Mooi in Gods spiegel

In de kerk gaat het niet over lichamelijke schoonheid, maar over je ziel. In de kerk is je lichaam van ondergeschikt belang. Daar word je opgeroepen niet bezorgd te zijn over je lichaam (Mattheüs 6: 25-34). Je hoeft er niet over te piekeren welke kleren je aan zult trekken. Zoals de heidenen. Zoals de reclameborden je toeschreeuwen. Inderdaad. Want God, Die de lelies in al hun schoonheid heeft gemaakt, kan ook voor je lichaam en je kleding zorgen. Je kunt je richten op Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Wat een zegen!

Onbelangrijk?
Is lichamelijke schoonheid, het bezig zijn met je uiterlijk voor christenen inderdaad van ondergeschikt belang? Of, heeft de geest van deze eeuw je zinnen verblind? En heeft het wereldse denken je ongemerkt in de greep gekregen? Zijn leer en leven niet meer in overeenstemming? Doe je even hard mee aan de lichaamscultus? Maak je je al te blanke huid toch maar een tintje donkerder? Kun je verschrikkelijk balen van die nare puistjes? En sta je lang voor je rijk gevulde kledingkast te piekeren wat je deze avond eens aan zult trekken? Geef je ongemerkt toch aardig wat geld uit aan make-up en parfum? Waarbij je dat gebed vergeet: ‘Doch geef dat onze ziel niet aan dit vergank’lijk leven kleef, maar alles doe wat Gij gebiedt, om eind’lijk eeuwig bij U te mogen leven.’

Verleidend
Mag je er dan niet leuk uitzien? Doet het lichaam er helemaal niet toe? Je stekels gaan misschien wat overeind staan. En je hebt het gevoel dat het volgende wetje om de hoek komt kijken. Maar, wat zegt de Bijbel? In het Oude Testament gaat het verschillende keren over uiterlijke schoonheid. Daarbij zie je een sterk verband tussen uiterlijke schoonheid en seksuele verleiding. De schoonheid van Saraï en later ook van Rebekka zouden een verleiding kunnen vormen voor de mannen van Egypte en Gerar. Daarom vreesden Abram en Izak voor hun leven. De mooie Bathseba deed David daadwerkelijk vallen in de zonde van overspel en moord. Salomo waarschuwt dan ook voor de verleiding van een mooie vrouw. Begeer de schoonheid van een kwade vrouw niet in uw hart, en laat haar u niet vangen met haar oogleden (Spreuken 6: 25). Hij wijst ook op het bedriegelijke en vergankelijke van een mooie buitenkant. De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid, maar een vrouw die de HEERE vreest, die zal geprezen worden (Spreuken 31: 30). En in Jesaja 3 is te lezen hoe de HEERE vertoornd is over de vele vrouwen in Israël die met hun uiterlijk indruk proberen te maken. Ze lonken met de ogen en gaan met uitgestrekte hals (vers 16). De Heere gaat deze van top tot teen verzorgde vrouwen aantasten in hun schoonheid. Al hun make-up en parfum en sieraden gaat Hij wegnemen. Er zal verbranding zijn in plaats van schoonheid (vers 24). Het verleiden met je uiterlijk valt blijkbaar onder het oordeel van de Heere. Het moet je dan ook niet verbazen als je leest dat we ons vlees niet moeten verzorgen tot begeerlijkheid (Romeinen 13: 14).

Geoorloofde sieraden
In het Nieuwe Testament roept Paulus de christenvrouwen op zich in een eerbaar gewaad te kleden. Christenvrouwen moeten zich met schaamte en matigheid te versieren. Anders dan de vrouwen van hun tijd, die hun haar op een kunstige manier vlochten. Of die graag gouden kettingen droegen, of prachtige parels om hadden en dure kleding droegen. Het sieraad voor godvruchtige vrouwen wordt gevormd door hun goede werken, zegt Paulus. Petrus zegt bijna hetzelfde in 1 Petrus 3: Welker versiersel zij, niet hetgeen uiterlijk is, bestaande in het vlechten van het haar, en omhangen van goud, of van klederen aan te trekken, maar de verborgen mens des harten, in het onverderfelijk versiersel van een zachtmoedige en stille geest, die kostelijk is voor God (vers 3).

Niet in het middelpunt
Uit bovenstaande Bijbelgedeelten kun je je niet aan de indruk onttrekken dat een mooie vrouw in de christelijke gemeente er anders uitziet dan een mooie vrouw in de wereld. Een wereldse vrouw moet het hebben van haar uiterlijk: zij moet er alles aan doen om er aantrekkelijk uit te zien. Met haar kleding zal ze de mooie kanten van haar lichaam proberen te benadrukken. Ze zet zichzelf neer. En hoopt gezien te worden. Maar een mooie vrouw in de christelijke gemeente is vooral mooi door haar innerlijke versiering. Zij is beminnelijk door haar zachtmoedigheid. Haar onzichtbare betrokkenheid in gebed voor gemeenteleden en voor zendingswerkers, haar toewijding aan haar eigen man en de zorg voor haar kinderen maken haar mooi. Een mooie christenvrouw wil juist niet opvallen. Zij wil door genade niet meer in het middelpunt staan, maar verlangt er naar dat Christus’ beeld in haar zichtbaar wordt. Ze wil gekruisigd worden aan de drang zelf op de voorgrond te staan. Hartelijk bidt zij bij het uitgaan van de dienst mee: ‘O Vader, dat Uw liefd’ ons blijk’. O, Zoon maak ons Uw beeld gelijk. O, Geest, zendt Uwe troost ons neer. Drieënig God, U zij al de eer’.

---

Echte schoonheid kun je niet in de spiegel zien!
Pieter Verboom en Laura Kooiman: “Dat ware schoonheid van binnen zit, weet iedereen, maar er is bijna niemand die daar rekening mee houdt. De buitenkant is toch het eerste wat je ziet aan iemand. Daarom houden velen zich bezig met die eerste indruk. Kleding volgens de laatste trend, kapsels, middeltjes om je gezicht en huid er puntgaaf uit te laten zien, bijna alles is geoorloofd. Dus om de ware schoonheid van iemand te zien, moet je door het uiterlijke plaatje heen kijken, of die nu volgens jou positief of negatief is. Iemand die er mooi uit ziet, kan juist saai zijn. En een minder mooi iemand juist ontzettend leuk. Maar niemand ontkomt aan een eerste indruk.”

Lianne Lindhout: “Hier wordt gedoeld op innerlijke schoonheid. Dat zie je inderdaad niet in de spiegel. Maar ik denk wel dat echte, innerlijke schoonheid in heel je doen en laten te zien is. Bijvoorbeeld klaar staan voor een ander, goed kunnen luisteren… Als het van binnen zit, kun je dat merken. Je mag er natuurlijk best leuk uitzien, je lichaam en uiterlijk zijn niet onbelangrijk, maar maak dat niet nr. 1. Psalm 51: Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest (vers 12), dat is pas echte schoonheid!”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen