiens ideeën niet meer uit de samenleving zijn weg te denken.

---
Klompje moleculen?
Evolutie is niet slechts een theorie, maar een wereldbeschouwing. Wie er kritisch tegenover staat, maakt het zich vrijwel onmogelijk volwaardig in maatschappij en wetenschap mee te doen. De samenleving is ervan doordrenkt, om niet te zeggen: erdoor vergiftigd. Evolutionistische gedachten hebben Adolf Hitler beïnvloed. Hij beweerde dat ‘het recht van de sterkste’ het enige redelijke denkbare recht in de wereld is. Daarin is het denkbeeld van Darwin te herkennen, die leerde dat zwakke organismen in de natuur het onderspit móeten delven om de evolutie mogelijk te maken. En wat te denken van de tegenwoordige ethiek? Moet de mensheid op een ‘hoger evolutionair plan’ gebracht worden, dan lijken alle remmingen te weg te vallen. De mens is immers niets meer dan een klompje moleculen die door het toeval zijn samengebracht?! Waarom dan bezwaren tegen abortus, euthanasie en proeven met embryo’s? Er zijn ook wetenschappelijke onderzoeken, waarin kostbare miljarden worden gestoken. Deze experimenten zijn vooral gericht op de (vele) vragen over de oorsprong van het heelal en het leven op aarde. Denk aan de protonenversneller in Genève, die al zoveel stof heeft doen opwaaien. In de theologie acht men verregaande concessies nodig; de betrouwbaarheid van de Bijbel, de historiciteit van de zondeval en de heilsfeiten zijn in het geding. Als God niet meer de Schepper is, dan is Hij ook niet de Hérschepper. En wat kan er meer ontmoedigend zijn voor een mens, die zich als een verloren zondaar heeft leren kennen? Wat de moderne wetenschap betreft, lijken de woorden van Paulus bewaarheid te worden:
En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 2009

Daniel | 36 Pagina's

“Eten of gegeten worden”

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 2009

Daniel | 36 Pagina's