Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods pijlen dringen in het hart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods pijlen dringen in het hart

Roeping is stem van God

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drie keer heeft hij al geroepen. En Floris fietst gewoon door. Johan gaat op z’n trappers staan en fietst nog wat harder. Hij roept, maar waarom luistert Floris niet naar hem? In de Bijbel staat dat God ook roept: Keert weder, gij afkerige kinderen; en ik zal uw afkeringen genezen (Jeremia 3: 22). Maar wie luistert er?

Bij roeping denken wij aan de ‘roeping’ tot een ambt of aan de roeping, die door het Evangelie tot ons komt. Maar wanneer in de Bijbel over roeping wordt gesproken, betekent dit meestal de innerlijke en krachtige roeping, die leidt tot bekering tot God en geloof in Jezus Christus. De gelovigen worden in de brieven van de apostelen steeds ‘geroepen heiligen’ of kortweg ‘geroepenen’ genoemd. Petrus schrijft aangaande de christenen: Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Petrus 2: 9).

Puur genade
De roeping is een daad van Gods almachtige genade. De Bijbel gebruikt er de meest krachtige woorden voor: het is een roepen uit de dood tot het leven, een overzetten vanuit het rijk der duisternis in het rijk des lichts en een beschenen worden met een licht, heerlijker dan het licht van de schepping. God voegt kracht bij Zijn Woord: het is een kracht die mensen losrukt uit de boeien van de zonde, hen verlost uit de macht der duisternis en overbrengt in het rijk van Christus. Daarom spreken wij van de ‘krachtdadige roeping’. De roeping wordt in de Bijbel getekend als een onverdiende ‘genadedaad’ van God (1 Timotheüs 1: 9). Het is puur genade van God en een bewijs van uitverkiezing om mensen vanuit de dood tot het leven te roepen. De apostelen herinneren de christenen steeds aan hun roeping. Het moet hen aanzetten tot een leven van dankbaarheid, opdat gij wandelt, waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt (Efeze 4: 1). Gods roeping verwekt bij Gods kinderen een levenslange verwondering.

Krachtig en persoonlijk
Er is kracht in het roepen van God. De apostelen hebben dit zelf in hun leven ervaren en ook in het leven van anderen werkzaam gezien. Met verwondering hebben zij gezien dat Gods roepen alle weerstanden overwint. Ds. À Brakel spreekt over twee soorten roeping: een uitwendige roeping en een inwendige roeping. De inwendige roeping is een persoonlijke roeping. Het gebeurde onder een preek, die je deed voelen dat jij werd bedoeld. De boodschap was altijd voor anderen, maar nu niet meer. Tot hiertoe hoorde je alleen de stem van de dominee, maar toen hoorde je de stem van God in je hart. De woorden van de dienaar raakten je van binnen, inwendig. Gods pijlen drongen in het hart.

Berouw en droefheid
Vaak schudden wij de indrukken van ons af, maar als God krachtig roept, kunnen we de indrukken die het Woord op ons hart maken niet meer van ons afschudden. Als de Heere roept, is het geen roep die je hoort en weer vergeet. Dan zeg je niet meer: ‘Morgen Heere!’ Het is een roeping die iets uitwerkt. Het beste bewijs dat God je geroepen heeft, is dat je ook werkelijk de duisternis verlaat en komt tot het wonderbaarlijk licht dat in Christus is ontstoken. De echte roeping brengt bekering tot God en geloof in Jezus Christus voort. Je zult dan met berouw en hartelijke droefheid de kwade weg verlaten en in het geloof tot Christus de toevlucht zoeken. Door God krachtig geroepen worden, is als zondaar tot Christus worden gebracht. In 1 Korinthe 1: 9 staat: God is getrouw, door Welken gij geroepen zijt tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere.

Prediking van het Evangelie
Het roepen van zondaren uit de duisternis gebeurt door de prediking van het Evangelie. Dat is het middel dat de Heilige Geest gebruikt om zondaren tot de zaligheid te roepen. God spreekt wel in de natuur, maar de natuur vertelt ons niet over een Zaligmaker. God spreekt ook tot ons door Zijn Wet. Maar ds. À Brakel wijst erop dat God niet roept door de zedelijke wet van de Schrift. “Het ware middel der roeping is het Evangelie.” Want de Wet spreekt niet van een Zaligmaker; het Evangelie wijst ons wel op het enige Middel tot behoud. De Wet kan niet meer doen dan de zonden aanwijzen. Het Evangelie zegt, aldus À Brakel: “Christus biedt u al Zijn verdiensten en alzo eeuwige zaligheid aan; Hij roept, Hij nodigt nu een ieder: Wendt u naar Mij en wordt behouden, neemt Mij aan, geef u over aan Mij, treedt met Mij in een verbond, zo zult u niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben.”

