Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mooi werk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mooi werk

Brandweerman Bas: Gods bewarende hand heb je altijd en overal nodig

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De pieper staat op stand-by. Als er een oproep komt, moet hij zo snel mogelijk naar de kazerne. Bas Kloosterman is bij de vrijwillige brandweer en sprak met Daniël over zijn werk. “Ik heb nog nooit een seconde spijt gehad. Je krijgt veel terug voor het werk dat je doet.”

Wat doe je bij de brandweer?
“Ik ben ‘manschap’ in een korps van 25 mensen. Als ik een melding krijg, moet ik vliegensvlug naar de kazerne. Pak aantrekken, helm opzetten, de auto in. Als er een bevelvoerder, chauffeur en vier manschappen zijn, kan de eerste wagen vertrekken. Bij een brand aangekomen, neemt de bevelvoerder de beslissingen. Ik kan bijvoorbeeld de opdracht krijgen om op verkenning te gaan. Gewapend met een hogedruk-slang ga ik dan een huis binnen op zoek naar de vuurhaard of slachtoffers. Het gebeurt ook dat we uitrukken voor een ongeluk. Als er een auto te water is geraakt of mensen bekneld zitten in een machine. Vorige week hebben we in de haven een boot leeggepompt, die dreigde te zinken. Gemiddeld rukken we zo’n 150 keer per jaar uit, dus ongeveer drie keer per week. Toch is nooit iets hetzelfde. Je doet bij de brandweer echt wel veel meer dan brandjes blussen.”

Hoe ben je bij de brandweer gekomen?
“Ik sprak eens iemand die bij de brandweer zit. Voor de grap zei ik dat het me ook wel wat leek. Daarop werd ik meteen uitgenodigd voor een oefenavond. Eerst dacht ik: dat kost me te veel tijd. Ik heb toen nog eens een oefenavond bezocht. De sfeer in het korps was heel goed, ik voelde me meteen in de ploeg opgenomen. Dat is erg belangrijk. Je moet binnen een korps passen en blindelings op elkaar kunnen vertrouwen. Door middel van twee uitgebreide tests is onderzocht of ik geschikt was om bij de brandweer te kunnen. Daarna heb ik een opleiding gevolgd. Eén avond in de week had ik cursus. Thuis bestudeerde ik de theorie, tijdens de cursusavonden kregen we een stukje EHBO en oefenden we vooral heel veel.”

Oefen je nu nog vaak?
“Jazeker. We oefenen drie keer per maand. Als korpsleden zetten we om beurten een oefening in elkaar. Ik heb dit jaar al een aantal oefeningen georganiseerd. Mijn broer heeft pas een huis gekocht waarin nog van alles verbouwd en gesloopt moest worden. Daar heb ik een brand met slachtoffers nagebootst.”

Hoe vind je het om brandweerman te zijn?
“Het is gaaf werk. Het is voor mij een hobby waarmee ik ook dienstbaar ben aan de maatschappij. Je kunt iets goeds doen voor een ander. Samen met mijn collega’s help ik mensen in benauwde situaties. Daartoe moet je bereid zijn. Het doorsnee type brandweerman is van ‘niet zeuren, handen uit de mouwen, samen aan de slag om de medemens te helpen’. Dat vind ik trouwens het mooiste: de samenwerking in het korps. Iedereen heeft een eigen taak. Al sta je nu als chauffeur bij de pomp of als bevelvoerder op de stoep, je doet het met elkaar. Iedere uitruk evalueren we met elkaar. We bespreken hoe het ging, wat er beter kon. Je maakt alles met elkaar mee. Daardoor bouw je een heel speciale band op. Minder leuk is het als je midden in de nacht je bed uit moet voor een loze melding terwijl je wekker de volgende ochtend weer om 6:00 uur gaat.”

Is je werk niet gevaarlijk?
“Het is zeker werk dat niet zonder gevaar is. Dat weet je. Daarover praat je ook. Met collega’s, maar ook thuis. Als er bijvoorbeeld nieuws in de krant staat over een brand, dan komt dat onder het eten altijd ter sprake. Het is echt een onderdeel van je bestaan. Het feit dat je weet dat je werk niet zonder gevaar is, zorgt er ook voor dat je er extra bij stilstaat dat je Gods bewarende hand altijd en overal nodig hebt.”

Zou je het werk bij jongeren aanbevelen?
“Zeker! Er zijn zoveel zinloze hobby’s. Het werk bij de brandweer zie ik als een nuttige vrijtijdsbesteding. Je doet iets voor een ander en het werk is mooi. Als je bij de brandweer wilt, kan dat vanaf 18 jaar. Het is belangrijk dat je doorzettingsvermogen hebt, betrouwbaar, behulpzaam en nuchter bent. Daarnaast moet je over een goede conditie beschikken en snel kunnen schakelen. Belangrijk is ook dat je goed kunt samenwerken. Lefgozers passen niet in een team. Heel belangrijk is de veiligheid van jezelf en van het team. Daarna lever je pas hulp. Tot slot moet je snel kunnen schakelen. Het kan zijn dat ik ergens gezellig aan de koffie zit, allerlei plannen heb voor de verdere avond en dan een melding krijg. Dan moet je echt flexibel kunnen zijn. Het brandweer-zijn is een stuk van je leven. Daar moet je mee om kunnen gaan. De pieper kan altijd gaan.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2011

Daniel | 40 Pagina's

Mooi werk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 april 2011

Daniel | 40 Pagina's