Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Twee treinrails

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Twee treinrails

Verkiezingen en verantwoordelijkheid horen bij elkaar

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Ik worstel met de uitverkiezing. Enerzijds weet ik wel dat ik ernaar moet zoeken de Heere te leren kennen. Anderzijds denk ik soms: als ik uitverkoren ben, kom ik er toch wel. Hoe moet ik hiermee omgaan?’ Bij veel jongeren en ouderen leeft deze vraag.

Die uitverkiezing is toch maar een groot struikelblok. Heeft het eigenlijk wel zin om te bidden? In de Bijbel te lezen? Naar de kerk te gaan? Heeft het wel zin om te vragen om bekering als je toch niet uitverkoren bent? Jouw gebed is net een boemerang: je bidt, maar met evenveel kracht komt het gebed weer aan je voeten terecht. Nee, zoeken en bidden heeft geen zin. Toch?

Genadige verkiezing
Graag wil ik met je ‘praten’ over Gods genadige verkiezing. Het is vast en zeker waar dat God een Twee treinrails Verkiezingen en verantwoordelijkheid horen bij elkaar bepaald aantal mensen heeft uitverkoren tot de eeuwige zaligheid. Je kunt dat lezen in de Bijbel en ook in onze belijdenisgeschriften. Lees die ook eens aandachtig door. Vooral de Vijf Artikelen tegen de remonstranten zeggen zulke mooie dingen over de uitverkiezing. Omdat er een verkiezing is, daarom kunnen er mensen zoals wij zalig worden. De engelen zongen daarvan in hun prachtige lied: In mensen een welbehagen. Als er geen verkiezing was, zouden jij en ik eeuwig omkomen. Want er is niemand die God zoekt, zelfs niet één! Echt waar: zelfs niet één! In Romeinen 9: 16 zegt de apostel Paulus dan ook terecht: Zo is het dan niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods. Hij concludeert dat nadat hij is nagegaan waarom Ezau de zegen van God niet ontving en Jakob wel. Paulus zegt dan vol ernst: de zaligheid is niet uit een mens en niet door het zoeken van een mens. Nee, het is alleen maar gevolg van Gods verkiezing. Het is eenzijdig Gods werk! In de eeuwigheid heeft God dit plan van zaligheid al gemaakt. Nee, Hij heeft niet met engelen of wie dan ook overlegd: het was helemaal Zijn plan. En de zaligheid voor Zijn kinderen heeft Hij ook helemaal alleen uitgewerkt. Je weet het: Jezus heeft de pers alleen getreden, niemand was bij Hem. Het bloed waarmee de zwarte zielen van zondaren kunnen worden gewassen, komt uit de aderen van Jezus Christus.

Uit het moeras
Klopt helemaal, zeggen heel veel mensen vandaag. God heeft inderdaad het plan gemaakt, Hij heeft de zaligheid verdiend en nu komt het erop aan, dat wij gaan kiezen. De mens moet willen, geloven, zoeken, hongeren, dorsten, aannemen, omhelzen. Zonder die keus kan God echt niets doen. Op Golgotha heeft Jezus zoveel voor ons gedaan, nu moeten wij ook een steentje bijdragen. Maar wat is dat een harde leer! Wat zegt namelijk de Bijbel van jou, van mij? Je wilt tot Mij niet komen… Je hebt geen lust aan de kennis van Mijn wegen. Je loopt met je rug van Mij af, al verder weg op de brede weg. Actief dood in zonden en misdaden. Dus is het hopeloos? Inderdaad! Zou jij jezelf aan je eigen haren uit het moeras van zonden en ellenden willen trekken? Dat is toch onmogelijk?

Nooit te lang
Maar wat een wonder: nu heeft de Heere er ook voor gezorgd dat de verdiende zaligheid wordt toegepast. Hij maakt onwilligen gewillig, Hij maakt doden levend, Hij maakt vijanden tot vrienden. Hij zorgt dat mensen zoeken, bedelen, vragen, willen, komen. Over dat wonder van Zijn eenzijdig genadewerk komt een kind van de Heere nooit uitgewonderd. Mijn vader zei wel eens: “De eeuwigheid zal niet te lang duren jongen, om dat wonder groot te maken dat Hij mij zalig maakte en ook heeft vastgehouden tot het einde.” Niets is er wat van ons in aanmerking komt voor de zaligheid, Het is alleen: eeuwig welbehagen! Whitefield zei zo mooi: ”Mijn boetvaardigheid heeft nog boetvaardigheid van node en mijn tranen moeten nog gewassen worden in het bloed van Christus.“ Kun jij zijn woorden begrijpen?

Geen zin
Nu zijn er inderdaad mensen die zeggen: ‘Als de Heere mij niet uitverkoren heeft, kom ik er toch niet. Als ik ook een Ezau ben kan ik doen en laten wat ik wil, maar helpen voor de zaligheid doet het niet. Wat maakt het eigenlijk uit hoe je leeft, of je bidt en naar de kerk gaat?’ Wie zo spreekt, maakt van deze troostvolle, genadige verkiezing een soort noodlotsgedachte. Calvijn zegt het meerdere keren in zijn werken dat we de zuivere balans moeten houden tussen verkiezing en verantwoordelijkheid. ` Ja, er is een verkiezing tot de zaligheid, gelukkig wel. Maar de Heere heeft ons anderzijds in Zijn Woord aangespoord Hem te zoeken met ingespannen krachten. De Heere roept je tot de zaligheid door middel van Zijn Woord, Hij roept je ernstig, welmenend, serieus: Geef Mij je hart! Hij dringt je aan Zijn Woord te lezen, te onderzoeken, naar de kerk te gaan, ook in de week en zo – biddend - alle middelen te gebruiken. God werkt ‘middellijk’. Dat betekent dat Hij ons aan Zijn genademiddelen – zoals de preek – gebonden heeft. Nee, niet dat we daarmee onze zaligheid zouden kunnen verdienen en een trapje naar God kunnen maken, echt niet. Maar de Heere kan en wil die middelen gebruiken in het leven van jongeren, zodat ze in de nood van hun geestelijk leven terechtkomen en roepen: O Zone Davids, ontferm U mijner.

Geen trapje
Dan zal de Heere de zaligheid niet geven omdat je er zoveel om gebeden hebt en zoveel naar de kerk bent gegaan en zoveel goede boeken hebt gelezen. Dan zouden we een trapje maken van al onze gerechtigheden, maar dat trapje zal nooit de zaligheid bereiken. Niets van een mens telt mee; Paulus zegt in Efeze 2: Uit genade zijt gij zalig geworden en dat niet uit u. En dat is zo waar! Toch zegt de Heere: Zoek Mij en leef. En: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden. En je kent de tekst uit Jesaja 55 uit je hoofd: Zoekt de Heere, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan terwijl Hij nabij is. Behouden worden, is enkel genade, verloren gaan, is echt eigen schuld! Rutherford zegt in een van zijn preken: ”Zondaren te verdoemen is maar Gods laagste weg om Zich te verheerlijken. Zondaren te behouden is Gods hoogste weg om Zich te verheerlijken.“ Denk nooit dat het voor God een onverschillige zaak is of jij behouden wordt of verloren gaat. God zoekt nog je behoud, tot de eer van Zijn Naam.

Treinrails
Het is ten diepste een groot spanningsveld: onze verantwoordelijkheid en Gods genadige verkiezing. Het is net als bij treinrails. Een trein rijdt op twee rails. Ontbreekt er één, dan ontspoort de trein… Dat spanningsveld moet er blijven, wil je in je denken niet ontsporen en er verkeerde gedachten in je opkomen, zowel over de verkiezing als over de verantwoordelijkheid. God gaat je nog voorbij in de prediking en in Zijn Woord! Heb je je ooit aan Zijn voeten geworpen en gesmeekt: Gij Zone Davids, ontferm U mijner? Nu is het nog het heden der genade, de dag der zaligheid. Wanneer je God veracht, komt er eens de dag van de toorn van het Lam. Hij zal dan wraak oefenen over… hoeren, tollenaren, afgodendienaars van sport en spel? Dat maken wij ervan! Maar Paulus zegt ons heel ernstig: over diegenen, die het Evangelie ongehoorzaam zijn geweest. Daarom nogmaals: zoek Hem in de tijd van je jeugd. En iedereen die God heeft mogen vinden, zegt het met heel zijn hart: ’Welzalig die Gij hebt verkoren! Was er geen verkiezing geweest, ik kwam eeuwig om!’

Pensioen van de koning
Is het jouw worsteling of je naam wel in Zijn boek staat? Op een gezelschap in Engeland werd daar eens over gesproken van hart tot hart: Hoe weet je of je een verkorene bent? Een soldaat zei: ‘Ik ben gepensioneerd en leef uit de hand van de koning. Mijn pensioen komt regelmatig van de hand van de koning tot mij. Het heeft nooit gemist, al die jaren dat ik uit het leger ben. Maar ik heb nooit in het grote boek in Londen gezien waarin al de namen van de gepensioneerde soldaten staan. Toch weet ik dat mijn naam daarin staat, want met grote trouw en regelmaat ontvang ik de toelage. Welnu, zo weet ik dat mijn naam staat in Gods boek staat. Ik heb dat boek nooit gezien, maar ik ontvang met grote regelmaat kruimels van des Konings tafel. In nood is Hij altijd mijn Redder geweest. Het bloed van Zijn Zoon heeft Hij op mijn hart gesprengd. Vanwege al mijn ontrouw heeft Hij mij nooit verstoten en met eeuwige trouw mij dusver begeleid. Zou ik er nu aan twijfelen of mijn naam wel in Zijn boek staat?’ Schitterend antwoord! Is het ook jouw antwoord?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2010

Daniel | 36 Pagina's

Twee treinrails

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 april 2010

Daniel | 36 Pagina's