Boodschap van Gods Woord
Waar het Evangelie niet wordt gehoord, is geen tot zaligheid roepende God. Het Evangelie – en met name de prediking – is het middel waardoor God zondaren roept uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. De Heere maakt in de bekering van mensen vaak wel gebruik van bepaalde gebeurtenissen, maar het zaad van de wedergeboorte is het Woord van God, dat in ons geplant wordt (Jakobus 1: 21 en 1 Petrus 1: 23). Bepaalde gebeurtenissen zijn slechts middelen om bij de boodschap van Gods Woord gebracht te worden. Paulus schrijft: Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods (Romeinen 10: 17). Dit leert hoe belangrijk de prediking is. Er is terecht op gewezen dat God drieduizend mensen bekeerde door de preek van Petrus, tegenover één Saulus van Tarsen zonder de prediking van het Woord.

Nodiging van God
Wat gebeurt er eigenlijk in de prediking? In de prediking komen de gezanten van Christus tot ons en bidden ons van Christus’ wege: Laat u met God verzoenen (2 Korinthe 5: 20). De predikers doen dit niet op eigen gezag. Zij komen als gezanten van God en Christus. In het bidden of smeken van de predikers om onze rebellie te beëindigen en de aangebrachte verzoening te aanvaarden, bidt God Zelf. Gods dienaren zijn gelijk aan de uitgezonden boden uit de gelijkenis van het bruiloftsmaal. Zij roepen: Komt tot de bruiloft (Mattheüs 22:4). Zij spreken in Gods naam. Als gezant – ambassadeur – zijn zij als het ware het verlengstuk van God. God roept door hen. De roeping, de nodiging die zij brengen komt van God. Deze roeping van God is ernstig en welgemeend. God handelt niet bedrieglijk met ons. In de Dordtse Leerregels wordt beleden: ‘Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstig geroepen. Want God betoont ernstig in Zijn Woord wat Hem aangenaam is, namelijk, dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven’ (hoofdstuk 3/4, 8). Deze roeping is dan ook niet vrijblijvend: je zult er iets mee moeten doen. Je moet deze roeping noodzakelijk beantwoorden met bekering en geloof of verwerpen in verharding en ongeloof.

Velen geroepen
In de gelijkenis van de koninklijke bruiloft komt er een gast zonder bruiloftskleed. À Brakel gaat in op de vraag: Was de gast zonder bruiloftskleed niet genodigd? “Ja, dat was zijn misdaad niet dat hij kwam, maar dat hij niet recht kwam, zonder bruiloftskleed. Zo is het duidelijk dat een ieder, die onder de bediening is, tot Christus geroepen en genodigd wordt.” De Heere Jezus besluit deze gelijkenis met de woorden: Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren (Mattheüs 22: 14). Tot deze conclusie kwam Jezus omdat velen de nodiging verwierpen en slechts weinigen de nodiging aanvaardden. Het is een werkelijkheid, die ook vandaag geldt. Vergeleken met de velen die het Evangelie horen, zijn het maar weinigen die echt geloven. Deze tekst wordt nogal eens geciteerd om aan te geven dat de roeping van het Evangelie toch eigenlijk niet veel betekent. Het komt er maar op aan of je uitverkoren bent of niet. Je moet bij deze uitspraak van Jezus bedenken dat het een conclusie achteraf is en niet vooraf. Het is verder een conclusie die te maken heeft met hoe mensen omgingen met de nodiging tot de bruiloft te komen.

Horen en luisteren
Calvijn zegt dan ook: “Jezus bedoelt dat God alleen hen voor Zijn volk erkent, die de nodiging aannemen.” Het was juist de nodiging die de scheiding bracht tussen de geroepenen en de uitverkorenen. Gods verborgen raad wordt zichtbaar in de reactie van de mensen op de prediking van het Evangelie. Wat dat betreft, vallen er eeuwigheidsbeslissingen in de kerk. Wat de boodschap bij je uitwerkt, is beslissend voor je eeuwige bestemming. De vraag is: wat doe jij? Lijk je op Floris, die zijn vriend wel hoort roepen, maar hem niet wil horen? Of hoor je naar Christus, Die roept: Neigt uw oor en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven (Jesaja 55: 5).


Lees meer in de Redelijke Godsdienst, deel 1, hoofdstuk XXX (30).

www.theologienet.nl/inhoud.htm#BRAKEL

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 2010

Daniel | 36 Pagina's

Gods pijlen dringen in het hart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 2010

Daniel | 36 Pagina's