God verandert níet

Aan het woord is Sjani, een jonge vrouw met autisme. We zijn bij een bijeenkomst voor reformatorische jongeren met autisme en een gemiddelde intelligentie. Vier keer per jaar komen ze op een zaterdag bij elkaar. Deze keer is het onderwerp ‘autisme en geloven’. Er zijn dertien jongeren met autisme gekomen. Sjani heet hen hartelijk welkom. Ze vertelt dat er deze keer wat veranderingen zijn: “Er is vandaag een spreekster die we nog niet kennen en de vaste gespreksleider gaat weg. Daar staan we dan met al onze veranderingen,” komt Sjani even op de opening terug:“maar God blijft Dezelfde.”

Voorstellingsvermogen
Als je autisme hebt en een gemiddelde intelligentie, voel je meestal heel goed dat je anders bent. Je denkt anders en je voelt anders. Jongeren met autisme vinden het vaak moeilijk om zich iets voor te stellen dat ze niet zien. En als het gaat over geloven en bekering, dan gaat het juist over dingen die je niet ziet, maar die er wel zijn en die God aan zondige mensen wil geven. Een jongere vraagt: “Kún je wel geloven, als je ánders begrijpt dan anderen? Als ik Bijbelstudie doe, vat ik dingen soms heel anders op dan anderen. Dan ben ik bang dat ik het verkeerd begrepen heb.” Een andere jongere reageert: “Een andere invalshoek hoeft niet verkeerd te zijn. En als je daarover nadenkt, mag je dat ook aan God vertellen. Je mag zeggen dat je het niet weet en dat je het niet kunt.”

Omgang met anderen
Voor jongeren met autisme gaat het omgaan met anderen niet vanzelf. Jeugdvereniging, catechisatie en huisbezoek kunnen moeilijk voor hen zijn. Wat moet je tegen iemand anders zeggen? Wat stelt de ouderling op huisbezoek lastige vragen, over al die woorden uit de preek waarbij je je zo moeilijk iets voor kunt stellen. Hoe kun je je concentreren op degene die catechisatie geeft, als er om je heen zoveel andere dingen gebeuren? Waarom vinden de JV-leiders het zo leuk om iets onverwachts te doen? Ménsen zijn zo onvoorspelbaar, laten dan de díngen alsjeblieft altijd hetzelfde zijn.

Communicatie
Communicatie is voor jongeren met autisme ook vaak lastig. “Hoor je soms wel eens een mooie preek?” vraagt één van de jongeren. “Dat vind ik een moeilijke vraag”, reageert iemand: “de preek gaat altijd over íets, maar niet over mij. Er zijn zoveel vage begrippen in een preek, ik weet echt niet wat ik daarmee moet.” Voor veel jongeren met autisme zijn abstracte begrippen te weinig concreet en daardoor moeilijk te begrijpen. Sommige jongeren hebben daarom moeite met Bijbellezen en naar de kerk gaan.

Jij en jongeren met autisme
Door hun autisme zijn deze jongeren in sommige dingen juist heel goed. Ze letten heel goed op details en zijn eerlijk. Als ze weten wat er met een vraag wordt bedoeld, zullen ze de opdracht vaak precies uitvoeren.Als je een jongere met autisme tegenkomt, op JV of op catechisatie, probeer dan rekening met hem of haar te houden. Het is fijn als een jongere met autisme merkt dat anderen proberen het zo duidelijk mogelijk uit te leggen: wat er gebeurt, wat er bedoeld wordt en wat er van hem of haar wordt verwacht. Hij of zij houdt er niet van om een uitzondering te zijn. Vraag daarom gerust aan een jongere met autisme wat hij of zij fijn vindt.

En ben je of ken je misschien een jongere met autisme, die ook graag naar zo’n bijeenkomst zou willen, waar we hebben meegeluisterd? Kijk dan op www.helpendehanden. nl/jongerenmetautisme of bestel (de flyer bij) de brochure ‘autisme in het jeugdwerk’ op www.helpendehanden.nl/ autismeindekerk

Wat is autisme?

Autisme is een stoornis in de informatieverwerking van de hersenen. Informatie die via de zintuigen binnenkomt (zien, ruiken, voelen, horen, proeven), wordt bij mensen met autisme anders verwerkt. Zij hebben moeite om de details die zij waarnemen, te verwerken tot een samenhangend geheel en de onbelangrijke details uit te ‘filteren’. Hierdoor hebben mensen met autisme problemen met communicatie, omgang met anderen en voorstellingsvermogen. Autisme is een onzichtbare handicap die invloed heeft op je hele leven. Meer weten? 8 www.autisme.nl

Jongeren met autisme zeggen over bidden:

 “Voor mij is bidden ‘praten met God’: het denken in mijn hoofd, dat hoor ik als praten; ik spreek dan mijn gedachten uit tegen God.”
 “Soms zeg ik niks en dan bid ik toch, dan voel ik bijvoorbeeld pijn en dat zend ik dan op naar God.”
 “Ik vind bidden juist heel moeilijk. Ik vind contact sowieso moeilijk en zeker als ik iemand niet zie. Ik weet niet waar God is, hoe kan ik dan met Hem praten? Ik zie Hem niet, dan is Hij er voor mijn idee ook niet. Ik probeer wel te bidden, maar dan draait alles maar door in mijn hoofd, dan weet ik niet wat ik moet zeggen.”
 “Het helpt mij om voordat ik ga bidden op papier een lijstje te maken met waarvoor ik wil bidden en waarvoor ik wil danken.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen