Voedsel

Om in leven te blijven, hebben we eten nodig. Dat was ook zo bij Adam en Eva in het Paradijs. God gaf hun het groene kruid om te eten. Adam en Eva aten dus alleen planten en zaden. Na de zondeval lezen we dat ze ook vlees gingen eten.
In het boek Leviticus vind je wetten die God aan het volk Israël gaf toen zij in de woestijn waren. Een aantal van deze wetten gaat over het eten. Zo mochten de Israëlieten niet alle dieren eten. Er werd verschil gemaakt tussen reine en onreine dieren.
Reine dieren zijn bijvoorbeeld runderen, schapen, bepaalde vogels en vissen. Onrein zijn bijvoorbeeld varkens, paarden en konijnen. God wilde dat het volk anders leefde dan de volken om hen heen, gehoorzaam aan Hem. Maar het was ook belangrijk voor hun gezondheid. Dieren die vaak ziekten bij zich dragen, hoorden bij de onreine dieren. Die mochten dus niet gegeten worden. Door deze regels zorgde God voor Zijn volk.
Het volk Israël at geen aardappels bij de warme maaltijd, zoals wij. Wel lezen we over brood. Dit werd samen met vlees of vis gegeten. Als er weinig tijd was om het brood klaar te maken, bijvoorbeeld omdat er onverwacht gasten kwamen, maakten de vrouwen ongezuurde koeken. Die werden gemaakt van deeg dat niet gerezen was. Deze ongezuurde koeken werden ook gegeten bij het Pascha, toen het volk Israël uit Egypte wegtrok.
Voedsel is belangrijk. Maar naast voedsel voor het lichaam hebben we ook geestelijk voedsel nodig. Dat is het Woord van God. Daarin kunnen we vinden wat nodig is om eeuwig te kunnen leven. Net als gewoon voedsel hebben we dit ook elke dag nodig. En net als voor ons dagelijks eten mogen we God vragen om Zijn zegen. Heb jij al honger naar dit Woord?

Pak je Bijbel

1. Zoek in je Bijbel Leviticus 11 eens op. Hier gaat het over reine en onreine dieren. Noem van beide groepen eens vijf voorbeelden.
2. Lees Handelingen 10: 9-17. a. Welke verhaal wordt hier beschreven?
- b. Waarom krijgt Petrus hier de opdracht om onreine dieren te slachten en eten?
3. In Mattheus 16: 6-12 waarschuwt de Heere Jezus Zijn discipelen voor het zuurdesem van de farizeeën. Lees het stukje maar eens. a.Wat bedoelt de Heere Jezus hiermee? b. Wat zou dat voor ons kunnen betekenen?
4. We hebben lichamelijk en geestelijk voedsel nodig.
a. Hoe kun jij aan geestelijk voedsel komen?
b. Wat heb je hierbij wel nodig?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen