Welk antwoord zou jij geven?

Waar ga jij naar toe? Waar kom je vandaan? Veel gestelde vragen in vakantietijd. Meestal weten we waar we heengaan en hoelang de reis duurt. Als mensen vragen waar we vandaan komen, vertellen we dat graag. Maar sommigen komen niet op hun bestemming. Anderen komen niet meer thuis. Jou worden twee vragen gesteld in bovengenoemde tekst. De eerste is: Waar kom je vandaan? En de tweede: Waar ga je naartoe? Welk antwoord zou jij geven?

Hagar
De Engel des HEEREN stelt deze vragen aan Hagar, de dienstmaagd van Sarai, Abrams vrouw. De Heere laat haar voelen dat ze niet aan Zijn Goddelijke aandacht kan ontsnappen. De Engel roept haar tot bezinning. Hij wil haar stilzetten. Ze moet rekenschap geven van wat ze gedaan heeft en wat haar voornemen is. Ze komt uit een goede plaats: de tent van Abram, waar de lamp van de Godsopenbaring helder brandde. Ze heeft zich onttrokken aan de bediening van het Woord. Ze heeft haar plicht verzaakt, haar roeping ontvlucht en zich onttrokken aan haar wettig gezag.
Je komt uit een goede plaats, uit het paradijs, waar wij verkeerden in de gemeenschap met God. Wij hebben tegen Hem gezondigd, Hem verlaten, ons onttrokken aan Zijn gezag.
We hebben onze roeping ontvlucht, onze plicht verzaakt, het verbond verbroken en de wet overtreden. Daarom zijn we uit het paradijs verdreven en dwalen bij God vandaan in de woestijn van het leven.
Waar zult gij heengaan? De Engel vraagt Hagar wat ze verder wil gaan doen in de woestijn. Het kan immers voor een eenzame, zwangere vrouw de dood betekenen. Jonge vrienden, wij zijn allen op weg en reis naar de eeuwigheid, moeten sterven en geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus. Dan is het van tweeën één: om eigen schuld de eeuwige dood of uit genade het eeuwige leven. Wij dan, wetende de schrik des Heeren, zo zegt Paulus: bewegen de mensen tot het geloof. Hagar wordt overmeesterd door het woord van de Engel en legt een eerlijke schuldbelijdenis af: Ik ben vluchtende van het aangezicht mijner vrouw Sarai. Ze praat haar zondige daden niet goed. Dan vraagt de Engel gehoorzaamheid: Ze moet terugkeren en zich vernederen onder de hand van Sarai.

Christus
Waar zult gij heengaan? Deze, uit liefde gestelde vraag is ook voor jou een ernstige oproep tot bekering. Velen gaan met een bezwaard geweten de wildernis in naar het duistere Egypte met zijn afgoden en keren de rug toe aan een omgeving waar de Naam des Heeren gevreesd wordt. Wat een genade als de Heere ons niet ongemoeid laat, maar ons in de weg treedt met de strenge vraag: Vanwaar komt gij en waar zult gij heengaan? Met die vraag opent de Heere de deur van ons verleden. Alles wat achterligt, verschijnt voor onze zielsogen. Alles wat wij misdreven hebben, leeft voor ons op. Alles wat wij vergeten hebben, komt in het geheugen terug. En in de sprakeloze eenzaamheid van de woestijn zien we alleen onze eigen schuld, die verschijnt in het verblindende licht van Gods heiligheid. Heb je door genade je zonde en schuld al beleden en beweend voor God? Jezelf voor Hem vernederd? Gehoorzaamheid betracht? Geleerd waar je vandaan gekomen bent? Wat je kwijtgeraakt bent door je opstand tegen God? Dat het van jouw kant onmogelijk is om nog ooit tot God terug te keren? Dan wordt het Evangelie een wonder, want de Heere Jezus zegt: Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering. Christus onderwees Zijn discipelen en zei: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader dan door Mij.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen